Fedagrim raakt gevoelige snaar met plan

Fedagrim vindt dat er geen tegenstelling is tussen natuur en landbouw, zo bleek tijdens het zogeheten Landbouwparlement dat tijdens Agribex werd georganiseerd. De twee worden in de visie van de organisatie bedreigd door verharding en toenemend ruimtebeslag voor woningen, industrie en infrastructuur. Een goed beheer van de open ruimte, vraagt om een consistent beleid binnen de verschillende overlappende domeinen, met name ruimtelijke ordening, klimaat, milieu, landbouw.

Fedagrim stelt dat het beleid van de open ruimte bijzonder kwetsbaar is voor belangengroepen. De federatie pleit daarom voor een een meer sturend ingrijpen door de federale en gewestelijke overheden om lokale overheden uit de wind te zetten. Lokale overheden zijn meer vatbaar voor druk van bepaalde machtsgroepen en zijn gebaat met heldere en bindende afspraken waardoor er ook geen onderlinge concurrentie met andere naburige gemeenten mogelijk is.

Landbouwgebieden kunnen volgens Fedagrim, structureel bijdragen tot het leveren van ecosysteemdiensten en de biodiversiteit. De overheid moet daarom niet alleen de maatschappelijke kosten die gepaard gaan met het produceren van voedsel in rekening brengen, maar ook de maatschappelijke baten. Zo kan de biodiversiteit geholpen worden als landbouwers afstappen van monoculturen en meer inzetten op bijvoorbeeld klaver, bos of haag. Het duurzame beheer van de open ruimte met de ecosysteemdiensten stelt tegelijk het absolute recht om te doen en te laten op ‘onze eigen grond’ in vraag, aldus Fedagrim-voorzitter Johan Colpaert.

Dat geldt dan zowel voor de eigenaar van een tuin als de boer. In het laatste geval komt de teeltvrijheid in het geding. Colpaert lichtte het standpunt van Fedagrim toe in TV-programma De Afspraak.

Eigendomsrecht

Met name het morrelen aan eigendomsrecht, lokte felle reacties uit. Vlaams landbouwminister Hilde Crevits ziet weinig in de plannen van Fedagrim voor het beschermen van de open ruimte, het milieu en klimaat. De CD&V-politica is voor diversificatie qua teelten maar voelt niks voor een overheid die zich nadrukkelijk gaat bemoeien met wat iemand wel of niet mag planten. “Als ik dat hoor word ik een beetje triest”, zei de minister in een gesprek met Landbouwleven.

“Iedereen moet ondernemend zijn. Maar als het over de landbouw gaat, zou dat niet meer mogen? Ik ben het eens dat boeren ook in de toekomst zullen moeten inzetten op meer diversificatie: welke teelten, wat is het meest geschikt voor welke bodem… We moeten nog meer de boer als expert bekijken en wij er als overheid voor zorgen dat hij begeleid kan worden.” Dwingende maatregelen? De boer en overheid moeten elkaar als vriend kunnen blijven zien. “Maar niet de overheid die gaat zeggen: jij mag dat en dat doen. Of dat wel, en dat niet. Daar ben ik het niet mee eens.”

Boerenorganisaties

De grote landbouworganisaties staan ook niet welgevallig tegenover het plan-Fedagrim. Voorzitter Hendrik Vandamme van het Algemeen Boerensyndicaat vindt dat inperking van het eigendomsrecht betekent dat we een eeuw terug in de tijd gekatapulteerd worden, en trekt de vergelijking met het communisme. Boerenbond trok op Facebook van leer tegen het optreden van Colpaert bij De Afspraak. Ze spreekt van “een triest voorbeeld van hoe Fedagrim praat over boeren in plaats van met hen. Wie de sector kent, weet immers hoeveel inspanningen en vooruitgang onze boeren wel niet gemaakt hebben op vlak van biodiversiteit!”

In een uitgebreidere reactie op de plannen van Fedagrim, benadrukt Boerenbond dat landbouw inderdaad de belangrijkste beheerder van de open ruimte is, en dus een rol te vervullen heeft. ‘Het klopt eveneens dat open ruimte in het algemeen en open ruimte in agrarisch gebied in het bijzonder vandaag zeer sterk onder druk komen te staan door allerhande niet-landbouw gerelateerde activiteiten.’ Op hoofdlijnen kan volgens Boerenbond gesteld worden dat van het planologisch voor landbouw bestemde gebied (circa 750.000 ha) vandaag ongeveer 150.000 ha niet voor landbouw gebruikt wordt.

Ongeveer 20% van het agrarisch gebied is dus niet in landbouwgebruik. Allerhande zonevreemde ontwikkelingen gaan vaak ten koste van hoogwaardige landbouwgronden. Landbouwgrond is een schaars goed geworden. De hoge kostprijs en versnippering zijn problematisch, voor alle boeren, maar zeker naar jonge starters toe. De komende vijf jaar zal 20.000 bijkomende ha natuur onder effectief natuurbeheer worden gebracht. Dit zal gaan over bestaande natuur én over nieuwe natuur, wat ook nieuw ingerichte natuur kan zijn.

Ecosysteemdiensten

Over de boer als leverancier van ecosysteemdiensten is de organisatie duidelijk: dit moet op vrijwillige basis zijn en moet bovendien billijk worden vergoed. Boerenbond dringt hierin aan op een stimulerend beleid. Boeren moeten zelf keuzes kunnen maken, vindt Boerenbond, en zelf het bedrijfsmodel kunnen bepalen. Boerenbond pleit ook voor een statuut voor natuur in het agrarisch gebied om zodoende bestaande rechtsonzekerheden weg te werken. Concreet denkt Boerenbond bijvoorbeeld aan gevallen waar een landbouwer natuur realiseert (bijv. een poel aanleggen oid…) maar waar hij nadien nadeel van ondervindt bij latere vergunning.

Eventueel moet gekeken worden naar een tijdelijk statuut waardoor de boer zich niet geremd voelt om natuurprojecten te realiseren maar waar hij op termijn wel niet op afgerekend wordt.

Politieke weerstand

Tijdens een debat op Agribex bleken de christendemocraten en liberalen ook geen warm voorstander te zijn van het wegnemen van keuzevrijheid op het boerenerf. Alleen de groenen waren enthousiast - de socialisten waren niet aanwezig. Europees Parlementslid Hilde Vautmans (Open Vld, Renew Europe) en Vlaams Parlementslid Steven Coenegrachts (Open Vld) benadrukken dat als we spreken over een problematische grondpositie, pacht de sleutel is. “Het is dus veel belangrijker om een nieuwe pachtwet te maken die eigenaars stimuleert om gronden te verpachten en die pachters rechtszekerheid biedt, dan te raken aan het privé-eigendomsrecht.”

Bovendien is het voorstel om in te grijpen in de teeltvrijheid niet aanvaardbaar voor hen. “Wij pleiten voor teeltvrijheid en vrijheid van teelttechnieken voor onze boeren en ze moeten zelf de keuze hebben om aan diversificatie te doen. En die boer zal dat ook vanzelf doen als we gaan zoeken naar meer rendabele bedrijfsmodellen. Onze boeren hebben er trouwens ook alle baat bij om te zoeken naar diversificatie, maar niet een die opgelegd wordt van bovenaf of die aan hun eigendom raakt.”

Daarom is het belangrijk dat er gewerkt wordt aan een optimale markttransparantie, vinden de liberalen zodat boeren over zoveel mogelijk gegevens beschikken om hun teelten te kiezen in functie van rendabiliteit.

Een moeilijke boodschap

Johan Colpaert geeft ons aan om als federatievoorzitter voor de landbouw te willen praten hebben en niet tegen. Afgelopen week is zijn mail-, sms- en whatsappbox ontploft met reacties. Voor 98% blijken dit positieve reacties te zijn, aldus Colpaert. Het heeft hem wel dynamisme gebracht om harder door te gaan. Colpaert erkent de wijsheid niet in pacht te hebben, maar zijn doel is om het verschil te maken, de dialoog aan te gaan en het rond de pot draaien te breken. Als sectorvoorzitter geeft hij te kennen het lef te hebben om dingen te durven zeggen, die een ander niet kan of durft zeggen.

“De vraag is of de overheid nog landbouw wilt. Willen ze dit, dan is de eerste stap dat de landbouwer zijn boterham moet kunnen verdienen.” Wordt er gekozen voor natuur, laat dan de landbouwer een rol spelen als natuurbeheerder en vergoed hem voor dit werk, zodat hij een degelijk inkomen heeft. Met wat men nu bezig is, lijkt het gewoon op een koude sanering van de landbouw, vindt hij. Colpaert voegt er ook aan toe dat hij niet voor monocultuur is en dat waar beslist wordt om aan landbouw te doen er geen teeltbeperking mag opgelegd worden.

Colpaert gaat verder en zegt dat het uiteindelijk de bevolking is die veel van het landschap waarin hij leeft eist. “Laat ons dan de bal terug kaatsen richting de eisen stellende particulier zijn tuin en diens eigendomsrecht. Maar hier stuiten we dan echt op het ‘not in my backyard-syndroom’. Colpaert erkent dat het jammer is voor de polemiek die hierdoor in de landbouw is ontstaan. Hij is er wel rotsvast van overtuigd dat boeren gesterkt door de erfbetreders een standpunt naar buiten kunnen brengen. “Helaas is het zo moeilijk om alle neuzen in dezelfde richting te laten wijzen.”

Jan Cees Bron, Lieven Vancoillie

en Tim Decoster

Meest recent

Meest recent