Hoe zit de financiering via het GLB precies in elkaar? Het is gesteund op 2 pijlers. Pijler 1: Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF), pijler 2: Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO). Uitleg door het departement Landbouw & Visserij.
Pijler 1 (ELGF)
1. Inkomenssteun (directe steun) in de vorm van rechtstreekse betalingen, wat zorgt voor stabiele inkomens, en boeren beloont voor milieuvriendelijke landbouw en collectieve goederen die normaal niet door de markten worden betaald, zoals zorg voor het platteland.
2. Marktmaatregelen (gemeenschappelijke ordening van de markten, GMO) om het hoofd te bieden aan moeilijke marktomstandigheden, zoals een plotselinge daling van de vraag als gevolg van een voedselschandaal, of een daling van de prijzen wegens een tijdelijk overaanbod. Andere voorbeelden van marktmaatregelen zijn schoolfruit, -groenten en –melk en de nationale strategie voor duurzame operationele programma’s. Telers worden aangemoedigd zich aan te sluiten bij producentenorganisaties (PO’s, zie p. 6).
Inkomenssteun
De belangrijkste vorm van inkomenssteun is de ontkoppelde steun. Deze was vroeger bekend onder de naam ‘bedrijfstoeslag’, en werd sinds 2015 hervormd tot de ‘basisbetaling’. Deze basisbetaling wordt jaarlijks uitbetaald aan landbouwers die betalingsrechten bezitten, als ze in dat jaar landbouwgronden in gebruik hebben, en voldoen aan alle steunvoorwaarden. Landbouwers die deze basisbetaling ontvangen moeten, mits uitzonderingen, drie vergroeningspraktijken toepassen: gewasdiversificatie, behoud van blijvend grasland, en aanleg van ecologisch aandachtsgebied.
Gekoppelde steun is de andere vorm van inkomenssteun die qua bedrag varieert in functie van productie en is voorbehouden in Vlaanderen voor de rundvleessector (premie voor het produceren van vleeskalveren en premie voor het behoud van de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij).
Voor jonge landbouwers is het financieel moeilijk om nieuwe economische activiteiten in de landbouwsector op te zetten en tot ontwikkeling te brengen. Om hieraan tegemoet te komen zijn in het GLB verschillende maatregelen opgenomen, onder meer een extra inkomenssteun voor jonge landbouwers die met hun landbouwactiviteiten beginnen. Bij deze extra inkomenssteun aan de jonge landbouwers wordt gedurende maximaal 5 opeenvolgende jaren een bijkomende betaling toegekend op elk geactiveerd betalingsrecht (tot 90 ha) als wordt voldaan aan alle steunvoorwaarden. Het doel is om de eerste vestiging van hun bedrijf te vergemakkelijken.
De betalingen uit het GLB zijn bovendien gekoppeld aan vereisten op het gebied van voedselveiligheid, gezondheid van dieren en planten, klimaat, milieu, bescherming van watervoorraden, dierenwelzijn en de conditie waarin de landbouwgrond wordt gehouden. Dit zijn de ‘randvoorwaarden’. Met de randvoorwaarden beoogt Europa een marktgerichte, duurzame landbouw in overeenstemming met de wensen van de maatschappij. Daarnaast streeft ze naar een beter evenwicht tussen landbouw en milieu.
Pijler 2 (ELFPO)
De tweede pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid omvat de maatregelen rond plattelandsontwikkeling. Lidstaten en regio’s hebben een waaier aan mogelijkheden die kunnen worden ingezet. In Vlaanderen heeft dat vorm gekregen in het Programma voor Plattelandsontwikkeling 2014-2020, kortweg PDPO III.
Europa heeft landen verplicht om gegevens over begunstigden publiek te maken. Alle gegevens staan op www.belpa.be. Daar staan de bedragen ook opgesplitst. Het gaat om alle steunbijdragen (Pijler 1 en Pijler 2) die in het kader van het GLB werden uitbetaald: zowel van het Europees Landbouw GarantieFonds (ELGF) als van het Europees Landbouwfonds voor PlattelandsOntwikkeling (ELFPO). Vanaf begrotingsjaar 2014 worden niet enkel rechtspersonen gepubliceerd, ook natuurlijke personen. Maar zoals bekend: heel wat bedrijven of instellingen worden om meerdere redenen opgesplitst, zodat de cijfers een niet altijd even transparant beeld bieden van de EU-landbouwsubsidies. Wie in de Belpa-lijst doorklikt, ziet perfect over welke steunmaatregel het gaat, en waarom steun wordt uitbetaald. Voor het nieuwe GLB onderzoekt het departement Landbouw & Visserij hoe de begunstigden, en in het bijzonder van de directe steun, kunnen afbakenen volgens de mogelijkheden van de Europese kaders, zodat de steun zo gericht mogelijk naar de landbouwer zelf gaat.
Lieven Vancoillie