Startpagina Groenten

Paul van den Elzen (NL): ‘Onze prei gaat met het vliegtuig naar de VS’

Van den Elzen Vegetable Innovators uit Uden is een Nederlands vollegrondsgroentebedrijf dat onder meer levert aan Duitsland, aan Oost-Europese landen, Scandinavische landen en zelfs aan de Verenigde Staten. Het bedrijf is volledig gespecialiseerd in de teelt van prei en teelt dat gewas op een kleine 300 ha. Directeur Paul van den Elzen: “Wij zijn marktleider in de EU en kunnen de markt jaarrond voorzien van een kwaliteitsproduct.”

Leestijd : 7 min

Al is Van den Elzen Vegetable Innovators marktleider in de EU en levert het bedrijf zelfs aan de Verenigde Staten (VS), directeur Paul van den Elzen is de bescheidenheid zelve. “Het liefst loop ik buiten op het land. Buiten zijn vind ik heerlijk.” En al ben je groot als bedrijf, soms kan het nog behoorlijk tegenzitten. Zo waren de landerijen rondom Uden in de herfst van 2023 en winterseizoen 2023/2024 door de vele neerslag zeer slecht begaanbaar en drassig. Van den Elzen: “Dat was echt een moeilijk jaar. Wij moeten natuurlijk continu kunnen leveren. Wij hebben wel wat prei op voorraad natuurlijk, maar na 3 tot 4 weken moeten ook wij het land weer op om onze afnemers van prei te kunnen voorzien. En als dat dan vrijwel onmogelijk is, daar word je niet vrolijk van. Bovendien rij je met zulk drassig weer ook nog eens de bodemstructuur kapot. Als wij dan met onze Challenger-rupstractor met Asa-Lift-preioogstmachine het land niet meer op kunnen komen en moeten overschakelen op handmatig prei trekken, dan rijzen de loonkosten de pan uit natuurlijk.” In totaal heeft het Brabantse bedrijf 150 man personeel.

De oogst gebeurt met een Challenger-rupstractor met Asa-Lift-preioogstmachine.
De oogst gebeurt met een Challenger-rupstractor met Asa-Lift-preioogstmachine. - Foto: Van den Elzen

Begonnen met 2 ha

Op de januari-ochtend van onze reportage is het grijs en koud buiten. Het vriest nog enigszins en er liggen nog sneeuwresten. Van den Elzen: “Nu is het weer niet geschikt om prei te oogsten, maar zodra vanmiddag het zonnetje erdoor komt, dan gaan we weer aan de slag. De bedoeling is om komende dagen zo'n 10 ha te oogsten.” Als het te koud is en je oogst de prei, dan heb je volgens de teler grote kans op bladbreuk en smetten bovenin bij de bladeren. Tevens kun je de prei dan vrijwel niet schoon krijgen. Het telen zit de familie Van den Elzen écht in het bloed. Vader was tuinder en 2 broers van Paul namen het ouderlijk bedrijf over. “Ik ben 37 jaar geleden voor mijzelf begonnen en wel met 2 ha prei. Verder teelde ik nog augurken, asperges en bospeen, maar als je grotere en duurdere machines wil kopen voor een teelt, dan moet je wel specialiseren. Verder geldt: als je vervolgens in dergelijke dure machines investeert, dan moet je ook wel bij die teelt blijven."

Rond 2004 zat de preiteler al op zo'n 100 ha en haalde hij zijn eerste supermarkt – de Nederlandse keten Jumbo – binnen. Dat was op zich niet zo vreemd, aangezien het Jumbo-hoofdkantoor op slechts 10 km afstand van Van den Elzen Vegetable Innovators ligt. Sinds die tijd ging het snel. Momenteel teelt het Brabantse bedrijf op een kleine 300 ha prei. “Door de enorme schaalvergroting en de huidige opslagcapaciteit van 3 miljoen kg kunnen wij nu 52 weken per jaar leveren aan onze afnemers. Als je dus ergens in Europa bij de Jumbo of Lidl koopt, dan heb je grote kans dat je prei eet van Van den Elzen. Zijn prei ligt in Nederland overal in de schappen, maar ook in Duitsland, in Oost-Europese landen, Scandinavische landen en zelfs in de VS. Van den Elzen: "Hiervoor komen zelfs speciale controleurs van Amerikaanse instanties naar ons toe om de prei die naar Amerika gaat, eerst te keuren. Deze prei gaat op pallets met het vliegtuig naar de VS."

