onder de loep

Het lijkt de minister niet vreemd om te bekijken in welke mate pocketvergisters kunnen vrijgesteld worden van de vergunningsplicht. Hij denkt daarbij aan het bereiken van de Vlaamse klimaatdoelen en aan de beperkt ruimtelijke impact bij bestaande bedrijven.
‘Vlaamse Versnelling’
Een en ander past volgens minister Brouns in de logica waar de Vlaamse regering zich enkele weken geleden nog over heeft uitgesproken in het kader van de Vlaamse productiviteits- en competitiviteitsagenda ‘Vlaamse Versnelling’. Daar was er aandacht voor de rol en de impact van het omgevingsbeleid en voor een vlotte en robuuste vergunningverlening. Dat zijn noodzakelijke hefbomen voor het versnellen van productiviteitsverhogende investeringen, voor het creëren van een aantrekkelijk investeringsklimaat en voor het versterken van onze competitiviteit.
Het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV) bracht in augustus 2023 een advies uit wat betreft pocketvergisters. Dat advies stelde dat het kan aangenomen worden dat de toepassing van pocketvergisting op een rundveestal niet leidt tot een significante nettoverhoging van de emissie van ammoniak ten opzichte van een rundveestal zonder pocketvergisting.
Performant en veilig
Op de bijeenkomst van de Commissie voor Leefmilieu zagen volksvertegenwoordigers Andy Pieters (N-VA) en Simon Bekaert (Vooruit) dat alvast anders. Zij vinden onder andere dat de visie van de minister het afgesproken principe in het stikstofakkoord omzeilt. Ze willen bovendien waarborgen dat pocketvergisters performant en veilig zijn, met inachtname van de goede ruimtelijke ordening.
Hun collega’s-commissieleden Bart Dochy (cd&v), Leo Pieters (VB) en Lydia Peeters (Open Vld) lieten eveneens verstaan dat ze bedenkingen hebben bij een vergunningsvrijstelling voor pocketvergisters. Al ziet commissielid Dochy lichtpunten in een robuust systeem voor beproefde technieken die met een versnelde procedure kunnen worden goedgekeurd.
Volgens minister Brouns kunnen aan een eventuele vrijstelling in het zogenaamde Vrijstellingsbesluit ruimtelijke voorwaarden worden verbonden. Hij denkt dan aan maximale afmetingen, minimum- en maximumafstanden tot bestaande gebouwen en dergelijke meer. Indien niet aan deze voorwaarden voldaan kan worden, wordt ervan uitgegaan dat de ruimtelijke impact groter is en dat dit dus een beoordeling vergt door de vergunningverlenende overheid.
Adminstratieve lasten
Het doel is om de administratieve lasten voor het in gebruik nemen van deze innovatieve installaties zo laag mogelijk te houden. Verder onderzoek zal volgens Brouns uitwijzen of pocketvergisters vrijgesteld kunnen worden, zowel op ruimtelijk vlak als op milieuvlak. Hij kijkt echter niet enkel naar de vergunning. Binnen het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) is bijvoorbeeld ook reeds steun voorzien voor pocketvergisters.