Startpagina Tuin

Simpel snoeien in de siertuin

Een tuin is volop genieten... maar soms ook een beetje stressen, want hoe zat dat nu ook alweer met dat snoeien? Welke planten moeten op welke manier gesnoeid worden? Zijn er ook planten die niet gesnoeid moeten worden? Mag men ook snoeien in het groeiseizoen? Hoe kan ik mijn planten het best laten bloeien? Kortom: heel wat vragen, waar soms ook de meer ervaren tuiniers wel eens mee worstelen. Maar met gezond boerenverstand en enkele algemene snoeiregels kan er weinig fout gaan.

Leestijd : 4 min

Niet alle planten moeten (jaarlijks) gesnoeid worden. Als we in de natuur rondkijken, merken we dat bomen en struiken heel goed groeien en gezond blijven zonder snoei.

In de tuin daarentegen, waar planten op een kunstmatige manier op een beperkte oppervlakte worden samengebracht, zullen de meeste planten wel gesnoeid moeten worden om te voldoen aan onze ‘tuinverwachtingen’. Zo zal een Thuja-conifeer (levensboom) die als solitair aangeplant wordt niet of nauwelijks hoeven gesnoeid te worden, in tegenstelling tot diezelfde conifeer die als haagplant wordt aangeplant en dus meermaals per jaar zal moeten worden gesnoeid. De gouden snoeiregels van de goede tuinier luiden: ‘Snoei nooit zonder reden’ en ‘Beter te weinig snoeien dan te veel’.

Enkele algemene snoeiregels

• Snoeien verstoort de energiebalans van de plant. Iedere plant zal na de snoei een groeireactie geven om het evenwicht weer te herstellen. Met de juiste snoeiwijze en het juiste tijdstip kan je deze groeireactie sturen.

• Door het wegnemen van hout boven een groeiknop of -scheut buigt de energiestroom (sapstroom) af naar die knop of scheut. Hoe sterker de snoei, hoe sterker de groeireactie die erop volgt.

• Van tegen elkaar schurende takken wordt er 1 weggesnoeid of de takken worden uitgebogen, zodat ze niet meer schuren. Jonge takken kunnen gemakkelijk uitgebogen worden door ze met een touw aan een andere tak vast te maken. Dit is vooral van belang bij de vormsnoei en bij het vormen van de gesteltakken.

• Wanneer een tak de hele boom of struik uit zijn evenwicht brengt, wordt die het best verwijderd of ingekort (opgelet: kort insnoeien geeft krachtige hergroei).

• Bij veredelde struiken en bomen moeten de takken die uit de onderstam groeien (wildopslag) tot tegen de stam worden weggesnoeid. Veredelde planten mag je nooit terugsnoeien tot onder het veredelingspunt.

• Zieke en dode takken worden verwijderd om de plant gezond te houden. Ook takken die in de zomer plots ziek worden moeten onmiddellijk tot op het gezonde hout teruggesnoeid worden. Om uitbreiding van de ziekte tegen te gaan, dient de snoeischaar na het snoeien van ziek hout gereinigd te worden met een ontsmettend product (Dettol, bleekwater, alcohol...).

• Snoeien gebeurt het best ongeveer 5 mm boven een knop. Houd rekening met de stand van deze knop. Een naar buiten gerichte knop geeft later een tak die naar buiten groeit. Omgekeerd geeft een naar binnen gerichte knop een naar binnen groeiende tak, wat vaak niet gewenst is.

• Snoei steeds met proper en scherp materiaal, zodat een gave snoeiwonde ontstaat die gemakkelijk kan dichtgroeien.

• Snoei verticaal groeiende takken steeds met een schuin snijvlak, weg van de knop. Op die manier blijft er minder makkelijk water op het snijvlak staan, waardoor er minder vlug ziektes en rotting ontstaan op de snoeistomp.

