Het Taittinger Champagnehuis kent een rijke geschiedenis. De percelen werden in 1934 door Pierre Taittinger aangekocht op het domein Forest-Fourneaux. Momenteel is het nog steeds in het bezit van de familie Taittinger. In de jaren 1950 breidde onder leiding van François en Jean Taittinger het Champagnehuis de wijngaard uit en kwam er in 1955 110 hectare bij. Deze werden voornamelijk beplant met Chardonnay om de stijl van de Taittinger-wijnen te verzekeren. In de jaren 60 plantte Claude Taittinger nog eens 140 hectare extra in 5 jaar tijd. Het domein van Taittinger beslaat momenteel 288 hectare en strekt zich uit langs de Marne tussen de 'Côte des Blancs', de 'Vallée de la Marne' en de 'Montagne de Reims'. Er is ook 80 hectare in de Aube, gelegen in Loches-sur-Ource. De percelen zijn beplant met 37% Chardonnay, 48% Pinot Noir en 15% Pinot Meunier, verdeeld over 37 verschillende ‘crus’ die tot de beste van de Champagne-benamingen behoren.
Het Taittinger Champagnehuis heeft ook Chardonnay wijnstokken geplant in het hart van de 'Côte des Blancs' in 5 terroirs die de Grands Crus produceren van deze druif.
Het Taittinger domein produceert ongeveer 45% van de druiven die het nodig heeft. Taittinger koopt de rest van de druiven of haalt zorgvuldig geselecteerde wijnen van partnerwijngaarden, gebaseerd op een lange termijn engagement en gedeelde visie.
Chardonnay is het perfecte druivenras om in de kelder te bewaren. De geproduceerde wijn is delicaat en verfijnd en wordt vaak omschreven als een lichte wijn. Pinot noir wordt gebruikt om structuur aan de wijn aan te brengen bij het mengen van champagne. Het voegt body toe, wat resulteert in een wijn die sterk en aromatisch is. Pinot Meunier is een robuuste wijnstok en is vorstbestendiger dan de andere twee rassen. Het is bijzonder geschikt voor klei- of zandgronden. De druiven geven de wijn een zacht en fruitig karakter.
