de landbouwdieren. Zijn wolfwerende omheiningen ondertussen ingeburgerd, is het gedrag van de wolven veranderd, of zijn er gewoonweg minder wolven momenteel?
“Als je kijkt naar het aantal slachtoffers per wolf, dus het absoluut aantal slachtoffers gedeeld door het gemiddeld aantal wolven van dat jaar, daalt het aantal schadegevallen al sinds 2019”, merkte Diemer Vercayie van het Wolf Fencing Team op.
Er zijn dus duidelijk ontwikkelingen aan de gang die ervoor zorgen dat de wolf in Vlaanderen minder slachtoffers maakt onder landbouwdieren.
Wolfwerende maatregelen
Volgens Vercayie is de inzet op preventie van schade via het wolfwerend maken van omheiningen zeker niet vreemd aan die daling. “Als je in de kern van het leefgebied van de Limburgse roedel rondrijdt, zie je dat ruwweg de helft van de omheiningen al wolfwerend gemaakt is.”
In Limburg zie je quasi geen schadegevallen meer, omdat wolfwerende maatregelen daar meer ingeburgerd zijn geraakt, beaamt Joachim Mergeay van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). “Wolven hebben door deze omheiningen hun gedrag aangepast. Ze jagen minder op schapen, omdat ze bang zijn voor een schok van de elektrische draad.”
Wolvin Emma in de Noorderkempen zorgt dan weer voor relatief meer aanvallen. “Zij is er nog maar sinds september 2023, waardoor beschermende maatregelen voor het vee nog niet goed van de grond zijn geraakt. Er is nog wat tijd nodig voordat deze in die regio ingeburgerd raken.”
Gedrag van wolven
“Het kan ook te maken hebben met de individuele voorkeuren en geleerde gedragingen van individuele wolven”, aldus Vercayie. In de zomer van 2023 is het mannetje in de roedel in Limburg omgekomen in het verkeer. Deze wolf, die de naam August kreeg, noemt André Calus van Praktijkcentrum Kleine Herkauwers een grote reus. “In heel de regio is er veel minder agressiviteit sinds August doodgereden is. De manier waarop de roedel werkt, hangt af van het gedrag van individuen.” Zeker de mannetjes zijn dominant en sturen het gedrag van de hele roedel, zegt Calus.
“Toch was de daling van het aantal schadegevallen (per wolf) al ingezet voor wolf August stierf. Dan blijft vooral preventie, de inzet op wolfwerende omheiningen, als oorzaak over”, besluit Vercayie.
Minder wolven
Een andere verklaring blijft toch wel het feit dat er momenteel gewoonweg minder wolven in Vlaanderen zijn. “Op een bepaald moment doolden er 13 wolven rond in Vlaanderen. Op dit moment zijn dat er maar 3 of 4”, zegt Calus.
In Limburg was er vorig jaar 1 roedel met 2 wolven gevestigd, met als territorium de helft van de provincie Limburg en een stuk van provincie Antwerpen. Wolvin Emma heeft van de Noorderkempen sinds 2023 haar thuis gemaakt. Een zwerver of jonge wolf is vorige week in de Zuiderkempen gespot en zette zijn tocht verder naar Limburg.
Vorig jaar waren er ook minder slachtoffers omdat er geen welpen geboren zijn. “Hierdoor was er geen behoefte om in het najaar veel te jagen”, stelt Calus. Welpen gaan van september mee op jacht met hun ouders, waardoor het aantal slachtoffers, ook bij landbouwdieren, in het najaar stijgen. “Nu dat er na de dood van August opnieuw een koppel in Limburg is, moeten we wel met deze situatie voor komend najaar rekening houden.”
Ook Mergeay verwacht dit jaar een kleine toename in aanvallen op vee. “De wolven lopen in Limburg als een koppel rond en zijn dus duidelijk gepaard. Als de natuur zijn werk doet, zullen daar waarschijnlijk nakomelingen van komen.”
Wolfproof afsluiten niet zaligmakend
Dat schapen en andere prooidieren tegenwoordig beter beschermd zijn, is een van de redenen waarom er minder schadegevallen gemeld zijn. Volgens Calus verklaart dat de waargenomen tendensen toch niet voor 100%. “Vooral bij kleine particulieren zijn de wolfwerende omheiningen gezet. Professionele schapenhouders werken bij begrazingen vooral met snel verplaatsbare omheiningen.”
“Wolfproof afsluiten betekent ook geen absolute veiligheid, wat de experten ook mogen beweren”, waarschuwde Calus op 8 februari tijdens een infodag over de wolf in Essen. “Er zijn zowel in Vlaanderen als in Nederland aanvallen geweest binnen wolfproof afgesloten weilanden. Wolfproof afsluiten vermindert de kans op schade, maar is niet alles zaligmakend.”
Om bestaande afsluitingen in de risicozones wolfproof te maken, bestaan er 2 subsidiesystemen. De kleine veehouder krijgt 90% van de kosten vergoed onder voorwaarden en krijgt ook een onderhoudsvergoeding. De grootschalige veehouderij krijgt de volledige installatiekosten terugbetaald, maar krijgt geen vergoeding voor het werk en onderhoud van de omheiningen.
“Een wolfwerende omheing onderhouden kost heel wat werk dat dus niet vergoed wordt. De sector is vragende partij om al het bijkomende werk vergoed te krijgen”, zei Calus. Veehouders moeten bijvoorbeeld elke dag de elektrische draad controleren op mankementen en nakijken of de spanning nog hoog genoeg is. In het groeiseizoen moet hij of zij om de 2 à 3 weken het gras onder de draden maaien.
Kuddebeschermingshonden
Melkvee- en schapenhouder Johan Schouteden van de Sonnisheide in Houthalen-Helchteren kan ervan meespreken dat wolfwerende omheiningen er niet altijd in slagen om wolven van de schapen weg te houden. In Essen getuigde hij hoe wolven over de jaren heen verschillende keren in de wolfwerende afsluiting geraakt zijn en slachtoffers maakten onder zijn schapen. Dat noopte hem ertoe om te investeren in kuddebeschermingshonden.
Die verdedigen de kudde tegen wolven en zijn een extra beveiligingsmogelijkheid wanneer de wolvendruk in de regio te hoog wordt. Kuddebeschermingshonden zijn echter niet voor iedere veehouder weggelegd, waarschuwde dierenarts Bert Driessen (RCC Belgium). “Het zijn grote honden die flink wat werk vragen.”
Daarnaast zijn er nog enkele juridische aspecten die nog opgelost moeten worden voordat deze honden een volwaardige oplossing voor schapenhouders worden. “Honden kunnen in Vlaanderen nog niet alleen, zonder herder, een kudde bewaken. Dat is in het buitenland wel al een optie”, zei Calus. “Daarnaast is er nood aan een certificeringssysteem voor kuddebeschermingshonden en zou er ondersteuning moeten komen voor de aanschaf en onderhoud ervan.”