Wie mag de bomen kappen op het pachtgoed?
Aan de rand van een groot perceel dat ik pacht staan 8 kaprijpe populieren. Bij de betaling van de pacht vertelde de eigenaar dat hij deze bomen het komende jaar wil kappen en de opbrengst voor hem wil houden. Kan dit zomaar? Ik ben toch de pachter en heb toch recht op de vruchten van het perceel?

In een pachtovereenkomst hebben beide partijen – pachter en verpachter – rechten en plichten.
Rustig pachtgenot
Een van de verplichtingen van de verpachter is het pachtgoed te leveren en het rustig pachtgenot te garanderen. In principe is het de verpachter daarom verboden om zonder toestemming van de pachter kappingen uit te voeren op het verpachte goed. De verpachter mag op grond van art. 1719 van het Burgerlijk Wetboek immers niets doen dat het rustig genot van de pachter kan verstoren.
Uitzonderingen op rustig pachtgenot
Op dit principe bestaan enkele specifieke uitzonderingen wat betreft het kappen of rooien van bomen of beplantingen. Ten eerste kan de verpachter bestaande fruitbomen vervangen door dezelfde of andere soorten fruitbomen. Daarnaast kan hij in weiden bosbomen vervangen. De vervanging van bosbomen op akkerland is daarentegen uitgesloten, gelet op hun schadelijk karakter voor de gewassen.
Artikel 32, tweede lid, 4° van het Vlaams Pachtdecreet staat dan weer toe dat er in de pachtovereenkomst wordt voorzien dat bepaalde bomen gehandhaafd moeten blijven. Dit betekent dat de beide partijen, pachter en verpachter, bij aanvang van de pachtovereenkomst onderling kunnen overeenkomen dat bepaalde bomen zullen behouden worden. Volgens ons moet dergelijke clausule, als die al in uw pachtovereenkomst zou zijn ingeschreven, in uw geval zodanig worden uitgelegd dat u na het kappen van de populieren nieuwe bomen moet aanplanten. Dit is trouwens toch veelal een voorwaarde voor het bekomen van een kapmachtiging, een administratieve verplichting waar u wellicht toch zal moeten aan voldoen.
In gesprek gaan met verpachter
Hoewel op basis van het hierboven geschetste principe de verpachter dus niet het recht heeft om de populieren te kappen, lijkt het ons toch aangewezen dat u hierover met de verpachter in gesprek gaat. De bovenstaande regels zijn immers niet van openbare orde, zodat partijen daar in overleg van kunnen afwijken. Mogelijk kan er een vergelijk gevonden worden waar beide partijen zich goed bij voelen en komt dit de verhouding met de verpachter ten goede. Zo zou bijvoorbeeld de opbrengst van de kap gedeeld kunnen worden om de verdere escalatie van het geschil te vermijden.
Indien u er met uw eigenaar niet zelfstandig uitgeraakt, kunt u hem ook laten oproepen in verzoening voor de vrederechter van het kanton waarin uw bedrijfszetel gelegen is. De vrederechter zal in dat geval bemiddelen om beide partijen tot een akkoord te bewegen. Als zo’n akkoord wordt bereikt, zal dat meteen in een authentieke akte – het proces-verbaal van verzoening – kunnen worden vastgelegd.
Kappen van bomen versus ontbossen
Opgepast! Het is niet omdat u tot een akkoord komt met de verpachter dat u de populieren zomaar mag rooien. Naast de verhouding met de verpachter, is er ook nog de regelgeving uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) en het Bosdecreet. In het kader van deze administratieve reglementeringen geldt een belangrijk onderscheid tussen enerzijds het kappen van bomen en anderzijds het ontbossen. Het begrip ‘kappen’ omvat eenvoudigweg het weghalen van een boom. Bij ontbossing wordt de kapping nog gevolgd door een wijziging in het gebruik of de bestemming van de grond, zodat het beboste gedeelte voorgoed verdwijnt. Een typevoorbeeld van een ontbossing in landbouwverband is de omzetting van een perceel met bomen naar akkerland.
Een ontbossing is steeds vergunningsplichtig, evenals het vellen van hoogstambomen buiten bosverband, die op een hoogte van 1 m boven het maaiveld een stamomtrek van 1m meter hebben.
Kapmachtiging
Naast de eventuele vergunningsplicht die volgt uit de VCRO moet ook steeds nagegaan worden of er een kapmachtiging moet worden aangevraagd. Zo moet bijvoorbeeld voor het kappen van niet-hoogstammige bomen in bosverband in principe geen omgevingsvergunning worden aangevraagd, maar moet wel een kapmachtiging bekomen worden van het Agentschap Natuur en Bos (ANB). Daartoe dient een aanvraag via het daarvoor voorziene digitale loket van het ANB te worden ingediend. Wanneer een kapping van hoog- of laagstammige bomen moet gebeuren om veiligheids- of sanitaire redenen, moet deze louter gemeld worden. Wanneer een boom dreigt personen of eigendommen te beschadigen, moet men binnen de 24 uur per mail de kapping melden aan het ANB, terwijl kappingen omwille van of ter voorkoming van ziekten reeds minstens 14 dagen op voorhand aan het ANB moeten aangekondigd worden.
Er is in elk geval een kapmachtiging vereist wanneer de boom deel uitmaakt van een bos. Een bos wordt in het Vlaams Bosdecreet gedefinieerd als elke grondoppervlakte waarvan bomen, en eventueel houtachtige struikvegetaties, het belangrijkste bestanddeel uitmaken en waartoe een eigen bosfauna en bosflora behoren. Simpel uitgedrukt, wanneer een perceel vanuit de lucht bekeken voor de helft of meer van de totale grondoppervlakte wordt ingepalmd door boomkruinen, wordt deze gelijkgesteld met een bos. Nieuwe aanplantingen of zaailingen worden ook als bos beschouwd als er minstens 50% bedekking is of minstens 2.500 zaailingen per hectare. Door het Bosdecreet worden wel een aantal aanplantingen, waaronder in landbouwverband, vrijgesteld van de kapmachtigingsplicht. Het gaat onder meer om wissenteelten, boslandbouwsystemen (agroforestry), fruitboomgaarden, boomkwekerijen en naaldboombestanden bestemd voor de verkoop van kerstbomen met een gemiddelde hoogte van maximaal 4 m.