Snoeien van bomen

Fruitbomen buiten beschouwing gelaten, is het snoeien van tuinbomen niet echt moeilijk. Het allerbelangrijkste is de juiste boom te kiezen voor een bepaalde groeiplek. Wie in een kleine voortuin een plataanplant, zal vroeg of laat drastisch moeten snoeien. Wie daarentegen een bolesdoorn of een boles plant in diezelfde voortuin, zal veel minder en minder drastisch moeten snoeien. Een treurwilg zal je nooit kunnen snoeien tot een smal opgaande boom. Een zuilbeuk daarentegen zal zonder, of met een minimale vormsnoei, vanzelf uitgroeien tot een smalle, opgaande boom.

Wie met deze kennis in het achterhoofd het nodige advies vraagt bij aankoop van een tuinboom, kan volstaan met het toepassen van de algemene snoeiregels om een mooie, gezonde boom op te kweken.

Snoeien van ‘ABC(d)-bomen’

De groep van de zogenaamde ‘ABC-bomen’ bestaat uit Acer (esdoorn), Betulus (berk) en Carpinus (haagbeuk). Omdat de sapstroom bij deze bomen al vroeg op gang komt, moeten deze bomen worden gesnoeid vóór de kortste dag (eind december). Anders is de kans op ‘bloeden’ (overmatig verlies van sapstroom) te groot. Deze bomen kunnen ook worden gesnoeid in het late voorjaar, als ze al volledig in blad staan. Voor de volledigheid en omdat het perfect past in ons ezelsbruggetje, vermelden we hier ook de druif (Vitis spp . ), die tijdig gesnoeid moet worden om bloeden te vermijden.

Snoeien van sierstruiken

In onze tuinen worden struiken voornamelijk omwille van hun sierwaarde (bloei, vruchten, sierblad) aangeplant. Het tijdstip van de snoei en de snoeiwijze zijn erop gericht om maximaal van deze sierwaarde te kunnen genieten. Daarnaast gelden ook voor struiken de algemene snoeiregels.

Groep 1 Veel bladverliezende struiken die in het voorjaar of de vroege zomer bloeien – onder andere Forsythia, Philadelphus, kerria, Spiraea arguta, sierbessen en Tamarix – produceren het bloemdragende hout in het voorgaande groeiseizoen. Als dergelijke struiken niet gesnoeid worden, vormen ze veel overtollige, dunne twijgjes en bloeien ze zwak. Door de uitgebloeide takken direct na de bloei kort boven de grond weg te snoeien, wordt de vorming van nieuwe scheuten gestimuleerd. Die scheuten zullen dan het jaar nadien uitbundig bloeien.

Groep 2 Deze groep bevat voornamelijk de zomerbloeiende struiken (onder andere buddleja, Hypericum, Spirea bumalda, Potentilla, winterharde fuchsia’s en Perovskia) die bloeien op eenjarig hout. Deze struiken worden in het voorjaar (maart-april) volledig teruggesnoeid tot kort boven de grond. Deze jaarlijkse sterke groei zorgt voor groeikrachtige twijgen die nog in hetzelfde jaar rijkelijk zullen bloeien.

Groep 3 Deze groep bestaat voornamelijk uit bladverliezende struiken (onder andere magnoliahybriden, Japanse esdoorn, vele Viburnum-soorten...) die op volwassen leeftijd nauwelijks aandacht vragen. Op jonge leeftijd kan gerichte vormsnoei nodig zijn om een evenwichtige en mooi gevormde struik te krijgen. Nadien volstaan de algemene snoeiregels.

Geert Brantegem

 

Lees ook in Tuin

Goed pootgoed en de juiste rassenkeuze zijn essentieel

Tuin Wie over enkele maanden 'nieuwe patatjes' wil oogsten, moet eerst en vooral op zoek naar pootgoed. Echt dringend is het nog niet, maar wie graag een specifiek aardappelras teelt, kan maar beter niet te lang wachten om een bezoek te brengen aan het tuincentrum of de zaad- en plantgoedhandel. En hoewel het nog enkele weken te vroeg is om met de teelt van aardappelen te beginnen – behalve voor de echte primeurjagers – kan nu al wel gestart worden met het voorkiemen van het pootgoed.
Meer artikelen bekijken