De biologische moestuin van Frank Anrijs ligt er in de winterslaap vredig bij. Kuierend op het houtpad legt Yggdrasil-bezieler Frank Anrijs uit hoe hij er te werk gaat. Hij zegt het toonvast, zonder hoogtes en laagtes.
Hij is vooral trefzeker, allesomvattend, doelbewust, kritisch ingesteld en heeft een duidelijke visie op wat hij nog wil bereiken.
Aanstekelijk enthousiasme
Het zegt wie hij is: een man van duurzame en ecologische principes, iemand die duidelijke en wel overwogen keuzes maakt met een gezonde dosis ondernemerszin, overgoten met een aanstekelijk enthousiasme. Wie dat koppelt aan sterke onafhankelijkheid én aan een onmiskenbare werkkracht, beseft dat Frank Anrijs meer is dan een doorsnee (moes)tuinier.
“Eén van de succesfactoren van de korte keten is inderdaad sterk gerelateerd aan de ondernemer”, zegt ILVO-onderzoeker Olivier Guiot. “Zo sluit de motivatie van Frank om te doen wat hij doet heel nauw aan bij wie hij is als ondernemer. Groenten die op een beperkte schaal worden geteeld, worden gekoppeld aan een luik educatie. Het is een vrij uniek concept. En maakt duidelijk dat educatie in de bedrijfsvoering bijvoorbeeld ook een winstpoot kan zijn.”
Sterk financieel bewustzijn
Anderzijds is er ook dat sterk financieel bewustzijn: de kennis van je financiële cijfers en de kunde om op basis hiervan gedegen beslissingen te nemen. “De winkel is nog maar 1 dag per week open, en dat is heel bewust. Die vrijgekomen tijd kan je opvullen met meer rendabele activiteiten, zoals educatie of het schrijven van boeken en blogs en het maken van promotie. Dat financieel bewustzijn is zo noodzakelijk en maakt vaak het onderscheid tussen succesvolle en minder succesvolle bedrijven in de korte keten.”
Meer werk gaan uitbesteden
“We besteden inderdaad veel meer uit dan vroeger”, pikt Frank graag op die vaststelling in. “Externe firma’s kappen de houtkanten en maaien het gras. Dat is een duidelijke keuze. Ik ben daar zelf uren en dagen mee bezig. Ze hebben veel beter materiaal ter beschikking. En ondertussen kan ik andere dingen doen die in mijn bedrijfsvoering belangrijker zijn. Wat de moestuin en de verkoop via de hoevewinkel betreft, werken we meer en meer richting een coöperatief verhaal, eventueel een CSA of zo. In de verdere toekomst zal ik mij zelf meer en meer toeleggen op het educatieve luik.”
Te veel zelf willen doen
“De valkuil bij veel boeren is inderdaad dat ze alles zelf willen doen”, aldus Olivier Guiot. “Terwijl dat niet zo is. Je moet je bij voorkeur focussen op waar je goed in bent en op wat rendabel is. Soms is het gewoon beter en goedkoper om werk uit te besteden, maar doe dat dan ook, bijvoorbeeld via loonwerk of andere initiatieven. Een van de belangrijkste voorwaarden voor succes is duidelijke én bewuste keuzes maken, keuzes uit financieel oogpunt, maar ook keuzes die dicht bij je persoonlijkheid liggen.
Voor beleving zorgen, je eigen verhaal brengen: dat is zo belangrijk om succes te hebben in de verkoop via de korte keten. Een boer zei me ooit: ‘Ik verkoop geen aardbeien, ik verkoop een verhaal waarbij aardbeien centraal staan’. Dat persoonlijk contact is nog een belangrijk aandachtspunt, waar vaak alles mee begint. Hier is educatie een van de voorbeelden van hoe het kan en hoe je met succes slaagt.”
Verhaal organisch gegroeid
“Ons verhaal slaat inderdaad aan bij de mensen”, vult Frank aan. “We hebben ons verhaal echter niet heel bewust ontwikkeld. Alles is hier overigens eerder organisch en spontaan gegroeid. Dat is ook een van de kernboodschappen van de permacultuur, net zoals het geheel groter is dan de som van de delen. Zelf heb ik de gave van het woord niet. Ik geef niet graag lessen en lezingen, maar ik doe wel veel online. Ik schrijf nu al 30 jaar en je ontwikkelt je daarin verder. Iedereen heeft een bepaalde kennis. Zo kan elke boer voor een stuk educatie zorgen.”
Organisatie en opvolging
Alsmaar meer land- en tuinbouwers schrijven zich in voor belevingsactiviteiten op de boerderij. “Je mag die echter niet organiseren met het idee dat je op zo’n belevingsdag veel zal verkopen in je hoevewinkel. Het dient er in de eerste plaats voor om het verhaal duidelijk kenbaar én nog groter te maken. Zo laat je de mensen op een ontspannen manier kennismaken met je bedrijf. En uiteraard hoop je dat je verhaal aanslaat en dat je daar later dan ook de (financiële) vruchten van plukt”, stelt Olivier Guiot.
Hij benadrukt verder het belang van organisatie én opvolging. “Wie met familie op het bedrijf werkt, moet zorgen voor een heel duidelijke taakomschrijving. Dat verhoogt niet alleen de efficiëntie, maar vermindert ook de kans op spanningen onderling. Beleg regelmatig meetings om de toekomstvisie van het bedrijf in overleg en samen verder uit te stippelen.”
Ook de opvolging zorgt vaak voor wat onrust en (hoog)spanning. “Dat geldt uiteraard niet alleen voor landbouwbedrijven die in de korte keten actief zijn. Het is een zwaard van Damocles dat over heel wat boerenerven hangt. De kwestie van de opvolging is vaak een sluimerend conflict, dat vooruitgeschoven en uitgesteld wordt. Veel jonge boeren werken met het kapitaal, in de bedrijven, op de gronden... van hun ouders. Opvolging gaat gemakkelijker als alle kinderen er actief zijn, maar vaak is dat niet zo. Die opvolging wordt zo vlug mogelijk uitgeklaard, eventueel via tussenkomst van een bemiddelaar. In veel bedrijven is op dat vlak nog vooruitgang te boeken.”
Niet alles zelf in de hand
Er zijn daarnaast nog enkele factoren die je echter zelf niet in de hand hebt. “Of de verkoop via de korte keten kan slagen, hangt bijvoorbeeld af van de ligging van je bedrijf of van de demografische samenstelling van de plek waar je woont. Een concept rond permacultuur heeft bijvoorbeeld een sterkere voedingsbodem en nog grotere slaagkans in Gent of in Leuven, dan bijvoorbeeld hier in Tienen. De interesse groeit wel, maar dat gebeurt met mondjesmaat”, aldus Frank.
De coronapandemie gaf de verkoop via de korte keten een boost, maar er is een terugval. “Mijn omzet lag tijdens die lockdowns 100% hoger. Dat is nu gedaald naar +50%. Het bewustzijn groeide en er blijft wel iets hangen, maar de verkoop via die korte keten zal nooit echt groot worden. Het heeft zeker zijn plaats en groeit stilletjes verder.”
“Nee, zelf zijn we niet actief met voedselteams en zo. Er komt daar veel meer extra organisatie bij kijken en je weet niet aan wie je precies verkoopt. We hechten zoveel belang aan dat persoonlijk contact in de winkel en leggen daar de basis voor onze activiteiten”, duidt Frank.
Sterke onafhankelijkheid
“Verkoop via de korte keten is inderdaad niet voor iedereen weggelegd”, aldus onderzoeker Olivier Guiot.
“Het gevaar bestaat dat landbouwers denken dat ze door dat succes, deels als gevolg van de coronapandemie, nu ook vlug in de korte keten moeten stappen. Dat is een héél slechte motivator. Dan zitten we weer bij die persoonlijkheid en motivatie van de landbouwer. Maar het klopt inderdaad ook dat bepaalde sectoren, die eerder zorgen voor bulkproducten, minder geschikt zijn voor korte keten. Het verhaal van de verschillende verdienmodellen is intussen genoegzaam bekend. Elk heeft zijn plaats.”
Vlaanderen werkt aan een strategisch plan rond de korte keten, maar ook hier is maatwerk eerder aangewezen, hoe verscheiden en moeilijk dat ook is. “Het probleem is vaak dat regelgeving, zowel federaal als Vlaams, vooral afgestemd is op de grote, conventionele land- en tuinbouw. De korteketenondernemers vallen daar vaak tussen. Meerdere regels die op gangbare landbouw van toepassing zijn kan je niet zomaar copy-pasten op kleinere korteketenbedrijven”, aldus Guiot.
“Wie subsidies ontvangt, moet voldoen aan bepaalde voorwaarden”, aldus Frank. “Dat is logisch: voor wat, hoort wat. Dat is echter niét onze filosofie. Een van de kernwaarden van permacultuur is: je bent verantwoordelijk voor wat je zelf doet en schuif die verantwoordelijkheid niet af op anderen. Je moet niet altijd kijken naar wat je kan krijgen, maar neem zelf nog meer verantwoordelijkheid op. Ik verwacht ook geen hulp. We krijgen niets van de overheid en hoeven dat ook niet. We zegden ook ons biocertificaat op. Bio is niet meer representatief voor wat wij doen. Bio is meer opgeschoven in de richting van gangbaar. Het zou veel meer in de andere richting moeten schuiven. We betalen bijvoorbeeld ook een bijdrage aan VLAM, dat onder meer vlees en vis promoot. Wij zijn echter zelf bijvoorbeeld overtuigd vegetarisch. ”
Hulp van goede boekhouder
“Aansluitend, ga ook op zoek naar een goede boekhouder, die de land- en tuinbouw begrijpt. Dat is vandaag geen evidentie meer, maar wie de juiste cijfers kent, kan zoveel betere keuzes maken. Succesvolle bedrijven doen niet aan nattevingerwerk, maar hebben ook een goed zicht op hun totale financiën. Vele bedrijfsleiders weten dat echter niet precies of hebben daar veel minder interesse voor. Dan weet je bijvoorbeeld als ijsventer dat bolletjes ijs in een potje meer kosten dan in een hoorntje, en kan je zo meer sturend gaan werken”, aldus Olivier Guiot.
“Beperkte differentiatie en standvastige prijzen zijn ook belangrijk. Verkopen doe je met emotie, dat weet iedereen. Het is voor ons duidelijk dat bio voor iedereen betaalbaar moet zijn. Onze marges liggen dan ook laag. Maar de prijs is niet de reden waarom de mensen komen”, zegt Frank.
Ten slotte helpt de digitale snelweg om uit je lokale bubbel te geraken. “Mijn nieuwsbrieven bereiken bijna 30.000 adressen. Dat bouw je op, dag na dag. Net als het toepassen van permacultuur”, besluit Frank. En zo is deze cirkel ook hier weer rond.