Taxus: een haag voor het leven
Bij het begin van het plantseizoen zetten we graag de inheemse, groenblijvende en sterke ‘Taxus baccata’ in de kijker. Deze conifeer wordt meestal toegepast als haagplant of als in vorm gesnoeide solitair en houdt van ons vochtige, zachte klimaat met zijn zachte winters.

Met een minimaal onderhoud –1 tot 2 scheerbeurten per groeiseizoen – is een taxushaag perfect op vorm te houden, zij het breed of smal, hoog of laag, strak rechtlijnig of sierlijk golvend. Ook als solitaire blikvanger, zuil- of bolvormig, vierkant of rechthoekig, of als monumentale parkboom is de taxus een zeer gewaardeerde en soms wat onderschatte plant.
Botanisch
Taxus behoort tot de familie van de Taxaceae, 1 van de slechts 8 coniferenfamilies. Alle taxussoorten – men onderscheidt er 9 – zijn nauw aan elkaar verwant, sommige botanici beschouwen ze zelfs als ondersoorten of variaties van de Taxus baccata. In tegenstelling tot de bloemplanten, met 300.000 soorten, is de groep van de coniferen, met zijn nu nog ongeveer 630 soorten, een eerder beperkte groep van planten. De conifeersoorten die ons nu nog resten, zijn als het ware relicten uit een ver verleden. Ze zijn nog slechts een fractie van de soortenrijkdom die vroeger heeft bestaan.
De Taxus baccata ontstond zo’n 15 miljoen jaar geleden en is daarmee de oudste Europese boomsoort. En er is meer: taxussen kunnen ook heel oud worden. In Europa worden verschillende taxussen, afhankelijk van de bron, op een leeftijd tussen de 2.000 tot 4.000 jaar oud geschat. Dat zijn dan meteen ook de oudste bomen van Europa. De kans dat een taxushaag die men nu plant een leven lang meegaat, is dus zeer aannemelijk. Men moet wel rekening houden met een aantal minimale eisen die de plant aan zijn omgeving stelt om te kunnen uitgroeien tot een goed ontwikkelde, sterke plant.
Van levensboom tot venijnboom
De taxus wordt in het Nederlands ook wel de ‘venijnboom’ genoemd vanwege de giftige alkaloïde, taxine. Deze stof is in alle delen van de plant aanwezig, behalve in de vlezige, rode zaadmantel. Vooral hoefdieren zijn zeer gevoelig voor deze gifstof. Wees dus zeer voorzichtig, ook met het snoeisel, en zorg ervoor dat taxus steeds buiten bereik van grazende dieren wordt gehouden om dodelijke ongevallen te vermijden. Het eten van de bes met zaad kan ook voor de mens dodelijk zijn door de aanwezigheid van taxol in het zaad. Nochtans wordt het zaad, na het eten van de bes, door vogels verspreid zonder dat deze hiervan hinder ondervinden. Dit komt doordat het spijsverteringsstelsel van de vogels de zaadhuid slechts gedeeltelijk afbreken, waardoor het taxol niet vrijkomt, en de zaden na het uitscheiden door de vogels gemakkelijk kiemen.
De naam ‘venijnboom’ doet onze taxus echter weinig eer aan als je weet dat deze boom in een ver verleden de meest vereerde boom was in onze contreien. Hij werd beschouwd als de levensboom die de hemel en aarde met elkaar verbond en stond symbool voor het leven zelf. Deze verering kwam hem bij de kerstening duur te staan. Bij de overgang naar het nieuwe geloof werden heilige bomen, waaronder eeuwenoude taxussen, massaal gekapt. In de middeleeuwen was taxushout vanwege zijn superieure kwaliteit – het hout is hard en toch elastisch – zeer gegeerd voor het maken van bogen. De resterende taxussen werden bijna allemaal gekapt om er bogen van te maken. Beide feiten zorgden ervoor dat oude taxussen in het landschap zeer zeldzaam zijn.
