Startpagina Actueel

Een gemeente moet als een smartphone zijn

Een boerderij valt te combineren met een schepenambt of met de sjerp van burgemeester. “Misschien niet voor elk landbouwbedrijf of voor elke stad of gemeente, maar we hebben in de politiek meer landbouwers nodig, die nog met 2 voeten in het veld of in de stal staan. Er zitten in het parlement te veel politieke en sociale wetenschappers, juristen en andere mensen die nooit met hun voeten in de praktijk hebben gestaan”, zegt Bart Dochy, lijsttrekker van de Lijst Burgemeester in Ledegem.

Leestijd : 7 min

Bart Dochy is landbouwer en burgemeester in de West-Vlaamse gemeente Ledegem. Hij helpt er in het bedrijf van zijn echtgenote varkens afmesten en bewerkt mee de 30 ha akkers.

“Wij zijn niet ingegaan op de Vlaamse opkoopregeling voor varkensbedrijven, maar niet omdat ik als politicus per definitie tegen het principe van de warme sanering ben. Ik ben er nog altijd van overtuigd dat de intensieve varkenshouderij nog veel toekomst heeft in Vlaanderen. Het is ook niet uitgesloten dat onze zoon het bedrijf verderzet op termijn.

Die opkoopregeling vind ik overigens veel te complex. Voor wie daarop ingaat, maar bijvoorbeeld andere landbouwactiviteiten wil aanhouden, zijn er te veel onzekerheden. De overheid heeft zich de voorbije jaren bovendien niet altijd getoond als een betrouwbare partner in dergelijke regelingen, niet voor de landbouw en niet voor ondernemers in de ruime zin van het woord”, zegt Dochy.

Omringen met de juiste mensen

Dat hij zijn bedrijf kan combineren met zijn politieke activiteiten, is voor hem een kwestie van organisatie. “Dat en je laten omringen met de juiste mensen, zowel op het bedrijf als in de politiek. Maar ik begrijp dat bijvoorbeeld een melkveehouder, een groenteteler of iemand met een zeugenbedrijf het moeilijker zou hebben om die agenda’s te combineren.”

Als burgemeester van Ledegem heeft hij daar ook de bevoegdheden Landbouw en Waterbeleid, 2 onderwerpen die hem nauw aan het hart liggen. “Ik ben niet de enige met kennis van landbouwzaken in het college van burgemeester en schepenen. De ouders van de eerste schepen, Greta Vandeputte, zaten in de landbouw. Zij vervangt mij indien nodig in bijvoorbeeld de gemeentelijke schattingscommissie. Ondanks de brede weersverzekering blijven die gemeentelijke schattingscommissies heel belangrijk voor de fiscaliteit van forfaitaire landbouwbedrijven”, stelt Bart Dochy.

Veiligere fietspaden en een nieuw cultureel centrum

Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen haalde de lijst van Bart Dochy 77% van de stemmen, goed voor 18 van de 21 zetels. Vooruit kreeg 2 zetels, Groen 1. Voor de huidige verkiezingen blijft er in Ledegem enkel Vooruit over als uitdager.

In de voorbije legislatuur kunnen de burgemeester en zijn bestuursploeg terugkijken op onder meer het vinden van oplossingen voor de wateroverlast en op de start van de dorpskernvernieuwing in deelgemeente Sint-Eloois-Winkel en de restauratie van een als monument beschermde hoeve in deelgemeente Rollegem-Kapelle die onder andere dient als huisvesting voor 2 dagopvangprojecten voor personen met een handicap. Op de agenda staan nog plannen voor waterzuivering, bredere fietspaden en het nieuwe culturele centrum De Samenkomst in Ledegem. Een recept voor zijn successcore als burgemeester heeft Dochy niet echt, maar hij neemt vooral de tijd om te luisteren naar de inwoners en zijn motto is ‘zijn wie je bent’.

In zijn landelijke West-Vlaamse gemeente staat de deur van zijn kabinet op het gemeentehuis open voor iedereen. In het Vlaams parlement zou hij met plezier opnieuw de commissie Landbouw en Visserij leiden, maar het is nog afwachten of en hoeveel commissievoorzitters zijn partij krijgt in dat Vlaamse parlement. “Als ‘gewoon’ lid van de commissie Landbouw zal ik de sector met evenveel vuur verdedigen als dat ik deed als voorzitter”, belooft de landbouwexpert van cd&v, die mee de onderhandelingen voerde over de vorming van de nieuwe Vlaamse regering.

