Diependaele bezoekt melkveehouder
Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) bezocht op 13 maart de boerderij van Dries Maenhout en Brenda Dewinter in Poeke (Aalter). Samen met de lokale N-VA-fractie en Oost-Vlaams gedeputeerde David Coppens nam hij een kijkje bij de mestvergister en stikstofstripper op het varkens- en melkveebedrijf.

Dries en Brenda investeerden in 2023 in een pocketvergister voor het opwekken van stroom uit mest. Door de nabewerking met een stripper-scrubber halen zij ook stikstof uit het digestaat en door de hygiëniatie van de mest kan hun dikke fractie beter gevaloriseerd worden. Die installatie is al 1 maand operationeel.
De dikke fractie wordt verwarmd tot 70° C zodat alle kiemen geneutraliseerd worden. Daardoor kan deze fractie ingezet worden door bijvoorbeeld tuinaannemers of particulieren. Dries hoopt vooral dat er op Europees beweging komt in het renure-dossier, zodat het vloeibare digestaat niet langer als dierlijke mest maar als kunstmest kan gevaloriseerd worden. Daarvoor rekent hij op de steun van de Vlaamse minister-president, hoewel die op Europees niveau weinig in de pap te brokken heeft. Dries hoopt voorts dat de Vlaamse minister-president geen stokken in de wielen steekt als minister van Landbouw en Omgeving Jo Brouns zijn voorstel op tafel legt om het vergunningstraject voor pocketvergisters te versoepelen. Dat voorstel is er nog niet, stelt Matthias Diependaele in Poeke.
Eerste stikstofstripper
De familie Maenhout-Dewinter was begin 2023 het eerste bedrijf in Vlaanderen dat een vergunning kreeg voor de installatie van een pocketvergister met een stikstofstripper. Het bedrijf kreeg hiervoor een VLIF-innovatiesubsidie en een bijdrage uit het PAS-innovatiesteunfonds van Boerenbond. Nog is de innovatiedrang van Dries niet bekoeld. Het vloeibare effluent dat overblijft uit de stripper wil hij inzetten als sproeiwater voor een mestschuif. Door te proberen dat op de lijst van het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij (WeComV) te krijgen, hoopt Dries dat er in Vlaanderen wat ten goede zal veranderen voor het grotere verhaal van pocketvergisters met nabewerking en renure.
Daarnaast plant hij nog het plaatsen van extra zonnepanelen en een boerderijbatterij. Hij droomt bovendien nog van de bouw van 2 kippenstallen, maar daarvoor botste hij in het verleden vanwege een als monument beschermd molen-landschap op een ‘njet’ van het Agentschap Erfgoed, het agentschap dat in de vorige legislatuur geleid werd door Matthias Diependaele. Voorts wil hij zijn bedrijf zoveel als mogelijk automatiseren. Hij heeft reeds melkrobots met gestuurd koeverkeer en een aanschuifrobot en verneveling en ventilatie in de koeienstal die automatisch gestuurd wordt.
Wachten op Europa voor renure
De aanpak van Dries Maenhout is uniek in Vlaanderen. In de stal van het melkvee heeft hij een gesloten stalvloer waarbij de vloeibare urine in gleufjes afloopt en de vaste mest wordt opgehaald door een (voorlopig) klassieke mestschuif. De mest gaat naar de pocketvergister die met 2 motoren warmte en elektriciteit produceert. De mest wordt dan met de restwarmte van de vergister gehygiëniseerd en gescheiden dankzij een centrifuge. Daarna gaat de dunne fractie naar de stripper-scrubber. Daar verandert de ammoniak na opwarming en door toevoeging van zwavelzuur in ammoniumsulfaat. Dat restproduct zou Dries graag als renure (kunstmestvervanger) gebruiken of verkopen, maar dat kan pas wanneer Europa groen licht geeft om dat niet langer als dierlijke mest te beschouwen.
Niet alles wordt bepaald door Europa. Het ammoniumsulfaat wordt beschouwd als vloeibare meststof en de Vlaamse regels bepalen dat hij enkel vaste mest kan verkopen aan particulieren. Een reden waarom dat niet mag, kan de veehouder uit Poeke niet bedenken. Daarvoor verwijst Diependaele meteen naar de minister van Landbouw en Omgeving. “Ik zal Jo Brouns eens naar Poeke sturen”, zegt hij met de glimlach.
Oplossing voor veel problemen
De installaties op het veebedrijf van Dries en Brenda zien er heel hoogtechnologisch uit, wat niet altijd strookt met het beeld van de veeteelt dat de bezoekers hebben. Ook minister Diependaele is onder de indruk. “Deze familie heeft op eigen houtje een heel systeem ontwikkeld dat voor heel wat problemen een oplossing biedt. Dat vind ik fantastisch ondernemerschap. Dit is exact wat we met deze regering nog meer willen ondersteunen”, zei de minister-president na afloop. Hij vroeg zich ook luidop af waarom deze technieken niet meer gekopieerd worden bij andere veehouders in Vlaanderen.
Diependaele maakt inzake stikstof-aanpak graag de vergelijking tussen Vlaanderen en Nederland. “Nederland wil proberen om Europa ervan te overtuigen dat er inzake stikstof een heel andere aanpak nodig is in dat land. Als dat lukt, zou dat misschien fantastisch zijn, maar wij hebben voor Vlaanderen een andere aanpak. Vlaanderen kan aantonen dat ons PAS-decreet werkt. Bovendien willen we op termijn gaan van een depositie- naar een emissiebeleid. Dat sluit heel wat discussies uit. Nu hebben we het soms over grensoverschrijdende deposities en met een emissiebeleid moet elke regio zijn eigen emissieproblemen aanpakken. Maar dat emissiebeleid kan enkel als het juridisch robuust en wetenschappelijk onderbouwd is.”
Michael Ally, de N-VA-schepen van Landbouw in Aalter, kijkt tevreden terug op het bezoek met de Vlaamse minister-president. “Ik zag veel gemeende interesse bij Matthias Diependaele. Tegelijk willen we af van het beeld dat gecreëerd is van de N-VA als anti-boerenpartij. Met het stikstofdecreet hebben we de maatregelen genomen die strikt noodzakelijk waren om ruimte te creëren voor vergunningen voor jonge, ondernemende boeren als Dries en Brenda”, besluit Ally.