Schapenhouder meet de schade op van rampjaar 2024
Bijna de helft van zijn kudde verloren, een spaak gelopen lammerseizoen en een flink kostenplaatje: schapenhouder John Vermetten draagt de gevolgen van een seizoen getekend door de dierziekte blauwtong. Hij wacht met een bang hart het nieuwe seizoen af. “Als er terug 100 dode schapen vallen, geef ik het onderhand op.”

De schapen van John Vermetten lopen deze keer vrolijk rond in de zon. Wanneer de schapenhouder uit Hoogstraten ze bij zich roept, lopen de ooien met hun lammetjes al blatend naar hem toe.
Dat was vorige zomer anders. Uitgemergeld door blauwtong zaten de dieren lusteloos en stilletjes in het gras. John vertelde Landbouwleven in augustus hoe de dierziekte zijn kudde in de greep hield. Hij had toen al meer dan 50 schapen verloren aan het virus. Uiteindelijk staat de teller op 110 dode schapen van een kudde van oorspronkelijk 250 dieren. Door blauwtong heeft John dus bijna de helft van zijn kudde verloren.
Lammerseizoen
Blauwtong had echter ook een enorme impact op het lammerseizoen dat – eindelijk – op zijn einde aan het lopen is.
“Ik schat dat er minimaal 150 lammeren minder geboren zijn door de gevolgen van blauwtong. Van de 24 rammen blijven er bijvoorbeeld maar 5 over. Een aantal lammetjes zijn ook geboren met geboortedefecten, zoals kromme poten. Dat ziektebeeld is vergelijkbaar met het Schmallenbergvirus.”
Nog een bewijs dat 2024 allesbehalve een normaal seizoen was: de dag voor ons bezoek is er nog een zwart lammetje geboren en 2 ooien zijn nog drachtig. Normaal gezien is John halverwege december klaar met lammeren. “Voor mijn kudde is het echt ongekend dat er nu nog schapen moeten lammeren. Er zit een verschil op van 4 maanden met een normaal seizoen.”
Sponzen is mislukt
De 2 nog drachtige ooien zijn pas in januari gedekt. John liet zijn rammen langer bij de ooien staan dan normaal om toch nog het onderste uit de kan te halen van dit lammerseizoen. “Het sponzen van de zomer viel juist tijdens het hoogtepunt van de blauwtongepidemie.”
Een hormoonspons wordt 2 weken lang in het geboortekanaal van ooien geplaatst. De hormonen stellen de eisprong uit. Als je de spons op hetzelfde moment voor alle schapen verwijdert, synchroniseer je de eiersprong en dus de bronst voor de ooien in je kudde. Een van de symptomen van blauwtong is echter onvruchtbaarheid. Het sponzen was dus voor niets.
“Het is schandalig dat er geen schadevergoeding van de Vlaamse overheid komt.”
Gevolg van het mislukte sponzen voor John: een lammerseizoen dat normaal in 1 maand geconcentreerd is, was nu verspreid over 4 maanden. Dat was een slopende karwei voor John, die ernaar streeft om bij de worp van al zijn lammeren aanwezig te zijn.
John wil de lammercyclus zo snel mogelijk rechttrekken. Daarvoor moeten de ooien in juli al terug klaar kunnen zijn om te sponzen. Die deadline is moeilijk om te halen nu er nog steeds lammeren bij hun moederdier in de weide staan. De schapenhouder geeft dan ook zo snel mogelijk krachtvoer aan de lammeren. “Ik wil ze zo snel mogelijk op gewicht krijgen, zodat ze afgespeend kunnen worden.”
Streep door de rekening
Blauwtong betekende voor John een flinke streep door zijn rekening. Hij schat 80.000 euro verlies geleden te hebben dankzij het rampjaar 2024.
“Ik ben de rammen en ooien die gestorven zijn aan blauwtong verloren, maar ook de potentiële lammeren die niet geboren zijn. Daar moet je nog de kosten van het sponzen bij tellen, dat me niks heeft opgebracht en het scheren van de schapen die uiteindelijk aan blauwtong stierven – wol brengt tegenwoordig niets meer op. Scheren kost je eerder tot 10 euro per schaap. Daar komen ook nog eens de kostprijs van de blauwtongvaccins en de extra bezoeken van mijn dierenarts bij.”
