Startpagina Stikstof

Experten stellen versoepeling stikstofdecreet voor

Om terug wat ‘redelijkheid’ in het stikstofdebat te brengen, gaf de KVAB aan 2 buitenlandse wetenschappers de opdracht om de stikstofproblematiek in Vlaanderen onder de loep te nemen. Zij stelden op het symposium ‘Stikstof: in alle redelijkheid’ een versoepeling van het PAS-decreet voor.

Leestijd : 5 min

De Koninklijke Vlaamse Academie van België (KVAB) organiseerde in het kader van hun ‘Denkers programma’ dinsdag 5 maart het symposium ‘Stikstof: in alle redelijkheid’ om gezamenlijk na te denken over de stikstofproblematiek in Vlaanderen. “Stikstof is vandaag de dag een lelijk eendje”, zei organisator Willy Verstraeten tijdens zijn openingspresentatie. “We hebben een breed gedragen en op feiten gebaseerde aanpak ervan nodig waarbij we luisteren naar zowel mensen uit de academisch wereld als uit het werkveld. Het KVAB-team heeft dan ook een ‘middle of the road’-benadering opgezet, die openstaat voor alle belanghebbenden.”

Om een ‘helikopterview’ van de stikstofproblematiek in Vlaanderen te krijgen, kregen 2 experts uit het buitenland van de KVAB de opdracht om zich te buigen over de kwestie. Professoren Ana Soares van Cranfield Universiteit en Thomas H. Christensen van de Technische Universiteit Denemarken stelden op het symposium enkele grote en kleine aanpassingen aan het Vlaamse stikstofbeleid voor.

Gordiaanse knoop

De experten vergeleken het stikstofprobleem in Vlaanderen met de mythische Gordiaanse knoop: “De stikstofdepositieproblematiek in Vlaanderen is een complex vraagstuk waarbij stikstofbronnen, zoals industrie en landbouw, de veroorzaakte stikstofdepositie en de noodzaak om natuur in Vlaanderen te beschermen, met elkaar verstrengeld zijn.”

Je kan de knoop ook niet zomaar doorsnijden, zoals Alexander De Grote deed. “Alle activiteiten die de Vlaamse stikstofknoop veroorzaken moeten in de toekomst nog levend en productief blijven. Een andere aanpak is dus nodig.”

Versoepeling stikstofdecreet

Volgens de experten heeft een plotse en volledige overhaal van de stikstofdepositie weinig zin. Natuur in Vlaanderen wordt immers al tientallen jaren beïnvloed door een teveel aan stikstofneerslag. Ze stellen dan ook een versoepeling van het PAS-decreet voor, waardoor minder stikstofuitstotende activiteiten een passende beoordeling nodig zouden hebben.

Zowel de industrie als transportsector zouden bijvoorbeeld vrijgesteld worden van een beoordeling binnen de Programmatische Aanpak Stikstof. Op deze manier hopen de experten ‘te vermijden dat initiatieven in de industrie en transportsector afgeremd worden’

“De industrie heeft haar emissies in de loop der jaren aanzienlijk verlaagd door nieuwe technologiën en de uitstoot wordt regelmatig geëvalueerd”, aldus de experten. Ze raden wel aan om de toepassing van BREF-technologieën, de meest milieuvriendelijke technologieën beschikbaar, zo veel mogelijk te eisen.

Ook de stikstofuitstoot in de transportsector zou de laatste jaren aanzienlijk verlaagd zijn. Deze dalende trend zou zich zonder PAS voortzetten omdat ‘voertuigen met een hoge uitstoot door ouderdom van de weg verdwijnen en het aantal elektrische voertuigen sterk zal toenemen’.

Landbouw

De experts raden ook aan om de aanpak van stikstofemissies in de landbouwsector te versoepelen, maar wel de PAS-aanpak te behouden. “Wij vinden dat de koppeling van stikstofbronnen aan stikstofdepositie met behulp van geavanceerde modellen de juiste manier van werken is”, zeiden de experten. “ Wel kan het nodig zijn om de databases voor emissies, de mogelijkheden voor modellering en de follow-up met depositiemonitoring te verbeteren, hoe moeilijk dat ook is.”

