Hoe presteerden de korrelmaïsrassen in het normale netwerk van 2024?
Na de bespreking van de kuilmaïsrassen vorige week snijden we in dit artikel de rassenkeuze voor de korrelmaïsrassen aan. We bekijken niet alleen de resultaten van de rassenproeven, maar staan ook stil bij de criteria bij de keuze van het korrelmaïsras.
Een goede opbrengst, gecombineerd met een laag vochtgehalte van de korrel, vormen de basiscriteria om rassen te kiezen. Andere parameters, zoals legervastheid en gevoeligheid voor stengelrot en builenbrand zijn echter ook van belang, samen met een stabiele opbrengst over meerdere jaren.
Korrelopbrengst en vochtgehalte
Een hoge korrelopbrengst is voor elk korrelmaïsras uiteraard van groot belang. Voor het gebruik als vochtig graan (CCM en de verkoop voor bio-ethanol…) blijft dit de belangrijkste parameter. De vroegrijpheid speelt hier minder een rol, maar toch is het wenselijk dat het ras een vochtgehalte van 30-35% moet behalen onder normale omstandigheden. Voor droog graan zou het vochtgehalte in het ideale geval lager dan 30% moeten zijn bij de oogst.
Bij een toepassing als droog graan kiest men dan ook het best voor vroegrijpe korrelmaïsrassen. Op deze manier beperkt men de droogkosten en heeft men ook meer garanties op een tijdige oogst. Een vroegrijp ras heeft ook als voordeel dat de oogst, onder normale omstandigheden, op tijd kan gebeuren en dat men nog tijdig bijvoorbeeld wintergranen of een groenbemester kan inzaaien.
De afgelopen 3 teeltjaren kenden wisselende weersomstandigheden. In de meerjarige synthese zien we voor een aantal rassen grote schommelingen in de resultaten van jaar tot jaar. Dat toont eens te meer aan dat regelmatige resultaten in wisselende teeltomstandigheden een sterke troef zijn voor een ras. Daarom dat men het best naar de resultaten over meerdere jaren heen kijkt bij de rassenkeuze.
Legervastheid en stengelbreuk
Aangezien korrelmaïs tot in een vergevorderd rijpheidsstadium op het veld moet blijven staan, is een goede legervastheid belangrijker dan voor kuilmaïs. In 2024 hebben de windomstandigheden op bepaalde percelen in het najaar soms ernstige schade veroorzaakt aan sommige rassen.
Gevoeligheid voor stengelrot
De gevoeligheid voor stengelrot blijft een belangrijk criterium bij de rassenkeuze voor korrelmaïs. Jaarlijks stellen we tussen de variëteiten duidelijke verschillen vast in de aantastingsgraad met Fusarium. De besmettingspercentages, die in 2024 soms hoog waren, herinneren er ons aan om voorzichtig te blijven ten opzichte van dit criterium.
Bij sommige gevoelige rassen komt de ziekte slechts in een laat stadium tot uiting. Bij deze rassen voorziet men het best een vroege oogst (bijvoorbeeld als CCM). Als men na korrelmaïs tarwe wil inzaaien, moet men zeker kiezen voor de meeste tolerante rassen. Ook moet dan de nodige aandacht besteed worden aan het onderwerken van de gewasresten.
Gevoeligheid voor builenbrand
In 2024 werd weinig builenbrand op de kolf vastgesteld, maar wel soms builenbrand op de stengel. Het is evident dat bij korrelmaïs vooral de builenbrand op de kolf voor opbrengstverliezen en problemen zorgt. Bij korrelmaïsrassen wordt enkel naar de aantasting op de kolven gekeken.
Opbouw van het proefveldnetwerk
In het kader van het Varmabel-netwerk, werden – net zoals voor kuilmaïs – door het CIPF en het LCV samen de post-inscriptie rassenproeven van het normale netwerk korrelmaïs aangelegd. De coördinatie van het netwerk en het synthetiseren van de resultaten werd door het CIPF uitgevoerd.
In het normale netwerk worden de betere korrelmaïsrassen van de afgelopen jaren uitgezaaid, samen met de koplopers van het CIPF voorlopige netwerk van 2023. Daarbij komen nog recent op de Belgische rassencatalogus ingeschreven hybriden en ten slotte nog een aantal goed presterende rassen die in 2023 hun eerste jaar meeliepen in de officiële rassenproeven.
Alle korrelmaïsrassen worden gerangschikt op basis van opbrengst per ha (aan 15% vocht van de korrel). Op de website van het CIPF en het LCV kan u ook een sortering op basis van financiële opbrengst in euro/ha terugvinden. De financiële opbrengst geeft de verkoopprijs van het graan weer met de droogkosten (berekend volgens de Fegra- normen) in rekening gebracht.
In het normale netwerk van 2024 werden 66 korrelmaïsrassen getest. De resultaten van 4 locaties werden in de synthese van 2024 verwerkt: Acosse en Maldegem (CIPF), Oosterzele en Tongeren (LCV). De verschillende rassen werden vergeleken ten opzichte van 4 standaardrassen (Kokuna, Kws Emporio, P8904 en Wesley). De standaardrassen zijn rassen die reeds meerdere jaren getest zijn en die worden gekozen omwille van hun regelmatige en goede eigenschappen voor de belangrijkste rascriteria. De gemiddelde korrelopbrengst van de verschillende proeven varieerde van 10,7 tot 14,9 ton/ha (bij 15% vocht) en bij gemiddelde vochtgehaltes bij de oogst gaande van 31,8 % tot 33,8 %.
Hoe presteerden de bevestigende rassen in 2024?
Met de eerste plaats qua korrelopbrengst bevestigt Farmueller opnieuw als een ras, met zowel een uitstekende graanopbrengst als een zeer goede financiële opbrengst. Het vochtgehalte ligt wat hoger dan het gemiddelde.
De rassen Bismark en Fight vertonen vergelijkbare resultaten: goede korrelopbrengsten en financiële opbrengsten, ondanks een vochtgehalte dat iets hoger is dan het gemiddelde.
Met vergelijkbare resultaten bieden de variëteiten P8685 en P8861 zeer goede korrelopbrengsten met een vochtgehalte van 15%. Toch worden beide variëteiten, zoals in 2023, vooral aangeraden voor de productie van vochtig maïsgraan omwille van een hoger vochtgehalte.
De variëteiten Barkley, KWS Editio en EC Gisella bevestigen zeer goede korrelopbrengsten. Daarbij bieden Barkley en KWS Editio ook zeer goede financiële opbrengsten als het gedroogd moet worden. De financiële winst van EC Gisella is wat lager wegens een vochtgehalte dat iets hoger is dan de gemiddelde rassen.
De rassen Kokuna en Plesant bieden een heel goede korrelopbrengst. Ze worden vooral aanbevolen voor de productie van vochtig maïsgraan omwille van een hoger vochtgehalte.
De variëteiten Around en LG 32257 laten goede resultaten zien, zowel in financiële opbrengsten als in korrelopbrengsten met een vochtgehalte van 15%. Beide bevestigen hun geschiktheid als droog graan.
Privat, Digital, Celebrato en Chelsey leveren vergelijkbare korrelopbrengsten die een goed niveau behalen met een laag vochtgehalte. Ze zijn dan ook vooral geschikt als droog graan, indien er gedroogd wordt. Celebrato en Chelsey bevestigen hun vroegrijpheid met een laag vochtgehalte bij de oogst.
De variëteiten LG 31212 en LID2210C geven een gemiddelde korrelopbrengst. Hun sterkste punt is de vroegrijpheid, die zeer goede financiële opbrengsten levert.
Welke nieuwigheden waren interessant in 2024?
De nieuwe variëteit Bakuta start zeer goed in dit netwerk, met een uitstekende korrel- en financiële opbrengst. Het vochtgehalte ligt rond het proefgemiddelde.
De nieuwkomer KWS Kaspero bevestigt met een zeer goede korrelopbrengst de goede resultaten uit het voorlopige netwerk van 2023. Het ras heeft echter een hoog vochtgehalte, met een lage financiële opbrengst als gevolg. Dit ras wordt dus aanbevolen voor de productie van vochtig maïsgraan.
De nieuwkomers Vianney en Cohiba lijken veelbelovend. Ze halen een zeer goede graanopbrengst bij 15% vocht, in combinatie met zeer goede financiële opbrengsten. Door een lager vochtgehalte scoort Cohiba goed qua financiële opbrengst.
Er was een heel goede intrede voor de rassen DKC3323, Cabalio en Beluga, die uitstekende graanopbrengsten bij 15% vocht behalen, gepaard gaand met aantrekkelijke financiële opbrengsten. We benadrukken wel het laagste vochtgehalte van Cabalio.
De nieuwkomer KWS Allinno bevestigt met een zeer goede graanopbrengst. Bovendien biedt het ras uitstekende financiële opbrengsten, dankzij een zeer laag vochtgehalte. Dit ras neemt voor dit criterium de eerste plaats in.
Goede graanopbrengsten waren er voor de nieuwkomers DKC3144 en DKC3434. Dankzij een laag vochtgehalte bij de oogst leveren beide rassen aantrekkelijke financiële prestaties.
Laten we nog de nadruk leggen op de vroegrijpheid van de variëteiten KWS Norento en KWS Pluvio. Dankzij hun lage vochtgehaltes bieden ze zeer goede financiële prestaties.
Gezondheidsstatus en bijkomende informatie
Wanneer ze als silomaïs werden geoogst, voldeden de variëteiten LG 32257, DKC3144, KWS Pluvio, Amarala, KWS Marcopolo (heel vroeg), DKC3323 (vroeg) en Vianney, DKC3434 (halfvroeg) ook.
In 2024 waren de problemen met builenbrand op de kolf zeer beperkt in de proeven. Daarentegen kwam stengelrot vaak voor in alle geoogste proefvelden. De variëteiten Farmueller, Cabalio, KWS Norento, KWS Marcopolo en KWS Emporio vertoonden een sterke gevoeligheid voor stengelrot. Bij EC Gisella, LG 32257, Digital, LID3306C, LG 31212, KWS Pluvio, Plutor, Amarola, Amatino, Korfu, LG 31230 en KWS Curacao kwam weinig stengelrot voor.