De schapenhouderij noemt John zelf een uit de hand gelopen hobby. In hoofdberoep is hij een aannemer met een bouwbedrijf. Dat vangt de kosten voor een deel op, maar het blijft een moeilijk te slikken verlies. “Daarom dat het zo schandalig is dat er geen schadevergoeding van de Vlaamse overheid komt. De Waalse minister van Landbouw kan blijkbaar wel geld vinden voor hun veehouders, waarom dan niet voor de Vlaamse? Onze jaarlijkse bijdrage aan het Sanitair Fonds dient toch juist voor zoiets als blauwtong? Of gaan die dikke nekken daarmee uit eten misschien?”
Vaccins te pakken gekregen
Schapenhouders in België moeten hun schapen dit jaar verplicht tegen blauwtong vaccineren. De deadline is 1 juni. Tegen dan moeten alle schapen de nodige prikjes gehad hebben.
John was er vroeg bij. Een maand geleden vaccineerden hij en zijn dierenarts al zijn schapen tegen blauwtong serotype 3 en 8. Door moeilijkheden bij de levering van vaccins slagen veel andere schapenhouders er echter niet in om hun dieren te vaccineren. Volgens de laatste cijfers zijn 46% van de schapen gevaccineerd tegen BTV 3 en slechts 4% tegen BTV 8. “Ik ben blij dat het mij gelukt is, maar ze moeten maken dat er genoeg vaccins zijn voor iedereen. De overheid heeft anderhalf jaar tijd gehad om ervoor te zorgen dat er genoeg vaccins zijn om alle dieren voor de deadline te injecteren.”
De veearts van John had zijn best gedaan om ondanks het gebrek aan vaccins zo snel mogelijk beide vaccins te pakken te krijgen, geeft hij aan. “Hij had na vorig jaar nog iets goed te maken, maar mijn veearts durft nog steeds niets te beloven.”
Vorig jaar was John op aanraden van zijn dierenarts een van de eersten die zijn schapen vaccineerden met het Spaanse Syvazul BTV 3. Dat was het eerste vaccin tegen BTV 3 dat toen in België op de markt toegelaten werd. Zijn dierenarts moest echter al snel op zijn woorden terugkomen. Het virus hakte alsnog genadeloos in op de schapen van John.
Waarom is de kudde van John vorig jaar zo hard getroffen? Hij veronderstelt dat het Spaanse vaccin te snel op de markt gelaten werd en dat het niet zo effectief is. “We kozen dit seizoen daarom voor een ander vaccin.” Het grote aantal slachtoffers in zijn kudde zal ook te maken hebben met de ligging van de weides van John aan een waterkant. De rivier de Mark kabbelt langs de velden waar Johns schapen grazen. De straat in zijn adres heet niet voor niets de Watermolenweg. Zo’n vochtige omgeving is de ideale broedplaats voor knijten. Bij warm weer zie je ze volgens John in grote zwermen rondvliegen. Of werd hij in snelheid gepakt en vaccineerde hij – net zoals de meeste andere veehouders – toch te laat, waardoor zijn schapen niet op tijd immuun waren tegen het blauwtongvirus? “Ik stel me nog altijd veel vragen over vorig seizoen.”
Zal een ander vaccin dit jaar soelaas bieden? “Ik ben een enorme liefhebber van de schapenhouderij, maar als er terug 100 dode schapen vallen, geef ik het onderhand op.” Veel schapenhouders zijn er het voorbije jaar volgens John al mee gestopt. “Een paar jaar slechte prijzen voor wol en vlees, en dan nu die ziekte zonder tussenkomst van de overheid. Een schapenhouder zou er voor minder de brui aan geven.”
Veel vragen over komend seizoen
Twee weken geleden gingen de laatste schapen voor de zomer de weide op. John kan nu de schapenstal eens goed uitmesten en klaarzetten voor een nieuw seizoen. “Liefst had ik volgende winter terug een volle stal, maar er zijn dit jaar niet genoeg lammeren geboren om de kudde terug aan te vullen.” Of hij in de (nabije) omgeving genoeg vervangers voor dode schapen kan vinden, is ook nog onduidelijk. Hij is natuurlijk niet de enige schapenhouder waar blauwtong door de kudde raasde.
Het nieuwe seizoen is er dus nog een met veel onzekerheid. “Gaan de knijten terugkomen? Werken de vaccins zoals gehoopt? Hoe zal het lammerseizoen in het najaar verlopen?” John wacht met een bang hart de volgende januari af. Dan weet hij of blauwtong terug zijn tol heeft geëist in zijn kudde.