Deense heffing op emissies van vee krijgt geen navolging in Europa
Jacob Jensen, de Deense minister van Landbouw, heeft de heffing die zijn land zal invoeren op de emissies van vee voorgesteld aan zijn Europese collega’s. Die geven aan dat ze het Deense voorbeeld niet zullen volgen.
Jacob Jensen heeft de Deense heffing op 9 december voorgesteld aan de andere Europese ministers van Landbouw.
Denemarken voert als eerste land ter wereld een heffing in op de emissies van vee. De Deense heffing moet zorgen voor een reductie van 1,8 tot 2,6 miljoen ton CO2 tegen 2030. De stikstofuitstoot van de Deense landbouw moet dankzij het pakket maatregelen dalen tot 13.870 ton.
Opbrengst vloeit terug naar de sector
De nieuwe heffing op de emissies van vee zal vermoedelijk 16 euro (120 Deense kronen) per ton CO2 bedragen bij de start in 2030 en oplopen tot 40 euro (300 Deense kronen) per ton in 2035. Het is de bedoeling dat de opbrengst van de nieuwe heffing terugvloeit naar de sector, om die te helpen verduurzamen.
De Deense veehouders worden niet belast op de eerste 60% van hun CO2-emissie. De nieuwe belasting geldt dus op slechts 40% van hun emissies. Het is nog niet duidelijk hoe men in Denemarken de emissie zal berekenen.
Jensen heeft zijn collega’s er niet van kunnen overtuigen om het Deense voorbeeld te volgen. De meeste andere ministers van Landbouw stellen dat de doelstellingen en de middelen niet aangepast zijn aan hun eigen situatie en landbouwmodel. Annie Genevard, de toenmalige Franse minister van Landbouw, stelde op 9 december dat haar land stimulerende maatregelen verkiest boven bestraffende maatregelen.
Lof voor onderhandelde beslissing
Christophe Hansen, de Europese commissaris voor Landbouw, gaf geen kritiek op de Deense heffing. Hij stelt wel dat de Deense aanpak heel ambitieus is, maar dat die misschien niet geschikt is voor elke lidstaat in Europa. Hij had wel lof over de manier waarop deze maatregel tot stand is gekomen, omdat bij de onderhandelingen alle partijen gehoord en erkend werden. Die aanpak wil Hansen overnemen voor andere milieu-onderwerpen op Europees niveau.
