Inspelen op variatie in bodem voor opbrengstverhoging maïs
Een evenwichtige bodemvruchtbaarheid vormt de basis voor een goede maïsteelt. Toch wordt het effect van bepaalde bodemeigenschappen op de maïsopbrengst vaak nog onderschat. Door enerzijds de variatie van deze bodemeigenschappen binnen een perceel en anderzijds de maïsopbrengst in kaart te brengen, kan men nagaan in welke mate verschillen in bodemeigenschappen leiden tot opbrengstverschillen binnen eenzelfde perceel.


Vermits de bodem het reservoir vormt waaruit maïs water en nutriënten moet opnemen, lijkt het vanzelfsprekend dat een gunstige bodemvruchtbaarheid en bodemstructuur essentieel zijn voor een goede maïsproductie. Toch wordt vaak nog onderschat in welke mate een goede basisbodemvruchtbaarheid zich vertaalt in een hogere maïsopbrengst en in welke mate bodemeigenschappen kunnen verschillen binnen eenzelfde perceel.
Bodemeigenschappen zoals de zuurtegraad (pH) en het organisch koolstofgehalte bepalen in grote mate de bodemkwaliteit en dragen op die manier bij tot een hogere productie. Het blijft echter een uitdaging om een betere bodemkwaliteit uit te drukken in procent meeropbrengst. Met de nieuwe technieken die gebruikt worden voor precisielandbouw kan nu op een relatief eenvoudige manier de relatie tussen bodemeigenschappen en opbrengst binnen een perceel in beeld worden gebracht. Bovendien kan op die manier ook worden geëvalueerd in welke mate het inspelen op deze verschillen bv. door plaatsspecifieke toediening van kalk of mest, tot een meeropbrengst zou kunnen leiden.
In het kader van het demonstratieproject SMART-Bodem (gefinancierd door het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling) worden door diverse partners (Bodemkundige Dienst van België, Hooibeekhoeve, PIBO-Campus en KBIVB) de mogelijkheden voor het plaatsspecifiek optimaliseren van de opbrengst aan de hand van de resultaten van de Veris bodemscan gedemonstreerd. Hooibeekhoeve volgde samen met de Bodemkundige Dienst het afgelopen jaar een maïsperceel van 4,14 ha op in Brecht.
In het voorjaar werd hier de variatie van verschillende bodemeigenschappen in beeld gebracht met de Veris MSP3 bodemscanner. Met deze bodemscanner kan de variatie aan organische koolstof, pH en elektrische geleidbaarheid (EC) op twee dieptes in kaart worden gebracht. Daarnaast wordt ook het reliëf van het perceel tot op 2 cm nauwkeurig vastgelegd tijdens het scannen. In september werd de maïs gehakseld met een hakselaar met opbrengstmeting en werd zo ook de opbrengst in kaart gebracht.
Uit de resultaten van de bodemscan (Figuur 1) blijkt dat zowel het organisch koolstofgehalte, de zuurtegraad (pH) als de geleidbaarheid (EC) van de bouwlaag hoger zijn in het noorden van het perceel en lager zijn in de zuidelijke tip van het perceel. De geleidbaarheid van de bodem wordt bepaald door verschillende bodemeigenschappen zoals de textuur, het vochtgehalte, het organisch koolstofgehalte en het gehalte aan nutriënten. Bij het perceel in Brecht werden verschillende bodemstalen genomen waaruit bleek dat in de zones met een hogere geleidbaarheid in dit geval meer nutriënten aanwezig waren (fosfor, kalium, magnesium, calcium en natrium), de pH hoger was en de bovenste bodemlaag (0-30 cm) ook vochtiger was. Het feit dat de zones met een hoger organisch koolstofgehalte, hogere pH en hogere geleidbaarheid grotendeels samenvallen is ook niet geheel toevallig als je weet dat bij een hoger organisch koolstofgehalte de pH beter behouden blijft, meer nutriënten vrijkomen, nutriënten beter worden vastgehouden en meer vocht kan worden vastgehouden.
In de opbrengstkaart van de hakselmaïs zien we duidelijk de variatie aan bodemeigenschappen die werd waargenomen met de bodemscan terugkomen (Figuur 1). De zone in het noorden van het perceel waar het koolstofgehalte relatief hoger is, waar de pH zich binnen de streefzone bevindt (streefzone pH is 5,2-5,6 voor zandgronden) en waar de hoogste EC-waarde werd gemeten, komt overeen met de zone waar de hoogste opbrengst werd gehaald. I
Dienst van België)