Het aantal landbouwers in de nationale, gewestelijke, provinciale en gemeentelijke politiek ligt niet echt hoog. Andere beroepsgroepen zijn ruimer vertegenwoordigd. “Als je daar onder boeren over spreekt, geeft men mij gelijk en tegelijk zijn er weinigen die tijd kunnen vrijmaken voor politiek. Maar als er – op om het even welk niveau – iets beslist wordt dat ingaat tegen het sectorbelang, dan beseffen velen wel dat ze een stem in de politiek nodig hebben. Engagement opnemen is belangrijk, maar het uitleggen van wat beslist is, is ook zeer belangrijk. Mensen hebben heel vaak wel begrip, zelfs voor een negatieve beslissing, wanneer de context duidelijk toegelicht wordt”, analyseert Dochy.

Dienstbetoon zonder schaamte

Zijn eigen engagement voor landbouw en lokale politiek zit diep geworteld. “Ik ben in de politiek gestapt om andere mensen te helpen, niet voor mezelf.. Iedere maandag avond tussen 18 en 19 uur heb ik mijn spreekuur. Iedereen kan dan bij mij terecht met vragen en problemen. Sommige collega’s in de politiek vinden dat dat niet meer past in de nieuwe politieke cultuur. Dienstbetoon zou ertoe leiden dat slechts enkelen geholpen en dus bevoordeeld worden. Ik hou echter altijd het algemeen belang voorop en ik merk vooral een grote nood aan juiste informatie bij de burger. Dit kan ook gewoon een doorverwijzing zijn naar de juiste dienst.

Niet elke inwoner is mee in de digitale wereld. Niet iedereen vindt op eigen kracht waar of hoe hij een subsidie moet aanvragen, niet iedereen vindt even vlot aan welke voorwaarden ze moeten voldoen voor bepaalde procedures, niet iedereen begrijpt de taal die politici en juristen gebruiken … Heel vaak mondt dat spreekuur uit in het verduidelijken van reglementering. Ik probeer daarin het voorbeeld te volgen van Herman De Croo: dossierkennis combineren met een grote bereikbaarheid.”

Net als over dienstbetoon heeft Bart Dochy zijn mening over het verbod op het cumuleren van politieke mandaten. “Als je alle burgemeesters en schepenen uitsluit als leden van het Vlaamse of federale parlement, verlies je in één klap heel wat politieke ervaring en politici die wel nog dicht bij de mensen staan. Dat zou een aderlating zijn voor de politiek in Vlaanderen.”

Ondernemers zijn niet de vijand

In Ledegem kiest hij met het college voor een ondersteunend vergunningenbeleid. “Wij beschouwen ondernemers en particulieren niet als vijanden. Het is daarom niet dat alles hier maar moet kunnen, maar wij bekijken elke vraag met een positieve ingesteldheid, zonder argwaan. Voor grotere projecten organiseren we informatievergaderingen waarop het ganse verhaal kan verteld worden, in alle transparantie en eerlijkheid.

Toen een fruitteler hagelkanonnen wou plaatsen hebben we 700 omwonenden uitgenodigd uit de heel ruime omgeving. De fruitteler heeft kunnen vertellen waarom hij dat hagelkanon nodig heeft en uitgelegd wat dat veroorzaakt aan overlast. De boodschap voor de omwonenden was dat, als je het hagelkanon hoort afgaan, dat dat betekent dat je zelf ook minder schade zal hebben aan je woning of tuin. Door op die manier het volledige verhaal te vertellen, hebben we daarna nooit klachten gehad over die hagelkanonnen, zelfs niet als ze ’s nachts afgaan.” Ondertussen is er nog een tweede fruitteler die ook zo’n kanon heeft geplaatst.

Als er wegenwerken zijn, bekijken we welke bedrijven en bewoners gehinderd worden en hoe we ervoor kunnen zorgen dat er oplossingen zijn voor bijvoorbeeld de bereikbaarheid van veehouders of groentetelers voor aan- en afvoer. Zo zijn er nog kleine ingrepen die we in Ledegem doen. Als de grachten geruimd worden, moet de aangelande normaal de geruimde specie aanvaarden op zijn land. Maar niemand zit daar echt op te wachten. Het afvoeren van die specie is voor ons bestuur een extra kost. Vanaf dit jaar werken we deels met een systeem waarbij de bodem van de gracht radiaal wordt uitgefreesd. Dit zorgt er dan voor dat het volume specie beperkt wordt. Met de radiale frees is er trouwens ook geen schade aan een eventuele dranaigebuis.”

Openruimtefonds voor landelijke gemeenten

Als burgemeester van een kleine, landelijke gemeente ziet Dochy dat Ledegem proportioneel minder geld krijgt uit het Gemeentefonds dan grootsteden als Gent of Antwerpen. “Dat extra geld voor de grootsteden was indertijd bedoeld om specifieke problemen in de grootstad aan te pakken. Ondanks het vele geld lijkt er echter maar weinig opgelost te worden en worden steeds maar extra middelen gevraagd… en verkregen”, stelt Dochy.

Voor hem mag er via het Openruimtefonds – in de omgekeerde richting – wat extra geld naar de landelijke gemeenten gaan, die ook hun eigen noden hebben. “De bouwshift, waarbij men in het buitengebied de open ruimte vrijwaart en dat compenseert met extra woonaanbod in de steden, moet gefinancierd worden. Als men van de landelijke gemeenten vraagt dat er op vergunde bouwgronden niet meer mag gebouwd worden, dan moet daar budget tegenover staan. Vanuit het Vlaamse niveau duwt men bovendien steeds meer verantwoordelijkheden naar het gemeentelijke niveau, maar de financiering volgt niet altijd.”

Geen verplichte fusies

Gemeenten verplichten om te fusioneren tot ze een ‘voldoende’ grootte hebben, is voor Bart Dochy geen goed idee. “Net zoals je bij bedrijven zowel kleine zelfstandigen nodig hebt als multinationals, heb je op bestuursniveau kleine gemeenten en grote steden nodig. Kleine gemeenten kunnen onderling samenwerken waar nodig. Overigens, alle Vlaamse grootsteden zitten diep in de schulden, terwijl de meeste kleine gemeenten financieel gezond zijn. Het is dus niet de toenemende schaalgrootte die bepaalt dat een bestuur efficiënter omgaat met zijn middelen.

In de kleinere gemeenten zijn er bovendien vaak meer tevreden inwoners, ondanks onze beperkte middelen en mensen”, voegt hij er fijntjes aan toe. Hij vergelijkt zijn gemeente met een smartphone: makkelijk in gebruik, zonder dat de achterliggende complexiteit je als burger belast. “In een kleine gemeente is die achterliggende structuur minder complex en daardoor vaak veel efficiënter dan in heel wat grote steden.”

De burger is het kompas van het bestuur

Het ‘kleine’ Ledegem van burgemeester Dochy scoort dan ook bovengemiddeld goed op de Gemeente-monitor. Die score flatteert hem en zijn ploeg. “Het is in de eerste plaats de burger die het kompas vast heeft en de koers uitzet. Wij als bestuursploeg van Ledegem proberen het schip zoveel als mogelijk in de gewenste richting te sturen. Met zo’n score in de Gemeente-monitor kan je dan alleen maar blij zijn”, meent de trekker van Lijst Burgemeester.

In de toekomst wil Bart Dochy in Ledegem voortgaan op de ingeslagen weg. “Er zijn politici die dromen van gemeenten zonder gemeentehuis, zonder fysiek gebouw. Daar geloof ik niet in. Tijdens de coronacrisis waren de loketten gesloten en kon je enkel iemand van de gemeente bereiken op afspraak. Daar komen we nu van terug. Er zitten opnieuw mensen aan het onthaal, al was het maar omdat sommige mensen al moeite hebben om hun vraag of probleem te omschrijven. Dat kan je niet oplossen met een website of met AI, daar heb je mensen voor nodig”, besluit de burgemeester van Ledegem.

Filip Van der Linden

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken