Hakselgranen in reinteelt en mengteelt onder de loep
In het Vlaio LA-project ‘Pensvoer’ wordt onder andere onderzoek gedaan naar de optimalisatie van GPS-granen in reinteelt of mengteelt. Deze bieden structuur in combinatie met energie in het rantsoen.

Op veel Vlaamse melkveebedrijven omvat de ruwvoerproductie enkel gras en maïs, die beide, als gevolg van intensief onderzoek naar deze gewassen gedurende de voorbije decennia, hoge verteringscoëfficiënten en dus hoge voederwaardes hebben.
Deze evolutie zorgde voor gestegen melkproducties, maar houdt ook risico’s in. Bij tekorten aan structuur is de kans op subacute pensverzuring (SARA) bij hoogproductief melkvee reëel.
Zelden wordt erover nagedacht om ruwvoeders in de bedrijfsvoering op te nemen die gericht zijn op een adequate structuurvoorziening in het rantsoen en dus een betere pensgezondheid. Gehele plantsilage (GPS) van granen, ook wel hakselgraan, zowel reinteelt als mengteelt met eiwithoudende gewassen, vormt een interessante compromis gezien hun structuureigenschappen in combinatie met een (pens)energiewaarde.
Melkveehouders hebben niet alleen belang bij een uitgebalanceerd rantsoen, maar ook bij meer teelt-rotatie met meer veerkracht in de ruwvoederwinning. GPS-granen in reinteelt of mengteelt hebben tal van voordelen, zoals opbouw van organische stof in de bodem, verminderde nood aan gewasbeschermingsmiddelen en verhoogde opbrengsten, ook in jaren met een droog voorjaar en/of zomer. In zo’n jaren kan de opbrengst van kuilmaïs en gras tegenvallen en is een alternatief via een stuk winterteelt een goede vorm van risicospreiding.
Hevige regenval eind 2023 en begin 2024
In teeltseizoen 2022-2023 werd op de proefhoeve Bottelare (HoGent - UGent) het effect van soorten en mengsels van hakselgranen en vlinderbloemigen in winterteelt, onder Vlaamse omstandigheden en volgens een conventionele teeltwijze onderzocht. Bij de Hooibeekhoeve in Geel werden dezelfde teeltcombinaties aangelegd. Er werd in de proeven eveneens gekeken naar bemesting, gewasbescherming, optimale oogsttijdstip op biomassaopbrengst en oogstmethode.
Op beide locaties werd er weloverwogen gefocust op winterteelten vanwege de vele voordelen. De bedoeling was om in het tweede teeltseizoen dezelfde proeven aan te leggen op beide locaties. De focus zou dan liggen op bemesting en onkruidbeheersing in plaats van op zaaidichtheid. Wegens de langdurige regenval eind 2023 en begin 2024 was er echter geen uitzaai mogelijk , waardoor er noodgedwongen moest overgeschakeld worden naar zomerteelt. Er werd dan ook later dan voorzien gezaaid (half april-half mei).
Vergelijking opbrengsten reinteelt en mengteelt
In tabel 1 worden de gemiddelde opbrengstresultaten van de winterteelt aangelegd door Proefhoeve Bottelare en Hooibeekhoeve gegeven voor teeltseizoen 2022-2023. Het opbrengstniveau in de locatie Mol (Hooibeekhoeve) was opvallend lager, voornamelijk als gevolg van zeer natte omstandigheden. Alle objecten met erwten en wikken kenden een belangrijke uitval van planten. Bij erwten is die te verklaren door het voorkomen van Antracnose, een ziektecomplex dat in de voorbije 2 eerder natte jaren (winter-voorjaar) vaak voorkwam en nog verder onderzoek vraagt.
De reinteelt of combinaties erwten-gerst werden al geoogst rond 15 juni bij een aanvaardbaar drogestofgehalte. De erwten in de combinaties met triticale zijn voedererwten van het Hr-type, die minder reageren op fotoperiode en een minder gedetermineerde groei hebben. Dat komt erop neer dat ze langer vegetatief blijven en ook gedurende een langere periode nog blijven bloeien en peulen vormen. Op die manier zijn ze veel massaler.
In Bottelare moesten die combinaties vroeger geoogst worden, omdat legering begon door te zet ten. Het drogestofgehalte was dan ook iets te laag om een goed inkuilresultaat te bekomen en om sapverliezen te voorkomen. De reinteelt van triticale en de combinatie van triticale en veldboon werd dan weer te laat geoogst. De Proti-méteil bevatte ook wikken. Die combinatie werd op 2 tijdstippen geoogst. Door de massale ontwikkeling van de wikken bleek het eerste oogstmoment ook te vroeg. Alles werd ingekuild in microkuilen.
Tabel 2 toont de gemiddelde opbrengstresultaten van de zomerteelt voor teeltseizoen 2024. Door de late zaai van de zomerteelt waren de opbrengsten beduidend lager. In Moortsele (Proefhoeve Bottelare) werden de meeste zomerteelten wat te laat geoogst. Daardoor waren de drogestofgehalten te hoog, ondanks een spreiding in oogstmomenten. Idealiter liggen drogestofgehaltes tussen 35% en 40%.
Bij de proef aangelegd door Proefhoeve Bottelare werden de hoogste drogestofopbrengsten bekomen bij de mengteelt erwt x gerst, méteil Early (combinatie erwten en gerst), méteil Pea (combinatie zomertriticale, erwten en zomerhaver), reinteelt gerst en reinteelt triticale. De drogestofopbrengsten waren opvallend lager bij de mengteelt triticale x veldboon (onder andere in méteil Bean). Dit kan verklaard worden door de late zaai. Als gevolg hiervan was de ontwikkeling vrij massaal en trad er legering op, wat ook oogstverliezen gaf.
Verder bleek dat zowel bij reinteelt als mengteelt gerst bemesting met enkel drijfmest aanleiding gaf tot hogere drogestofopbrengsten, terwijl dit bij zo wel reinteelt als mengteelt triticale het geval is bij de bemesting met enkel kunstmest.
In Geel werd gekozen voor één oogstmoment. Als gevolg hiervan waren de drogestofgehaltes van de combinaties met erwten allemaal hoog tot zeer hoog. De opbrengstniveaus van de eerste 6 objecten waren vergelijkbaar met die behaald op de Proefhoeve Bottelare. De objecten reinteelt triticale en de mengteelt van triticale en veldbonen (inclusief méteil Bean) haalden een opvallend hoger opbrengstniveau. Dit gold vooral voor de objecten met rundermengmest als bemesting.
Voor triticale x veldboon en in mindere mate voor méteil Bean was het drogestofgehalte wel laag tot zeer laag. Meestal bleek het werken met rundermengmest een positief effect te hebben op de opbrengst.
Al bij al moeten de resultaten van de zomerteelt in het jaar 2024 met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden, gezien de late zaai.
Samengevat
Zowel in winterteelt als in zomerteelt is het mogelijk om een aanvaardbare drogestofopbrengst te bekomen met de teelt van hakselgranen, en dit zeker in winterteelt. Toch blijken er belangrijke verschillen tussen de ingezette combinaties en vielen de opbrengsten tegen in Geel in de context van de natte omstandigheden.
Het is belangrijk om ook op het juiste moment te oogsten. Hakselgranen rijpen snel af en het is zaak om het drogestofgehalte niet te hoog te laten worden. Dat zal immers de inkuilresultaten niet ten goede komen. Ondanks de late zaai bleken de opbrengsten in zomerteelt gemiddeld nog mee te vallen. Toch waren er ook hier belangrijke verschillen tussen de reinteelt en mengteelten of méteilmengsels.