Startpagina Veeteelt

Nieuwe KB’s in de strijd tegen IBR

Er zijn op 6 mei 2 Koninklijke Besluiten verschenen in het Staatsblad die moeten helpen in de strijd tegen Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis (IBR) die voorkomt bij runderen.

Leestijd : 4 min

Het eerste nieuwe KB legt nieuwe maatregelen vast die de Belgische rundveesector moeten ondersteunen in de richting van het Europees erkende IBR-vrije statuut voor België.

Nieuwe maatregelen

Het statuut ‘IBR gE NEG in transitie’ is het minimaal te behalen statuut.Beslagen die dit of een hoger gekwalificeerd statuut verloren of nog nooit één van deze ‘vrije’ statuten behaalden moeten het statuut ‘gE NEG in transitie’ behalen 6 maanden nadat de wettelijke termijn voor de afvoer van de gE-positieve runderen is afgelopen. Deze termijn is afhankelijk van de termijn van herval.

Vaccinatie is tot 1 april 2025 toegelaten op beslagen met een statuut ‘besmet’ of ‘gE NEG met vaccinatie’.

Beslagen die het statuut ‘vrij van IBR’ verliezen na 1 mei 2024 zullen hun gE-positieve dieren binnen de 90 dagen moeten afvoeren. Het FAVV zal hiervoor een afslachtingsbevel opmaken. De runderen moeten rechtstreeks afgevoerd worden naar het slachthuis.

Het melkleveringsverbod voor beslagen ‘in overtreding’ is ingetrokken.

Er wordt voorzien in een vergoeding voor gE positieve runderen die afgevoerd werden naar het slachthuis na 8 november 2023.

Van vrijwillig naar verplicht programma

België bindt al sinds 2007 de strijd aan tegen IBR. Het bestrijdingsprogramma is gestart als een vrijwillig programma maar werd in 2012 voor alle rundveehouders verplicht. In 2014 verkreeg België voor zijn IBR-bestrijdingsprogramma van de Europese Commissie de status van ‘officieel goedgekeurd programma’. Dat betekent dat ons land aanvullende garanties inzake IBR kan vragen voor runderen die vanuit andere lidstaten of gebieden met een lagere status worden binnengebracht.

De uiteindelijke doelstelling van het bestrijdingsprogramma is om IBR helemaal uit te roeien. Van zodra ons land de ziektevrije status bereikt, moet het geen aanvullende garanties meer leveren om dieren binnen de EU te kunnen verhandelen naar andere lidstaten of regio’s met eveneens een ziektevrije status.

Het nieuwe KB treedt in voege op 16 mei 2024 enbevat maatregelen om verdere stappen in de richting van deze ziektevrije status te kunnen zetten. Het versneld verwijderen van gE positieve runderen is een noodzakelijke maatregel om deze doelstelling te kunnen bereiken in 2027.

Vaccinatieverbod

Het verbod op vaccinatie is en blijft van toepassing op beslagen met een statuut ‘vrij’ of ‘gE NEG in transitie’. Echter, beslagen waar er recent een insleep heeft plaats gevonden, beslagen met veel verhandeling of beslagen in een gebied met veel gevaar op insleep kunnen baat hebben bij een tijdelijke vaccinatie. Men dient er zich wel van bewust te zijn dat het vaccin geen volledige bescherming biedt, noch een verspreiding van het virus verhindert.

Aandacht voor een goede bioveiligheid is cruciaal. Meer in het bijzonder kan dit door een correcte opvolging van de quarantainemaatregelen en bloedonderzoeken bij aankoop, bedrijfseigen schoeisel en kledij voor erfbetreders, een afzonderlijke laadplaats voor kalveren, enz. Melding van vaccinatie is bovendien ook nog steeds wettelijk verplicht. Het statuut wordt volgens de wetgeving aangepast zodat het correcte bewakingsschema kan toegepast worden.

Vleeskalverbeslagen en afmestbeslagen moeten bij het in voege treden van het besluit minimaal het statuut ‘besmet’ hebben. In een latere fase zullen deze beslagen aangestuurd worden naar een vrij statuut.

Het bestrijdingsprogramma IBR wordt gecoördineerd door de FOD Volksgezondheid en financieel ondersteund door het Sanitair Fonds Runderen. Daarnaast voorziet de federale overheid 2 miljoen euro ter ondersteuning van het IBR-programma.

Tweede nieuw KB

Een tweede nieuw KB wijzigt van het koninklijk besluit van 14 maart 2023 over de verplichte bijdragen aan het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, vastgesteld voor de sector runderen, . Dit besluit treedt in voege op 16 mei 2024 en zal dus van toepassing zijn voor de facturatiecampagne 2024.

De verplichte bijdragen van sommige categorieën van runderen worden éénmalig verhoogd. Deze maatregel is nodig om beslagen die geconfronteerd werden met een insleep van IBR te kunnen vergoeden. Door de versnelde afvoer van IBR-dragers kan België sneller het vrije statuut behalen, en zijn er minder risico’s op verspreiding van IBR in de rundveepopulatie. De reserves van het Fonds zijn momenteel niet toereikend genoeg om deze vergoedingen te kunnen betalen zonder extra bijdragen te innen, en zonder de strategische reserve in gevaar te brengen.

Hogere bijdragen

De bijdragen voor de runderen ouder dan 1 jaar, die gedurende de volledige referentieperiode aanwezig zijn in het beslag (categorie B4), worden verhoogd met 1 euro. De bijdragen voor runderen jonger dan 12 maanden, toegevoegd aan het beslag tijdens de referentieperiode en al dan niet nog aanwezig in het beslag (categorie B5), worden verhoogd met 0,03 euro. De bijdragen voor runderen gelijk of ouder dan 12 maanden, toegevoegd aan het beslag tijdens de referentieperiode en al dan niet nog aanwezig in het beslag (categorie B6), worden verhoogd met 3 euro.

Voorts legt het besluit ook een structurele bijdrage op aan verantwoordelijken voor handelaarsstallen en verzamelplaatsen en dit in functie van het aantal verhandelde runderen of het type verzamelplaats.

FVDL

Lees ook in Veeteelt

Schapenhouder meet de schade op van rampjaar 2024

Schapen Bijna de helft van zijn kudde verloren, een spaak gelopen lammerseizoen en een flink kostenplaatje: schapenhouder John Vermetten draagt de gevolgen van een seizoen getekend door de dierziekte blauwtong. Hij wacht met een bang hart het nieuwe seizoen af. “Als er terug 100 dode schapen vallen, geef ik het onderhand op.”
Meer artikelen bekijken