Betere vermarkting reststroom

Op jaarbasis levert het bedrijf zo’n 14 miljoen kg prei aan haar afnemers. Om dit te kunnen bewerkstelligen maakt Van den Elzen gebruik van speciale lente-/zomer-, herfst- en winterpreirassen. “Wij moeten zorgen voor een continue stroom van kwalitatieve prei richting onze afnemers.” De prei gaat naar supermarkten zowel als snijderijen, verwerkers, exporteurs en handelaren. Naast de 14 miljoen kg prei die geproduceerd wordt, blijft er ongeveer nog zo’n 7 miljoen kg bladafval en wortelpruikjes over. “Ik ben naarstig op zoek naar mogelijkheden om deze reststroom van bladafval een betere bestemming te geven dan nu. Ons preiblad zit vol met kostbare stoffen, zoals oliën en eiwitten. Nu wordt dat als veevoer afgevoerd, maar dat kost meer geld dan dat het wat oplevert.”

Naast de 14 miljoen kg prei die geproduceerd wordt, blijft ongeveer nog zo’n 7 miljoen kg bladafval en wortelpruikjes over. De preiteler zoekt naar mogelijkheden om deze reststroom een betere bestemming te geven.
Naast de 14 miljoen kg prei die geproduceerd wordt, blijft ongeveer nog zo’n 7 miljoen kg bladafval en wortelpruikjes over. De preiteler zoekt naar mogelijkheden om deze reststroom een betere bestemming te geven. - Foto: DvD

Daarom doet Van den Elzen Vegetable Innovators onderzoek naar de mogelijkheden. Er zou van de preibladeren bijvoorbeeld een vleesvervanger gemaakt kunnen worden, papier of een mestkorrel (als bodemverbeteraar). Een speciaal onderzoeksbureau is nu aan het kijken wat de mogelijkheden zijn. “Het probleem is echter dat het verwerken van het overtollige preiblad tot iets anders heel veel energie kost en dan is het niet meer rendabel. Dus makkelijk wordt het niet.”

Van de kleine 300 ha waar Van den Elzen op teelt, is zo’n een derde zijn eigendom. De rest zijn huurgronden. Dit jaar gaat de Udense preiteler waarschijnlijk geen grond bijkopen. “Grond bijkopen heeft weinig zin, dan moet er eerst meer afzet zijn. Pas als er een markt voor is, ga ik extra product telen.” In plaats van in grond, zal de ondernemer investeren in extra opslagcapaciteit, en dat niet zonder reden.

Meer opslag, meer zekerheid

Zoals gezegd waren in de herfst van 2023 en in het winterseizoen 2023/2024 de landerijen rondom Uden door de vele neerslag zeer slecht begaanbaar en drassig. Van den Elzen: “Het ging nog net goed wat betreft het continu kunnen leveren volgens afspraak aan onze afnemers. Om echter het risico uit te sluiten dat we niet tijdig volgens afspraak kunnen leveren, gaan wij 2 hallen bijbouwen. Iedere hal beslaat een oppervlakte van 0,5 ha, dus 1 ha in totaal.” Eén hal wordt een extra bewaarschuur. Daardoor heeft de preiteler in plaats van maximaal 4 weken voorraad, straks tot 8 weken voorraad klaarliggen. In totaal zal er dus opslag mogelijk zijn voor 6 miljoen kg prei. Van den Elzen: “En dat is niet alleen een voordeel als je het land niet op kunt als gevolg van natte omstandigheden, maar ook tijdens eventuele langere vorstperiodes.”

De hal naast de opslaghal wordt een nieuwe verwerkingshal. In deze hal wordt de prei onder meer bijgetopt en gewassen, worden de worteltjes bijgesneden en de bladpunten bijgepunt door middel van een watersnijder. Deze Duitse KMT-watersnijder is overigens een hele bijzondere machine. De bovenbladeren van de prei worden aan 3.800 bar afgesneden. De voordelen daarvan vergeleken met de bladtoppen snijden, is dat het veel hygiënischer is (minder kans op bacteriën) en daardoor veel minder kans op het zogeheten ‘smetten’. Van den Elzen is een van de weinigen in de wereld die dit toepast bij prei.

