Startpagina Veeteelt

Een mestverrijker haalt de stikstof uit de lucht

Aan het begin van de zomer ging Landbouwleven met Inagro op bezoek bij onze noorderburen, waar innovatieve mestverwerkende technieken bij landbouwers opgesteld staan. “De uitdaging voor de hele landbouwsector is: hoe voeden we de groeiende wereldbevolking zonder de aarde uit te putten?”

Leestijd : 6 min

De aardappelvelden waar Jacob van den Borne inzet op precisielandbouw bevinden zich aan beide kanten van de grens in Reusel. “Daarvoor maken we gebruik van onder andere bodemscans, drones en satellietbeelden, maar precisielandbouw blijft vooral een kwestie van data goed bijhouden om het opbrengstpotentieel van je percelen in kaart te brengen”, aldus Jacob.

Om dat potentieel op peil te houden, moet de Belgisch-Nederlandse aardappelteler het bodemleven en de bodemvruchtbaarheid goed onderhouden. Dat doet hij door op het juist moment, met de juiste dosering en met de juiste techniek organische en kunstmest toe te passen.

Vooral drijfmest bevat volgens Jacob echter de noodzakelijke nutriënten, organische stof en vocht die broodnodig zijn voor het bodemleven, in tegenstelling tot kunstmest. “We hebben juist te weinig mest”, zei Jacob daarom op 13 juni tijdens een bezoek aan zijn boerderij georganiseerd door Inagro. Kunstmest geeft daarentegen wel meer gecontroleerd zijn stikstof en nutriënten vrij, wat past binnen zijn precisiemodel.

Al 4 jaar maakt Jacob daarom gebruik van een mestverrijker om dierlijke mest op te waarderen. Stikstof wordt door middel van plasmatechnologie uit de lucht gebonden aan de mest. Het resultaat is een bijna geurloos eindproduct én minder methaan- en ammoniakemissies.

Klimaatneutrale zuivelindustrie

De mestverrijker die Jacob gebruikt, wordt geleverd door GEA Farm Technologies, bij veehouders in de eerste plaats bekend voor hun melk- en voerrobots. “Deze technologie past binnen onze visie om circulaire oplossingen aan te bieden voor de vraag naar meer duurzaamheid binnen de veehouderijsector, zoals van de Europese Boer tot Bord-strategie komt”, aldus Harm Ypma van GEA.

“De uitdaging voor GEA en de hele landbouwsector is: hoe voeden we de groeiende wereldbevolking zonder de aarde uit te putten?” De uitstoot van broeikasgassen moet bijvoorbeeld drastisch dalen, met als einddoel een netto klimaatneutrale zuivelproductie tegen 2050. “Bedrijven zoals Nestlé en Unilever willen zelf al hun uitstoot met de helft verminderen tegen 2030”, zei Ypma.

De doelstellingen zijn duidelijk, maar hoe je dat als melkveehouder klaarspeelt, staat minder vast. “In plaats van je kudde te reduceren, bestaan er tal van technieken om de uitstoot van zowel broeikasgassen als andere luchtvervuiling op je bedrijf te doen dalen. Die gaan van meer weidegang en klaver in het grasland, tot mest behandelen.” De mestverrijker, of Manure Enricher, van GEA kan volgens het bedrijf ongeveer 200 gCO2eq per liter melk besparen, of met andere woorden 30% minder broeikasgasemissies. “Deze cijfers zijn wetenschappelijk geverifieerd door onafhankelijke instellingen, zoals Wageningen Universiteit”, beweert Ypma.

Geurloze mest

Door een alternatief te voorzien voor kunstmest zorgt zo’n mestverrijker in de eerste plaatsvoor minder vraag ernaar, waardoorbroeikasgassen dievrijkomen bij de productie en transport van kunstmestvoorkomen worden. “Kunstmestproductie is momenteel verantwoordelijk voor 2% van de wereldwijde klimaatvoetafdruk, maar zo’n kwalitatieve mest is wel onontbeerlijk voor onze voedselproductie”, zei Ypma.

De rest van de vooropgestelde besparing komt van het stoppen van methaanvervluchting bij de stal en mestopslag. Tot 80% van de methaanemissie blijft wel rechtstreeks van het vee komen. Daar kan een mestverrijker zoals die van GEA geen mouw aan passen. “Dat kan met aangepaste voederrantsoenen voor een stuk wel ingedamd worden”, aldus Ypma.

Extra stikstof wordt uit de lucht gehaald en toegevoegd aan de dierlijke mest door middel van plasma.
Extra stikstof wordt uit de lucht gehaald en toegevoegd aan de dierlijke mest door middel van plasma. - Foto: GEA

De naam van het eindproduct van de mestverrijker verraadt het proces onder de motorkop: NEO of Nitrogen Enriched Organic Fertiliser. Door middel van plasma, de vierde dimensie, wordt stikstof uit de lucht gehaald en toegevoegd aan de mest als plant beschikbare stikstof. De zuurtegraad wordt verlaagd tot 5 à 5,5 pH, waardoor ammoniakemissie (tot 95%) en methaanemissie (tot 99%) grotendeels gestopt worden. “Het productieproces verwijdert de mestgeur en werkt hygiëniserend”, legt Ypma uit. De met stikstof verrijkte mest is bijna geurloos.

