Opinie: ‘Lastig om eerlijk te vertellen waar we als veeteeltsector voor staan’
De voorbije weken organiseerde het Agentschap Landbouw en Zeevisserij in de 5 Vlaamse provincies informatieavonden over de toekomst voor veehouders na het stikstofdecreet. Het waren noch voor de aanwezigen, noch voor de sprekers evidente avonden.

Riccy Focke, transitiemanager programmatische aanpak stikstof (PAS) bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij blikt, als een van de sprekers, hierop terug.
Leef je nog?
Die vraag kreeg ik de laatste dagen veel. Het ant-woord is: ja, nog een beetje (lacht). Ik heb de laatste weken in 5 provinciale vergaderingen bijna 5% van de Vlaamse veehouders ontmoet om hun te vertellen hoe ze zich kunnen voorbereiden op de veranderingen in de veehouderij. De onderliggende boodschap ging over ‘Zelfzorgplicht voor veehouders en zorgplicht voor adviseurs en beleid’.
Ik had me al in juni voorbereid. Ik wou het stikstofkader zo volledig mogelijk uitleggen en tegelijk de veehouders de kans geven om in my face te reageren met vragen en opmerkingen. Je kan daar alleen maar zelf van leren.
Leuk kan ik het niet maken
In de inleiding toonde ik in 3-4 dia’s dat het klassieke landbouwmodel zal veranderen. Europese richtlijnen en Vlaamse decreten krijgen nu (na vele jaren) een directe impact, waardoor de manier van vee houden niet alleen zal veranderen, maar vooral andere prioriteiten de toekomstige koers gaan bepalen. Transitie is geen andere methodiek van landbouw, maar een totaal ander ondernemerskader waarbinnen de veehouders hun bedrijfsdoel gaan moeten realiseren.
Tot mijn verwondering kreeg ik na de vergaderingen mails en berichten van ondernemers die nog nooit gehoord hadden van beslist geurkader, klimaatdoelstellingen, natuurherstelwet en meer. Dit bewijst dat niet alle informatie goed doorstroomt, maar ook dat we, als overheid, zelf voor de landbouwers moeten gaan staan om het verstaanbaar uit te leggen.
Ik geloof in het uitleggen van het probleem in de taal van de deelnemers. Ik geloof in de meerwaarde van het concreet voorrekenen hoe de voorgestelde oplossing eruitziet, zelfs met voordelen voor de betrokkene. Als je niet de What’s in it for me? uitlegt en toont, kom je in de meeste transities uit op een fiasco (volgens wetenschappelijke studies mislukt dan 70%). Dat wil ik niet.
Eerst de situatie van de veehouders begrijpen
Ik las al veel dure studies over transitie met mooie plaatjes en spraakmakende titels, maar nog nooit las ik analyses die uitgaan van het standpunt van de veehouder.
Je moet nochtans je gesprekspartners begrijpen – dan kan je vanuit hun belang en interesses argumenten vinden om te veranderen en om zo een gezamenlijk gedragen doel te bereiken. Dit is de basis van iedere onderhandeling en transitie in politiek, handel en iedere andere organisatie of bedrijf.
Je moet de passie voor de stiel blootleggen, de taaklast als ondernemer erkennen en heel goed snappen hoe de veerkracht van de onderneming kan gemeten worden binnen het huidige ondernemerskader. Enkel zo kan de ondernemer een verandering overwegen, of het nu is op korte of langere termijn. Tijdens de infomomenten maakte ik de impact van de omgeving duidelijk aan de hand van een paar concrete rekenvoorbeelden.
Op dat moment kreeg ik in sommige vergaderingen al de reactie van ondernemers die aangaven dat ze het nú al moeilijk hebben, terwijl er in de meeste gevallen nog geen directe impact op hun recente of huidige bedrijfsvoering voelbaar is. We moeten dus beseffen dat er bedrijven zijn die het nu al moeilijk hebben. Met extra voordrachten rond financieel inzicht kun
Overweeg de toekomstmogelijkheden
Meer dan de helft van de aanwezigen waren 55-plussers: zij gaven aan dat ze zich zorgen maken of ze al die noodzakelijke aanpassingen en investeringen nog kunnen terugverdienen en of die hun wel veiligheid gaan geven tot hun pensioen. Ze voelen zich gedwongen om hun veestapel in te krimpen.
Deze overweging kan ik alleen maar erkennen, want zonder gewijzigd marktbeleid heeft die inkrimping van de veestapel direct negatieve gevolgen op hun besteedbaar inkomen.
Op zo’n bedrijven kunnen nieuwe verdienmodellen mogelijks een oplossing zijn. Die moeten natuurlijk wel passen bij het talent en de passie van de veehouder, want ‘je maakt van een veehouder geen sojabonenteler’. Bovendien moet de bijkomende taaklast van administratie en audit combineerbaar zijn op het bedrijf. De nieuwe activiteit moet ook passen bij de bestaande financiële verplichtingen van het bedrijf en moet voldoende juridische zekerheid geven om het bedrijf in de toekomst succesvol te houden.
Iedere nieuwe richting wordt dus door de ondernemer afgetoetst op inhoud, rendement, juridische zekerheid (vergunbaarheid) en operationele haalbaarheid. Iedere onzekerheid op deze overwegingen verklaart de felle weerstand om te veranderen. Vanuit menselijk standpunt hebben we hier alle begrip voor. Het belang van de veehouders is de sleutel om de transitie in de hele sector te doen slagen.
De veehouder staat centraal
Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij houdt de ondernemers autonoom in hun keuzevrijheid, maar wil hun tegelijkertijd alle mogelijkheden binnen de maatschappelijke beperkingen maximaal tonen. Er wordt getoond welke financiële ondersteuning ondernemers kunnen aanvragen en goede voorbeelden van transitie worden vermeld. Het is immers belangrijk om te weten waar je als ondernemer aan toe bent, ook al hoor je de boodschap niet graag. Niemand wordt in de steek gelaten, dagdagelijks worden problemen gesignaleerd aan het beleid en worden oplossingen gezocht.
Ga je nog zo’n vergaderingen geven?
De reacties in de zalen, in de pers en op sociale media hadden impact. Sommige mensen hebben uitspraken vervormd en geframed om die te misbruiken in hun eigen propaganda. Ik moet dat even een plaats geven en erover nadenken. Ik heb als transitiemanager de opdracht om veetelers correct en eerlijk te informeren en om hun de mogelijkheden binnen de beperkingen te tonen. Ik blijf bij dit verhaal, omdat ik oprecht geloof dat dit verhaal klopt.
In de toekomst moet ik echter misschien meer het podium geven aan de verschillende technische specialisten (emissie, ruimte, sector) om gedetailleerder in te gaan op de concrete bezorgdheden en mogelijkheden van de veehouders.
Anderzijds moet ik zelf voortwerken aan de weg om dit moeilijke verhaal binnen de verschillende overheidsadministraties te (blijven) brengen. De gewenste verandering kunnen we enkel met begrip voor elkaars belang en zorg realiseren.
In eigen naam, maar natuurlijk ook verbonden aan mijn functie als ‘servus civilis’ / transitiemanager PAS bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij.