
B iodynamische boerderij
De boerderij in Sint-Lievens-Esse is niet gewoon biologisch, maar biodynamisch. Ze volgen de internationale Demeter-normen en –richtlijnen. Die zijn strenger en strikter dan de normen voor de biologische landbouw, zoals die in de Europese wetgeving zijn vastgelegd (zie kader). Biodynamisch gaat uit van de biolandbouw zoals die oorspronkelijk bedoeld was.
Oost-Vlaams witrood
Dat geldt ook voor de groenten. “Het liefst nemen we zelf zaad voor de groenten en granen van het volgende jaar. We kopen ook wel biologisch plantgoed aan, hoewel er daarin niet zo veel aanbieders zijn. Bij de klassieke telers van plantgoed en zaden koop je vaak hybride planten en die willen wij niet.”
Het grotere aandeel van de eigen zaadteelt is samen met de toegenomen mechanisatie de belangrijkste evolutie sinds de start van de boerderij. “Mijn vader is zelfs begonnen zonder tractor, natuurlijk ook op een kleiner areaal”, vertelt Ruben. Hij is opgegroeid op de bioboerderij, Manuel kwam er pas veel later bij. Hij solliciteerde bij De Kollebloem als seizoensarbeider en is nooit meer weggegaan. De boerderij draait behalve op de werkende vennoten nog op enkele mensen voor de winkel, een paar arbeiders voor landbouwtaken, een halftijdse chauffeur en iemand op zelfstandige basis voor de groentepakketten en administratie. Daarnaast omvat De Kollebloem nog een zorgboerderij en een B&B met 2 kamers.
Verzet tegen NGT’s
De bioboeren uit Sint-Lievens-Esse zijn trots op hun eigen zaadteelt. “Tegelijk zijn wij heel verontrust als we zien wat er op Europees niveau gebeurt met de nieuwe genetische technieken, de NGT’s, voorheen bekend als GGO’s. Die zijn niet toegelaten in de biolandbouw, maar als alle klassieke akkerbouwers die wel gaan gebruiken, wordt – ongewild - het risico op contaminatie in biologische producten wel heel groot. Dan mag onze oogst het biolabel niet dragen, hoewel wij zelf alles volgens de regels hebben gedaan, en riskeren we claims van de biotechbedrijven”, stelt Ruben.
Ruben en Manuel zien voor de niet-biologische boeren nog meer problemen als de NGT’s groen licht krijgen van Europa. “De macht van de grote zaad- en fytohuizen zal daardoor enkel groter worden, terwijl de boeren nog meer afhankelijk worden van die grote bedrijven. De investeringen in die technieken moeten bovendien terugverdiend worden, waardoor er in de keten minder winst zal overblijven voor de zwakste schakel, en dat is de boer. Boeren uit onze omgeving die nog klassiek werken, kijken al jaren met een beetje afgunst naar onze goede, stabiele aardappelopbrengst. Ze zijn dit jaar bij ons biologisch pootgoed komen kopen van onze Carolus- en Allouette-rassen, omdat die van nature reistent zijn. Ze verwachten dat ze zo een betere opbrengst zullen hebben”, stelt Ruben. Van drift (n.v.d.r. fyto die uitspoelt naar hun biologische percelen) hebben de biodynamische boeren niet zo veel last, omdat ze bloemenranden en hagen hebben die dat helpen voorkomen.
Op verschillende beleidsniveaus, van Europa tot de Vlaamse provincies, wil men graag de consumptie van bioproducten fors optrekken. Europa wil daarom het areaal voor bio sterk uitbreiden. Ruben gelooft niet in die ‘opgelegde’ aanpak. “Vraag en aanbod moeten altijd in evenwicht zijn. De vraag naar bioproducten in de supermarkt krijgt nu een flinke knauw door de inflatie. De toekomst van bio ligt volgens ons niet in de supermarkt, met vooral goedkope producten die soms maar heel nipt de norm voor bio halen. Op de lange termijn ligt de sterkte van bio in de korte keten, omdat je daar een grotere geloofwaardigheid hebt. In de korte keten kan je veel makkelijker consumenten overtuigen en meenemen in je verhaal en zo correct betaald worden voor je producten en je arbeid”, vertellen Ruben en Manuel.
Plannen voor stal en schuur
Het gaat goed met De Kollebloem en er zijn plannen. “Ons ‘masterplan’ – om het met een groot woord te zeggen – is al enkele jaren oud. De ideeën zijn nog niet allemaal gerealiseerd, omdat de plannen werden doorkruist door eerst corona en dan de oorlog in Oekraïne en de inflatie. Corona zorgde voor een korte boost in de verkoop in de korte keten, maar daarna kwam er een terugval.” De plannen omvatten onder meer een betere stalinrichting voor de runderen en de schuur verdubbelen in oppervlakte. In de schuur komt dan de nieuwe winkelruimte.
De Kollebloem groeit telkens met kleine stapjes, op het ritme van het bedrijf en de klanten en aandeelhouders. “Voor kleine investeringen organiseren we een crowd funding. Daarmee financierden we bijvoorbeeld de aanleg van de vijver, de aankoop van de eerste koeien en de zonnepanelen. Voorts kunnen onze klanten aandeelhouder worden. Een aandeel kost 350 euro, maar het werkt niet zoals een klassiek aandeel, waarbij je elk jaar een dividend uitgekeerd krijgt. Wel is er elk jaar een aandeelhoudersvergadering waarop in samenspraak een aantal beslissingen genomen worden”, verduidelijkt Ruben.
Gronden zitten in een stichting
De gronden van De Kollebloem zitten in een stichting. “Een stichting is rechtskundig het equivalent van een vzw. Een vzw wordt opgezet om activiteiten te beheren, terwijl een stichting patrimonium beheert, maar niet met de bedoeling om winst te maken. De formule van de stichting wordt al eens gebruikt door rijke families met veel gronden en gebouwen, maar het kan net zo goed op een kleinschalig niveau. Het voordeel is dat de stichting altijd kan blijven voortbestaan, ongeacht wie er in de stichting zit. Zo voorkomen we dat De Kollebloem zijn gronden zou kunnen kwijtspelen bij het overlijden van de oprichters of in andere situaties. De boerderij heeft een langdurig pachtcontract met de stichting en de pacht volstaat voor het betalen van de belastingen en de patrimoniumtaks.”
De aanzet voor deze stichting werd gegeven door de collega’s van De Zonnekouter, die ooit gestart zijn als ‘landloze’ boeren. Via crowd funding avant la lettre (schenkingen, leningen, …) kochten die stukjes grond, maar zochten ze een manier om die grond altijd ter beschikking te hebben voor biologische of biodynamische landbouw. De stichting Land in Zicht beheert nu afgerond 7 ha voor De Zonnekouter en bijna 6 ha voor De Kollebloem. Het gebruik van de stichting werd door andere boerderijgemeenschappen opgepikt en zo is bijvoorbeeld Landgenoten ontstaan.
Een volgende stap voor de Kollebloem is om het boerderijgebouw waar alles gestart is, en die nog eigendom is van Rubens ouders, in te brengen in de boerderij. Daarvoor denken de bioboeren in de richting van crowd funding, win-winleningen en vriendenaandelen.