“Door de ammoniak ‘vast te zetten’ zorgt het proces ervoor dat er geen waardevolle voedingsstoffen verloren gaan in de lucht, maar dat deze in de drijfmest blijven zitten. Daardoor neemt de bemesting in waarde toe”, aldus Ypma. Zo snijd je je luchtverontreiniging niet alleen in de helft, maar krijg je ook een snellere groei en hogere opbrengst na toepassing van NEO. “Ten opzichte van onbehandelde mest krijg je met NEO gemiddeld tot 40% meer gewasopbrengst”, beweert de vertegenwoordiger van GEA. De mestverrijker bindt niet alleen ammonium vast, maar voegt ook minerale stikstof (nitriet en nitraat) aan de meststof toe, die direct beschikbaar is voor het gewas.

Onzekerheid

Tegenover dit potentieel voor meer opbrengst en om je uitstoot in 2 te hakken, staat wel een kostenplaatje van 250.000 euro. Daarbij komen nog de hoge elektriciteitskosten om plasma op te wekken, wat een hoge voltage vraagt. Door duurzame energie zoals een pocketvergister te integreren in een circulair proces, kan je volgens Ypma wel al veel besparen.

“Met de restwarmte van het plasmaproces kan je bijvoorbeeld je huis verwarmen, of de vergister op temperatuur houden. Die mestverwerkende technologie kan dan weer duurzame stroom bieden voor de mestverrijker. De technische combinatie is ideaal en kan een belangrijke schakel vormen, in de toekomst van je bedrijf, maar anders vormt (groene) stroom een grote kostenpost.” Het kostenplaatje doet GEA verder kloppen door het geld dat een landbouwer bespaart aan kunstmest en door de extra gewasopbrengst.

Daar zouden ook nog de verminderde afzetkosten van dierlijke mest bij kunnen, mocht NEO wettelijk tellen als een kunstmestvervanger (Renure). “Brussel heeft op 19 april in een concepttekst uiteengezet wat de criteria zijn waar een kunstmestvervanger aan moet voldoen om wettelijk in orde te zijn. Daar voldoet NEO aan, maar een mestverrijker staat niet in de lijst met toegestane technieken”, al dus Ypma. Samen met andere bedrijven die in hetzelfde schuitje zitten, hebben ze verzet aangetekend.

Sowieso moet het Nitraatcomité het wetsvoorstel nog goedkeuren, waarna het nog omgezet moet worden in Vlaamse wetgeving voordat Renure bovenop de toegestane hoeveelheid dierlijke mest gebruikt mag worden. “We wachten de definitieve tekst nu af om te zien of onze mestverrijker daar ook onder zal vallen.” In Nederland heeft GEA een akkoord met het ministerie van Landbouw dat de uit de lucht gehaalde stikstof in NEO gebruikt mag worden in de bestaande mestboekhouding.

De Manure Enricher van GEA is ook nog niet officiëel erkend als ammoniak- en methaanemissiereducerende techniek door het WeComV. “We staan nu op het punt om ons dossier in te dienen. Met al het onderzoek dat we gedaan hebben en de peer-review artikelen, hebben we er veel vertrouwen in”, zei Ypma.

De onzekerheid over de erkenning van de technologie maakt het volgens de vertegenwoordigers van GEA en N2 Applied voor boeren moeilijk om te ondernemen. “Maar we blijven de mestverrijker verder ontwikkelen. De volgende stap is om andere nutriënten, naast stikstof, toe te voegen aan het eindproduct”, besloot Henk Aarts van N2 Applied,, dat de plasmatechnologie voor de Manure Enricher ontwikkelde.

Perspectief

De mestverrijker zelf was tijdens het bezoek van Inagro op 13 juni jammer genoeg niet te zien op het erf van aardappelteler Jacob. De machine past namelijk in een schipcontainer en is volledig mobiel.. Zo gaat die van landbouwer tot landbouwer. “Een mestverrijker kan makkelijk geïntegreerd worden in de bestaande opstelling van een landbouwbedrijf”, aldus Ypma. Het eindproduct kan een landbouwer met bestaande drijfmesttanken uitrijden.

Jacob zelf blijft erop gebrand om met de meest innovatieve technieken te werken. “De kennis die ik opdoe, wil ik delen via de Van den Borne Campus en via het daarbijhorende proefveld van de toekomst, waar verschillende landbouwpraktijken met elkaar vergeleken worden. Zo wil ik perspectief bieden aan de sector”, besloot Jacob.

Thor Deyaert

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken