Startpagina Maïs

Hoelang kan er nog maïs gezaaid worden?

Het voorjaar van 2024 wordt gekenmerkt door uitzonderlijk natte omstandigheden. De uitzaai van maïs en bieten verloopt allesbehalve vlot. Landbouwers stellen zich de vraag hoelang ze zo eventueel nog kunnen zaaien. Het Landbouwcentrum Voedergewassen (LCV) boog zich over deze vraag.

Leestijd : 5 min

Vooreerst geeft het LCV mee dat ze onder andere in Retie het dubbele van de normale neerslaghoeveelheid in mei optekenden. De laatste 7 maanden viel er net geen 90% van de normale jaarlijkse hoeveelheid regen. Klagen helpt je niet vooruit; met de schop greppels graven om water van het perceel te laten, helpt je al deels verder. Het best sta je nu even stil bij je teeltmogelijkheden en voedervoorraden om verdere keuzes af te wegen.

Uiterste zaaidatum voor maïs 15 juni?

Ook bij het LCV zijn ze er allemaal van overtuigd dat we af moeten van de kalenderlandbouw. Toch duiken er adviezen op dat je na 15 juni geen maïs meer moet zaaien. Dat is een regel die al lang meegaat, spelen de warme zomers hier dan geen rol? Maïs is inderdaad een tropische plant en heeft zowel licht als warmte nodig. Fysiologisch gaat het mis met de kolfvorming als er te laat (na de langste dag) gezaaid wordt.

In 2019 werd door Hooibeekhoeve voor LCV het project ‘Sprintmaïs’ uitgevoerd. We brachten de resultaten ervan samen met deze uit de rassenproeven van het Varmabel-netwerk van hetzelfde jaar. We zien dat de zaai toen in juli een drogestofgehalte van slechts 19% gaf, waardoor de maïs dus niet inkuilbaar is. Droogte – zeker rond de bloei – speelt ook een rol en verklaart waarschijnlijk waarom een latere zaai soms net iets beter scoort. Algemeen zien ze bij het LCV toch een sterke daling naarmate de groeiduur korter is. Een 140 dagen achten ze toch nodig voor een optimale opbrengst. Daar waar we algemeen aannemen dat er, per dag latere zaai dan 1 mei, 100 kg opbrengst minder is (Handboek snijmaïs, WUR), zien we grotere verschillen eens onder de 130 groeidagen.

Stel dat we door zaai half juni slechts 11,25 in plaats van 18 ton droge stof kunnen oogsten (-150 kg DS/dag) en dat we daarbij in plaats van maïs van 940 VEM slechts maïs van 840 VEM in de kuil hebben zitten. Dan vertegenwoordigt deze maïs slechts 2.122 euro/ha aan voederwaarde, een verlies van ongeveer de helft ten opzichte van een tijdige zaai. Door dunnere zaai is de kostprijs per hectare iets lager: stel 1.715 euro/ha. Dat betekent een saldo van 407 euro/ha, slechts 21% van een normaal zaaitijdstip. De genoemde bedragen hiervoor zijn de vervangwaarde die we nemen voor krachtvoer, dat is geen reële verkoopwaarde. De bedragen werden bekomen bij WUR Wageningen via www.voederwaardeprijzen.nl.

Vergeleken met voederbieten is de relatieve minopbrengst door te laat te zaaien bij maïs in deze veronderstelling dus veel groter.

Nog enkele belangrijke tips bij late maïszaai:

Gebruik bij een late uitzaai van de maïs een lagere zaaidichtheid, bijvoorbeeld 80.000 korrels/ha. Je mag ervan uitgaan dat er bij een late zaai een snellere en betere kieming is en je bespaart enkele tientallen euro’s per ha. Het belangrijkste is dat een ruimere plantdichtheid ervoor zorgt dat er meer licht aan de planten kan en dat de kolfzetting zo wat bevorderd wordt.

Bij een late zaai gaat alles sneller bij het kiemen, overweeg dan ook zeker een vooropkomstbehandeling tegen het onkruid.

Veel onkruiden zijn al bezig aan zaadvorming, het is aanlokkelijk om nog eerst een glyfosaatbehandeling te doen. Weeg hiervoor de verwachte voordelen goed af tegenover de tijd die je ermee verliest vooraleer je kan zaaien. Enkel bij een strakke planning en/of bij probleemonkruiden lijkt dit te verantwoorden.

Moet je voldoen aan een tijdige inzaai van de groenbedekker? Zaai je groenbedekker dan in als onderzaai. Dat kan als gelijkzaai met bijvoorbeeld rietzwenkgras of met Engels raaigras in het 4-5 bladstadium van de maïs. Informeer je hierover goed.

Reeds geleverd zaaizaad inruilen voor vroegere rassen is niet zomaar haalbaar. Denk voortaan goed na bij je rassenkeuze. Het opbrengstverschil tussen late en vroege rassen wordt vaak overschat. In de Varmabel-rassenproeven zien we slechts 0,3 ton DS/ha verschil. Speel op zeker en ga voortaan voor de vroegere rassen.

Zijn er nog alternatieven?

Maak dus zeker de overweging om op een deel van je percelen te kiezen voor een andere teelt. Een grasmengsel voor tijdelijk grasland (Italiaans raaigras), al dan niet met klavers, komt zeker in aanmerking. Ook incarnaatklaver, luzerne of wikke kunnen misschien een interessante toevoeging zijn. Je Italiaans raaigras dat nog niet ondergewerkt is laten verder groeien, is ook zeker een optie.

Wil je alternatieve teelten uitproberen, doe dit dan op een beperkte oppervlakte. Soedangras komt hiervoor in aanmerking. Analyse van 3 praktijkkuilen enkele jaren geleden gaven VEM-gehaltes van 512 tot 866 en DVE-gehaltes van 39 tot 65 g/kg DS aan. Landbouwers oogstten toen 1 à 2 zomersnedes. Let bij soedangras bij oogst van jong snel groeiend gewas op voor de mogelijke vorming van het giftige blauwzuur. Kies zeker niet voor voedersorghum, deze zal niet meer tijdig afrijpen.

Boekweit zou een optie kunnen zijn, te maaien rond de bloei. Ook snijrapen of mergkool zijn een idee, maar hierover is echter geen recente kennis. Vezelhennep hakselen als structuuraanbrenger voor melkvee is te overwegen, maar het hakselen kan, zeker bij een te ver afgerijpt gewas, problemen opleveren.

Het meest genoemde alternatief is een niet productieve teelt, namelijk een faunamengsel. Je kan met het gewas je sleufsilo niet vullen, maar je kan wel de ecoteeltpremie van 1.500 euro/ha aanvragen. Ook een eenjarige hoofdteelt zonder oogst, bijvoorbeeld gele mosterd (600 euro/ha), is het overwegen waard. De laatste keuze kan interessant zijn wanneer je in de nazomer blijvend grasland wil inzaaien. De teelt moet wel minstens 2 maanden op het veld staan. Zorg dat je ook zeker voldoet aan alle andere voorwaarden. Wijzig tijdig je verzamelaanvraag. Je kan nog subsidies aanvragen tot en met 14 juni 2024 en je hoofdteelt aanpassen kan nog tot 30 juni.

Rantsoen herschikken en/of aankopen

Je keuze om nog wel of geen voederbieten of maïs te gaan telen zal in de eerste plaats ook afhangen van je voedervoorraden of van de beschikbaarheid en prijs van bijproducten. Heb je nog CCM, ga er dan spaarzaam mee om en zorg ervoor dat je er ook in 2025 nog kan van voeren. CCM is zonder problemen lang houdbaar. Heb je reeds een gedeelte maïs tijdig kunnen zaaien, voorzie dan om deze te oogsten als MKS of CCM.

Hetzelfde geldt voor je maïsvoorraad. Is deze voldoende groot en kan je bijvoorbeeld door nu al meer bijproducten of meer krachtvoer te gaan voeren een voorraad houden voor de komende winterperiode? Doe dit dan zeker, zetmeelrijke maïs zal een waardevolle aanvulling zijn van kolfarme of kolfloze maïs die nu nog moet worden gezaaid.

Bekijk je ruwvoerplanning samen met je voeradviseur. In veel gevallen zal het grasaandeel toenemen. Bij goede graskwaliteit kan je hierdoor op eiwitaankoop sparen. Vaak zal echter ook het effect van (te) laat gemaaide snedes moeten opgevangen worden.

Het LCV wenst de landbouwer veel goede moed bij het nemen van de minst slechte beslissing in deze uitzonderlijke situatie.

LCV/TD

Lees ook in Maïs

Meer artikelen bekijken