EU-parlementair: "Europa heeft een strategie voor alternatieve eiwitten nodig"
De Nederlandse Anna Strolenberg (Volt/De Europese Groenen) schreef samen met een collega in het Europees Parlement een brief naar Eurocommissaris voor Landbouw en Voeding Christophe Hansen. De boodschap: Europa heeft dringend nieuw beleid nodig om de productie en consumptie van alternatieve eiwitten – soja, peulvruchten zoals linzen en kikkererwten... – aan te moedigen. “We pleiten zeker niet voor het afschaffen van de veeteelt, wel voor een evenwichtigere aanpak. Het gaat om meer diversiteit, meer keuzevrijheid, om betere en gezondere producten.”

Europa heeft een strategie voor eiwitdiversificatie nodig. Dat is toch de boodschap van Europarlementsleden Anna Strolenberg (De Europese Groenen) en Sigfrid Friis (Renew). Zij legden hun vraag voor meer plantaardige en alternatieve eiwitten uit in een brief aan Eurocommissaris voor Landbouw en Voeding Christophe Hansen. Twee Vlaamse Europarlementsleden ondertekende de brief mee: Sara Matthieu (Groen) en Bruno Tobback (Vooruit).
Landbouwleven vroeg aan Strolenberg om in het licht van de Vlaamse Week van de Peulvrucht (10 tot 16 februari) haar Europese visie over eiwitten uit te leggen. “Een strategie geeft landbouwers en alle actoren in de voedselketen een kader om binnen te werken en een helder toekomstperspectief. Zo zorgen we voor stabiel in plaats van zigzaggend beleid.”
Wat bedoelen jullie juist met eiwitdiversificatie?
Eiwitdiversificatie betreft het diversifiëren van de productie en consumptie van eiwitten. Wij willen dat er beleid gemaakt wordt om de productie en consumptie van alternatieve eiwitten te stimuleren: denk aan de productie van soja of peulvruchten op Nederlandse of Belgische bodem of aan precisiefermentatie.
Wat houdt zo’n strategie precies in?
Een strategie gaat verder dan mooie woorden. Een strategie is een concreet plan met duidelijke doelen, een tijdlijn met bijbehorende budgetten. Deze doelen gaan zowel over productie en consumptie: waar gaan we met Europa naartoe om onze doelstellingen op het gebied van van gezondheid en duurzaamheid te behalen.
Na de doelen komen de concrete beleidsinitiatieven. We stellen bijvoorbeeld voor om het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) verder toe te spitsen op de productie van meer eiwitgewassen.
We roepen ook op tot het ontwikkelen van een EU-investeringsfonds in alternatieve eiwitten, naar het Deense voorbeeld. Hiermee kunnen nieuwe innovaties ook daadwerkelijk doorbreken. Zo versterken we de economische positie van onze landbouwers en voedingsindustrie.
Lange procedures bij de EFSA (n.v.d.r. de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid) zijn helaas vaak een struikelblok om innovatieve voedingsproducten op de markt te brengen. Een fast-track voor duurzame en gezonde producten kan een oplossing bieden.
Tot slot, onze veeteelt moet een sterke en duurzame positie krijgen in de voedingsketen. Dit kan door in te zetten op circulariteit en begrazing van ecologisch waardevol grasland. We pleiten dan ook voor veeteelt die een ecologische meerwaarde levert met landbouwers die een goed inkomen halen uit deze activiteiten. Er is trouwens een sterke complementariteit tussen beiden: de productie van plantaardige voedingsstoffen geeft reststromen die kunnen gebruikt worden als veevoer. We zien veeteelt en alternatieve eiwitten als complementair en versterkend. Zo willen we uit de polarisatie treden die momenteel in het debat veel te sterk aanwezig is.
Waarom hebben we die strategie nodig?
Vandaag komt 60% van onze eiwitten uit dierlijke producten en 40% uit plantaardige. Dierlijke producten hebben een hoge klimaatimpact en zijn in te grote hoeveelheden ongezond. Het aandeel dierlijke eiwitten in ons dieet moet naar beneden. Om dit te doen moeten er alternatieven ontwikkeld worden die lekker, duurzaam en gezond zijn. We pleiten dus zeker niet voor het afschaffen van de veeteelt, wel voor een evenwichtigere aanpak. Het gaat om meer diversiteit, meer keuzevrijheid, om betere en gezondere producten.
Een strategie geeft landbouwers en alle actoren in de voedselketen een kader om binnen te werken en een helder toekomstperspectief. Zo zorgen we voor stabiel in plaats van zigzaggend beleid.
Wat zijn de gevolgen van zo’n strategie voor Europese boeren?
Onze landbouwers spelen een belangrijke rol in deze transitie. Het beleid moet hen helpen om te innoveren met nieuwe producten en nieuwe verdienmodellen aan te boren. Het moet zorgen voor een toekomstgerichte landbouw die weerbaar is binnen de huidige geopolitieke en klimatologische context. Heel wat eiwitgewassen, zoals linzen of kikkererweten zijn goed geschikt om te telen bij bijvoorbeeld langere, drogere periodes. Ze zijn door hun stikstofbindend vermogen ook goed voor de bodem. De stikstofkringloop wordt dus evengoed meer gesloten.
Door meer in te zetten op lokale plantaardige eiwitproductie worden onze landbouwers minder afhankelijk van import uit het buitenland, iets wat hen vandaag de dag economisch kwetsbaar maakt. Door onze veeteelt een duidelijke plaats te geven in het verhaal creëren we als het ware een nieuwe licence to produce. Veetelers krijgen dan weer de erkenning voor hun essentiële rol in een circulair systeem, en daar moeten ze ook voldoende voor betaald krijgen.
Hoe gaan jullie en jullie medestanders in het Europees Parlement ervoor zorgen dat deze strategie er komt?
We blijven aandacht vragen voor dit thema door evenementen te organiseren, bij boeren langs te gaan die hier mee bezig zijn en hun verhalen te verzamelen, en door beleidsinitiatieven aan te dragen die uitvoering zullen geven aan deze strategie.
De commissie moet een actieplan rond eiwitdiversificatie ontwikkelen. Zoals hierboven beschreven moet deze concrete doelen bevatten, zorgen voor stabiel beleid en inzetten op: innovatie, GLB-steun voor eiwitgewassen, een investeringsfonds, de versterking van de keten, en openbare aanbestedingen en diverse relevante beleidsdomeinen op de gestelde doelen afstemmen. Daarnaast moet zoals gesteld ook onze veeteelt een hernieuwde rol krijgen.