Beurzen

Afgelopen woensdag vond de tweejaarlijkse Aardappeldemodag plaats te Westmaas (NL), een initiatief van Wageningen University & Research proefbedrijf Westmaas en de NAO (Nederlandse Aardappel Organisatie). Met ruim 150 standhouders, 8.000 bezoekers én goed weer was Aardappeldemodag een succesvolle inspirerende dag.

Over de Libramont beurseditie van 2018 kunnen we wel zeggen dat het er heet was. Dan doelen we natuurlijk op de buitentemperaturen niet op de sfeer op de beursvloer. Net die hitte remde de bezoekersopkomst. Volgens cijfers van de beursorganisatie ligt de opkomst net geen 4% lager dan vorig jaar en komen we uit op 203.852 geïnteresseerden over de vier beursdagen.

Naast de organisatoren en de standhouders, vroeg Landbouwleven ook aan de bezoeker wat die vond van de beurs. Enkele impressies.

De meeste standhouders waren het erover eens dat er vrijdag minder volk was. Zaterdag en zondag kwamen er meer bezoekers.

Het was heet, heter, heetst... maar dat belet niet om niets te doen. Er werd volop genoten van de vele stands, eetkraampjes, shows,... Niet alleen volwassenen liepen rond, het hele gezin was vaak aanwezig. Terecht, want er was voor elk wat wils. Herbeleef Libramont 2018 met deze fotocollage.

Vorig jaar vierde het ILVO 85 jaar veredeling. Het onderzoeksinstituut heeft dan ook een hele reeks veredelingsprogramma’s lopen in verschillende landbouwgewassen, zoals grassen, klavers, groenbedekkers, cichorei en soja. In grassen werden echter wel de meeste rassen verworven, waarvan elk zijn unieke kenmerken heeft. Dit lijkt ons een reden voor een interview. BU-manager Marianne Malengier en stonden ons graag te woord.

Onder een bloedhete zon voltrok de eerste dag van de beurs van Libramont zich. Dieren en mensen probeerden de warmte het hoofd te bieden, terwijl de beurs zijn gewone gang ging: met zakelijke gesprekken, hartelijke ontmoetingen, véél informatie en lokaal lekkers.

Sire, er zijn nog landbouwers. Velen onder hen zakten vandaag af naar het uiterste zuiden van België, voor de 84ste editie van de beurs van Libramont. Als thema stelde de organisatie de vraag: Wie voedt morgen onze steden? Vandaag maken ze duidelijk dat dat wel degelijk de traditionele landbouwers zijn, maar dat er ook een rol is weggelegd voor stadslandbouwers.

Stadslandbouwprojecten, ze schieten uit de grond als champignons in de herfst. De voordelen zijn veelbesproken. Ze zouden op economisch, ecologisch en sociaal vlak hun nut bewijzen. Maar zijn al die projecten wel een lang leven beschoren? Kan het aanzien worden als degelijk verdienmodel, of eerder als hype die mettertijd terug overwaait?

De organisatoren van de beurs van Libramont kiezen elk jaar een thema. Daarbij kijken ze vooral naar de toekomst. Die staat of valt met de dialoog tussen landbouwers en consumenten, waarbij ieder rekening houdt met de verwachtingen en eisen van de ander. Om het contact met de consument in de stad te verbeteren ziet de organisatie mogelijkheden in stadslandbouw.