Startpagina Actueel

Stikstofdecreet vergt stalregistratie, maar zonder continue dierregistratie

Op 24 april besprak de Vlaamse commissie voor Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke ordening het uitstel van de stalregistratie in Vlaanderen. Veel landbouwers zijn bezorgd over de impact ervan op milieudoelstellingen en de rechtszekerheid. De stalregistratie is een cruciaal onderdeel van het Stikstofdecreet.

Leestijd : 3 min

Landbouw- en leefmilieuminister Jo Brouns (cd&v) repliceerde in de commissie op een verbaal spervuur van diverse commissieleden, uit zowat alle hoeken, in verband met een recente communicatie van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) inzake de stalregistratie.

Opgenomen in Stikstofdecreet

In de hoop de situatie te kunnen verduidelijken, gaf Jo Brouns een overzicht om te verhelderen hoe de vork in de steel zit.

De registratie, gespecificeerd per stal, is ingeschreven in het Stikstofdecreet. Met name artikel 72 en 73 van het decreet vragen om per diercategorie en gespecifieerd per stal het gemiddelde aantal dieren te registreren. Dit dient om het stikstofmodel accurater te maken. Op basis van deze passage heeft de VLM nagedacht hoe ze uitvoering kon geven aan deze passage. Hierover werd op 8 april gecommuniceerd.

In het bericht stond te lezen dat de Vlaamse overheid de stalemissies beter in kaart wil brengen. Men kan volgens Brouns lang discussiëren over de zin of de onzin, over de kosten en de baten van deze oefening, maar dat is wat in het Stikstofdecreet staat. Verder werd aangegeven dat zo’n gemiddelde bezetting genoteerd moet worden via een maandregister of een veranderingsregister, waarbij alle wijzigingen in bezetting worden genoteerd. Dat laatste is, wat Brouns betreft, geen correcte lezing van het Stikstofdecreet. De minister vindt het belangrijk hierbij stil te staan. “Omdat de indruk werd gewekt alsof ik hiermee het stikstofbeleid zoals afgesproken en conform het decreet, zou ondergraven. Dat is allerminst het geval.”

Veranderingsregister is tegenstrijdig met vereenvoudiging

Een veranderingsregister vraagt letterlijk aan landbouwers dat ze telkens wanneer een koe van locatie verhuist, dat melden aan de overheid. Dat betekent bijvoorbeeld: mijn koe heeft een kwetsuur en samen met de veearts moet ik de overheid informeren. Of: mijn koe wordt gemolken in een andere stal en ik moet dat melden aan Brussel. Of: een kalfje verhuist van leeftijdsgroep en ik moet pen en papier nemen. Deze gedetailleerde invulling van hoe een registratie zou moeten gebeuren heeft minister Brouns in overleg met zijn diensten dezelfde dag nog gecorrigeerd.

Brouns benadrukt dat in het regeerakkoord het woord ‘vereenvoudiging’ meer dan 20 keer voor komt. Hij denkt dat geen week, geen maand voorbijgaat zonder dat men in het Vlaams Parlement, over alle bevoegdheden heen, de grote verzuchting van onze samenleving horen: vereenvoudiging, vereenvoudiging, vereenvoudiging. Hij zegt dat dit uitgangspunt voor hem ook onverminderd geldt voor onze landbouwers.

Omslag naar emissiebeleid

De aanleiding van deze oefening is het Stikstofdecreet. Brouns verduidelijkt dat in de huidige modellen een berekende emissie per bedrijf wordt bepaald, met een centraal emissiepunt op de bedrijfssite en dan wordt een pluim berekend. Deze emissiepluim kan neerslaan en een depositie krijgen tot 20 km verder. Dat is een van de redenen waarom Brouns meer gelooft in een emissiebeleid dan in een depositiebeleid. Voor bedrijven die dichter bij een beschermd, kwetsbaar natuurgebied liggen, kan het modelmatig een verschil maken of het emissiepunt op de ene stal dan wel op een andere stal komt te liggen. Daarom is in het decreet opgenomen dat landbouwers hun gemiddelde veebezetting, en dus de gemiddelde jaaremissies, moeten specificeren per stal. Zo kunnen de diensten de verschillende pluimen per stal tekenen en kan de impact iets kleiner of groter zijn dan in het originele model. Deze modelmatige benadering – herhaalt Brouns – is de essentie van het fundamentele debat. Dat kwam ook aan bod bij de recente Vlaams-Nederlandse top. “Indien we uit dat stikstofmoeras willen geraken, zullen we het depositiemodel moeten loslaten en de omslag moeten maken naar een emissiebeleid. Dit is voor mij het zoveelste bewijs”, zegt de minister.

Kafka vermijden

Net zoals elke parameter in het stikstofmodel worden cijfers gestandaardiseerd. Het heeft in de visie van Brouns weinig nut om één bepaalde parameter, het gedetailleerde emissiepunt, maandelijks of zelfs meerdere keren per dag te bepalen. Veehouders hoeven niet continu het exacte aantal dieren per stal te tellen of een register in te vullen bij elke verplaatsing van een dier. Dat is pure kafka. Maar een vorm van registratie blijft volgens hem nodig al kan de manier waarop eenvoudiger: eens per jaar inzicht geven in de gemiddelde bezetting van het aantal dieren per diercategorie per stal. Dat lijkt Vlaams minister Brouns voor Landbouw en Leefmilieu een beter evenwicht tussen accurate modellen en administratieve lasten.

Fons Jacobs

Lees ook in Actueel

Schapenhouder meet de schade op van rampjaar 2024

Schapen Bijna de helft van zijn kudde verloren, een spaak gelopen lammerseizoen en een flink kostenplaatje: schapenhouder John Vermetten draagt de gevolgen van een seizoen getekend door de dierziekte blauwtong. Hij wacht met een bang hart het nieuwe seizoen af. “Als er terug 100 dode schapen vallen, geef ik het onderhand op.”
Meer artikelen bekijken