Standplaats
Onder plantkundigen is er lange tijd onenigheid geweest of de taxus, vanwege zijn eigenaardige en sterk gereduceerde vrouwelijke kegels, wel tot de groep van de coniferen behoorde. Ook qua eisen die ze aan hun groeimilieu stellen, wijken ze af van de algemene groei-eisen van de coniferen: eerder zure grond en een zonnige standplaats. Taxussen zijn aangepast aan de schemerige ondergroei van een gemengd of coniferenbos en doen het dan ook prima in de schaduw of als haag aan de noordkant van een woning. Ook op meer zonnige plaatsen doet de taxus het echter goed. Taxus groeit bij voorkeur op kalkrijke, vochthoudende gronden met een voldoende hoog humusgehalte. Zure, natte gronden zijn niet geschikt voor het aanplanten van een taxushaag (een goed alternatief hiervoor zijn Thuya-soorten). Taxushagen houden, net als buxus, van een jaarlijkse kalkbeurt om de pH van de bodem voldoende hoog te houden.
Vermeerdering
Op boomkwekerijen wordt taxus vermeerderd door middel van zaad, hoewel het nemen van zomerstek (eind augustus afgerijpte, jaarse loten) ook een mogelijkheid is voor hobbyisten. Dit levert echter eerder weinig vertakkende, sprietig groeiende planten op. Wie zaad wil verzamelen kan het best een mooi uitgegroeide boom zoeken in een park en in het najaar de afvallende bessen verzamelen. De zaden dienen gedurende 1 jaar gestratificeerd te worden (bewaren in een bloempot gevuld met zand op een koele plek in open lucht) om de kiemrust te breken en om de houtige zaadhuid te verzwakken. Hou er echter rekening mee dat taxus tweehuizig is. Er zijn dus zuiver mannelijke bomen (die nooit bessen dragen) en vrouwelijke bomen. Voor het aanplanten van een haag speelt het feit of een plant mannelijk of vrouwelijk is verder geen rol.
Voor de professionele teelt wordt taxus gezaaid op gespecialiseerde kwekerijen die de jonge plantjes na 2 à 3 jaar doorleveren aan boomkwekerijen. Daar worden ze nog gedurende 2 à 4 jaar verder opgekweekt, vooraleer ze als jonge taxusplant te koop worden aangeboden in de handel. De plantjes zijn dan nog maar 30 tot 60 cm groot en het feit dat ze de eerste jaren zo langzaam groeien maakt ze ook wat duurder dan de doorsneehaagplant.
Eens aangeplant op hun definitieve groeiplaats in de tuin kunnen ze na het eerste jaar waarin ze wat trager groeien (doordat heel wat energie naar de wortelvorming gaat), 20 tot 25 cm per jaar groeien. Zo heeft men na enkele jaren een prachtig, dichtgroeiende, jaarrond mooi donkergroene haag die weinig onderhoud vergt en die gemakkelijk enkele generaties kan overleven.
Planttips
- Net als andere coniferen of om het even welk bladhoudend gewas gaat een taxusplant nooit volledig in winterrust. Bij droge, winterse oostenwinden zullen ze steeds onderhevig zijn aan verdamping. Het ideale planttijdstip is in de vroege herfst (september). Er worden dan nog nieuwe worteltjes gevormd voor de winter, waardoor de watervoorziening verzekerd is. Je kan de taxus ook planten in het late voorjaar (april-mei), zodat de plant direct nieuwe worteltjes kan vormen en direct aan de groei kan gaan. Dit geldt zeker voor kleinere plantjes die men soms verkoopt met blote wortel, maar is ook aan te raden voor kluitplanten.
- De ideale plantafstand voor het verkrijgen van een mooie dichte haag is afhankelijk van de grootte van de planten (30 tot 60 cm tussen de planten).
- Voor de liefhebbers van gele hagen zijn er ook gele variëteiten op de markt: Taxus baccata ‘Summergold’, Taxus baccata ‘Aurea’.
- Soms wordt ook de smal opgaande Taxus baccata ‘Fastigiata’ aanbevolen als haagplant. Ik vind dit geen goede keuze voor een haag, maar op de juiste plaats geplant, is dit wel een mooie solitair
Geert Brantegem