De versoepeling zou een verhoging van de drempelwaarde van 0,025% naar 0,1% inhouden. Bedrijven waarvan de uitstoot onder die drempelwaarde valt, hoeven geen aparte passende beoordeling te laten maken. De verwachting van de PAS is dat de impact op natuurgebieden door de totale stikstofdepositie afkomstig van al de bedrijven die daaronder vallen, beperkt blijft.

“Een verhoging naar een impactscore van 0,1% zal het aantal bedrijven dat de waarde overschrijdt met 70% verminderen, maar volgens onze ruwe schatting nog steeds ongeveer 60% van het probleem aanpakken”, aldus de experten.

“Deze aanpassing zorgt voor minder administratie, stelt waarschijnlijk kleinere boerderijen vrij van een passende beoordeling, levert nog steeds de nodige ervaring op voor de ontwikkeling van technologie en voor aanpassingen aan de regelgeving. Tegelijkertijd geeft ons voorstel een iets langzamere implementatie en dus een langzamere vermindering van stikstofdepositie”, zeiden ze nog.

Thomas Christensen vergeleek de complexe stikstofproblematiek in Vlaanderen met de mythische Gordiaanse knoop.
Thomas Christensen vergeleek de complexe stikstofproblematiek in Vlaanderen met de mythische Gordiaanse knoop. - Foto: KVAB

Soares en Christensen merkten op dat landbouw in Vlaanderen voor een dilemma staat. “In het bijzonder de veeteelt kampt in veel delen van Europa met fundamentele problemen. Veehouderij is niet langer verbonden met het land: voer wordt geïmporteerd, de veedichtheid is te hoog en mest wordt geëxporteerd”, zeggen de experten. Dit heeft er toe geleid dat de landbouw onderworpen werd aan veel regelgeving maar zonder resultaat. “De gegevens laten zien dat de uitstoot niet is afgenomen en dat verdere intitiatieven nodig zijn.” Landbouw staat volgens hen immers voor verschillende uitdagingen: klimaatverandering, eutrofiëring van zoet water, residuen van ondkruidbestrijdingsmiddelen in landbouwproducten, afnemende biodiversiteit, ... . “De toekomst van landbouw in Vlaanderen heeft een holistische, allesomvattende aanpak nodig.”

Verder merkten de buitenlandse experten nog op dat de data en de modellen aan de basis van de PAS verbeterd moeten worden. Ook moeten zowel emissireducerende technologieën zelf als het proces om ze te evalueren en goed te keuren verbeteren. De eerste door te investeren in proefbedrijven die de technologieën kunnen testen op schaal van de landbouwbedrijven zelf. De WeComV, het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij, moet dan weer efficiënter emissiereducerende technologieën goedkeuren volgens een stappenplan met duidelijke korte- en langetermijn doelen. Ten slotte moet Vlaanderen over de grenzen durven kijken naar de oplossingen van andere landen die met vergelijkbare stikstofproblemen kampen.

Eindrapport volgt

Andere presentaties belichtten de stikstofproblematiek vanuit verschillende invalshoeken. Zo gaf professor Publieks- Klimaat- en Omgevingsrecht aan de VUB Aube Wirtgen de gerechtelijke context van het stiksofdecreet. ILVO-directeur Joris Relaes sprak over de impact van het stikstofdecreet op de landbouwsector en boeren, terwijl Luc De Keersmaeker van INBO de natuurkant van het stikstofverhaal bracht. Maarten Hens van het departement Omgeving gaf een overzicht van het Vlaamse stikstofbeleid. Hans Bruyninckx, voormalig directeur van de European Environment Agency (EEA), zorgde voor een meer systematische kijk op de wereldwijde stikstofproblematiek.

In de namiddag discussieerden en stemden de deelnemers van het symposium in break-out sessies over bepaalde stellingen. De onderwerpen daarvan waren ‘Natuurbescherming’, ‘Technologische Emissiebeperking’, ‘Meten, Modelleren en Implementeren’, en ‘Economisch Rendabele Landbouw en Platteland’. Het resultaat van deze discussies en de voorstellen van de buitenlandse experts zullen nog door de KVAB gebundeld worden in een eindrapport.

Thor Deyaert

Lees ook in Stikstof

Meer artikelen bekijken