Kraaiachtigen bestrijden helpt niet enkel de landbouw
Kraaiachtigen veroorzaken aanzienlijke schade aan landbouwgewassen. In een recente bevraging onder Vlaamse landbouwers gaf 97% aan schade door kraaiachtigen te hebben ervaren. Wetenschappelijke studies tonen aan dat beheer van kraaiachtigen niet enkel de landbouw ten goede komt, maar ook kan bijdragen aan de instandhouding van kwetsbare vogelsoorten, zoals zangvogels.

Kraaiachtigen, zoals zwarte kraaien, kauwen en eksters, hebben een negatieve invloed op zangvogels en andere kwetsbare (vogel)soorten. Het bestrijden van kraaiachtigen kan bijdragen aan de instandhouding van kwetsbare vogelsoorten en aan de bescherming van landbouwgewassen. Dit is volgens de Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV) geen visie op basis van emoties, maar op basis van wetenschappelijk onderbouwde argumentatie.
Hoeveel schade moet landbouw nog leiden?
De impact van kraaiachtigen op de landbouw varieert van het vernietigen van kiemplanten tot het eten van fruitgewassen, met significante economische verliezen als gevolg. Om belangrijke schade aan professioneel geteelde gewassen te voorkomen, is het volgens de HVV van belang om deze kraaiachtigen te bestrijden.
Positief effect op zangvogels
Uit talrijke studies blijkt dat kraaiachtigen een aanzienlijke negatieve invloed kunnen hebben op het broedsucces van andere vogelsoorten. Zo werd in een Zweeds onderzoek vastgesteld dat tot 75% van de nestpredaties door kraaiachtigen werd veroorzaakt, met name in landbouwgebieden waar zwarte kraaien, kauwen en eksters overheersen. Specifiek werd vastgesteld dat nesten in landbouwgebieden vrijwel exclusief werden gepredeerd door zwarte kraaien, kauwen en eksters.
In Brits landbouwgebied werd vastgesteld dat 28,9% van (experimentele) nesten ten prooi viel aan predatie. Van deze gevallen werd 70% toegeschreven aan middelgrote vogels, vooral kraaiachtigen. Gelijkaardige onderzoeken in Zweden, Frankrijk en Oostenrijk tonen gelijkaardige cijfers. Daar vielen meer dan 40% van de nesten ten prooi aan predatie, waarbij kraaiachtigen verantwoordelijk waren voor tot 79,3% van alle predatiegevallen.
Bestrijding heeft geen impact op instandhouding
Het uitvoeren van bestrijding op kraaiachtigen heeft geen negatieve impact op de instandhouding van deze soorten. Zo bleek uit een INBO-rapport dat in Vlaanderen het aantal zwarte kraaien in de periode 2007-2022 met 21% is toegenomen en het aantal kauwen met maar liefst 121%. De populatie van eksters blijft stabiel. Ondanks deze bestrijdingsmaatregelen zijn deze populaties hoegenaamd niet onder druk komen te staan, wat volgens de HVV aantoont dat dergelijk beheer duurzaam kan worden uitgevoerd zonder de instandhouding van kraaiachtigen te bedreigen.
“Kraaiachtigen verdienen respect, maar trop is te veel. Onderzoek toont aan dat populatiereductie van kraaiachtigen leidt tot een hoger broedsucces en in sommige gevallen ook tot hogere dichtheden van bepaalde (bedreigde) vogelsoorten”, besluit de HVV in een verklaring.