Deze KMT-watersnijder snijdt aan 3.800 bar waterdruk de bovenbladeren van de prei af.
Deze KMT-watersnijder snijdt aan 3.800 bar waterdruk de bovenbladeren van de prei af. - Foto: DvD

In de nieuwe verwerkingshal komen ook nieuwe technieken, zoals robots die de kisten automatisch opstapelen en ontstapelen vanuit de rolcontainers en eventueel ook een robot voor het automatisch leeghalen van de preirekken. Ook gaan deze robots alle pallets op klantniveau wegzetten. Van den Elzen: “We zijn leveranciers van robots aan het inventariseren, maar de Duitse bedrijven hebben in ieder geval mooie robots.” Het probleem bij de zoektocht naar de juiste robots en naar andere toestellen is dat prei natuurlijk geen mooi schoon en droog product is, maar dat het vochtig is (en dat er in de beginfase van de verwerking nog zand aan zit). Vandaar dat de preiteler ervoor kiest om eerst de hal voor 3 miljoen kg extra opslag te zetten en dat hij dan, zodra de juiste robots en andere machines gevonden zijn, pas de verwerkingshal gaat bouwen.

Zo goed als biologisch

Van den Elzen Vegetable Innovators is niet biologisch, dus niet SKAL-gecertificeerd, maar werkt wel vrijwel biologisch. De prei wordt dus bijna niet met gewasbeschermingsmiddelen bespoten. Van den Elzen: “Wij bestrijden al sinds jaren het onkruid mechanisch. Wij gebruiken bijvoorbeeld onkruidschoffelmachines van Steketee. Met deze machines gaan wij in het onkruidseizoen (van april tot november) wekelijks over het land.” Het niet meer inzetten van herbiciden heeft nog een aantal voordelen volgens hem. Zo krijgt de prei zelf geen terugslag meer, wat soms wel gebeurt na gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De kans op beschadigingen aan de prei is ook vele malen kleiner. “Verder heeft wekelijkse mechanische onkruidbestrijding ook als voordeel dat je wekelijks zicht hebt op je product, of het goed gaat”, aldus de preiteler. “En je woelt met de onkruidbestrijdingsmachine ook iedere keer de toplaag los, zodat er voldoende zuurstof in de grond komt. Ook het bodemleven (insecten en wormen) blijft hierdoor actief en het water zakt bij stortbuien makkelijker de grond in.” Om echt gecertificeerd biologisch te worden, moet het bedrijf nog wel wat stappen nemen, aldus Van den Elzen. “Maar als het echt noodzaak wordt, dan kost het niet heel veel moeite meer.”

Voorkom concurrentievervalsing

Volgens Van den Elzen moet de Europese Unie (EU) eens goed gaan nadenken over de toekomst van de agrarische en tuinbouwsector, aangezien we natuurlijk al met 8 miljard mensen op deze aarde zijn. “De EU moet voedselproducenten veel meer koesteren. Ze zitten nu veel te veel ‘dwars’. Er zal alleen maar meer voedsel moeten komen om al die monden te voeden. Ik maak mij ook zorgen over de vergrijzing in onze sector en over het feit dat zo weinig opvolgers het bedrijf willen overnemen.”

Hij stoort zich ook mateloos aan het feit dat in West-Europa bedrijven op allerlei wijzen ontmoedigd worden om (meer) te produceren en dat ze zelfs subsidies krijgen om te stoppen. “Terwijl je in Oost-Europa volop subsidies kunt krijgen om te beginnen met een agrarisch bedrijf en je er geen strobreed in de weg gelegd wordt. Pure concurrentievervalsing is dat.”

Al is Van den Elzen marktleider in de EU, dat betekent niet dat hij op zijn lauweren kan rusten. “Wij moeten extreem goed onze kostprijs in de gaten houden. Soms moeten wij besparingen tot op tienden van centen doorvoeren om concurrerend te blijven. De loonkosten bedragen zo’n 40% van onze kostprijs en de lonen zijn in Nederland relatief gezien natuurlijk ook hoog. Om concurrentievervalsing te voorkomen, zou de EU de subsidies aan Oost-Europa moeten afschaffen. Het kunstmatig stimuleren en in leven houden van agrarische bedrijven in Oost-Europa werkt niet.”

Inmiddels heeft Van den Elzen ook al mogelijke opvolgers die het roer in de toekomst over gaan nemen. Dochter Martje heeft alvast interesse. Ze heeft ook haar opleiding erop afgestemd. “En er is ook personeel dat interesse heeft. Hoe het uiteindelijk zal gaan lopen, dat zien we de komende jaren wel.”

Dick van Doorn

Lees ook in Groenten

Meer artikelen bekijken