Een Nederlandse studie naar de verbanden tussen geitenbedrijven en longontstekingen zorgde de voorbije weken voor heel wat beroering bij onze bovenburen. De studie bevestigt de conclusies van een eerder onderzoek, namelijk dat de kans op longontstekingen groter is bij mensen die in de buurt van geitenbedrijven wonen. Daarnaast zijn mogelijke daders geïdentificeerd: 23 bacteriën die zijn teruggevonden in geitenstallen, bij patiënten, mensen in de buurt, geitenhouders en/of in de buitenlucht rondom de bedrijven.
Longontstekingen
Mensen in gebieden met veel veehouderijen hebben meer longontstekingen dan in gebieden met minder veehouderijen. Vooral tussen geitenbedrijven en longontstekingen bestaat een verband, beweert een oudere Nederlandse studie. Op basis hiervan hadden verschillende provincies in Nederland al een verbod uitgevaardigd op de vestiging en uitbreiding van geitenbedrijven.
Een nieuw onderzoek (VGO-III) bevestigt dat de kans op een longontsteking 30-50% hoger wordt wanneer je binnen 2 km van een geitenbedrijf woont. Naar schatting zouden geitenbedrijven voor 1.200 tot 6.600 extra longontstekingen per jaar zorgen, wat resulteert in 100 tot 600 ziekenhuisopnamen en zo’n 20 tot 100 extra overlijdens per jaar. Ongeveer 1,5 miljoen mensen wonen in Nederland binnen een straal van 2 km van geitenbedrijven.
Het onderzoek, een samenwerking tussen het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Universiteit Utrecht, Wageningen University & Research en het Nivel, ging ook op zoek naar de oorzaken van de link tussen geitenbedrijven en longontstekingen.
Bacteriën
De onderzoekers vonden meer dan 30 verschillende bacteriën die longontsteking bij mensen kunnen veroorzaken in de stallucht van minstens een kwart van de onderzochte geitenbedrijven. Van deze bacteriën zijn er 23 gevonden bij patiënten, omwonenden, geitenhouders en/of in de buitenlucht rondom deze bedrijven.
Onderzoekers van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) vinden dit niet verwonderlijk. Dit betekent wel niet per se dat er een oorzakelijk verband is tussen de aanwezigheid van deze bacteriën in de stallen en de longontstekingen in de omgeving. “Daarvoor is een diepgaander onderzoek vereist, dat zich op stamniveau situeert.” Enkel zo kan je aantonen of de bacteriën die de longontstekingen veroorzaken, rechtstreeks afkomstig zijn uit de nabijgelegen geitenbedrijven.
Deze kink in de kabel identificeerden de Nederlandse auteurs ook al. “Het is moeilijk te bewijzen dat de longontstekingen bij mensen rondom geitenbedrijven direct worden veroorzaakt door de bacteriën uit de geitenstallen. Wel zijn de 23 gevonden bacteriën een mogelijke verklaring voor het feit dat de longontstekingen vaker voorkomen. Dat komt doordat ze zowel bij mensen, in de geitenstallen als in de omgeving rond de stallen zijn gevonden.”
Veel van de bacteriën in de stallucht kwamen ook voor in de stalmest en in het strooisel waar de geiten in de stal op lopen. “Hier lopen de geiten op in de stal. Alle onderzochte bedrijven en bijna alle geitenbedrijven in Nederland houden hun geiten op deze manier.” De studie adviseert om te kijken of de hoeveelheid ziekteverwekkers in de stallucht en omgevingslucht omlaag kan. “Zo komen mensen die in de buurt wonen met minder ziekteverwekkers in contact.”
Corona
Sowieso is de associatie tussen geitenbedrijven en longontstekingen niet zo rechtlijnig als de Nederlandse studie suggereert, aldus het ILVO. “In het nieuwe onderzoek naar mogelijke oorzaken van longontstekingen rond geitenbedrijven werden naast patiënten en controlepersonen ook geitenhouders en werknemers op geitenbedrijven mee opgenomen.” Vergelijking tussen de groepen is echter moeilijk. Deze laatste groep was immers jonger dan de andere 2 groepen, gebruikte minder longmedicatie en kende een hoger percentage rokers dan de controlegroep.
“Op basis van de vragenlijst gaf 3% van de geitenhouders en werknemers aan een longontsteking doorgemaakt te hebben in de periode van de studie, terwijl dit 7% bedroeg voor de controlegroep.” De associatie van geitenbedrijf en longontsteking zien de onderzoekers van het ILVO hier dus niet bevestigd.
De corona-epidemie zorgde mogelijk voor een storing op de resultaten van het onderzoek naar de oorzaken van longontstekingen rond geitenbedrijven. “Dat onderzoek startte in 2020, het jaar dat Covid-19 optrad en bijhorende maatregelen van kracht waren, die ook invloed hadden op het optreden van infectieziekten zoals longontstekingen. Het feit dat het epidemiologisch onderzoek (2007-2019) niet over dezelfde periode liep als dit meer recent onderzoek is een belemmering voor het vinden van mogelijke oorzaken van de eerder vastgestelde relatie tussen leven in de omgeving van een geitenbedrijf en het optreden van longontsteking.” Volgens de onderzoekers van het ILVO is het immers mogelijk dat de eerder vastgestelde correlatie niet meer herbevestigd zou worden indien het epidemiologisch onderzoek zou worden herhaald.
Gezondheidsraad
De bevoegde Nederlandse ministers van Gezondheid (ministers Fleur Agema) en Landbouw (Femke Wiersma) hebben aan de Gezondheidsraad een vervolgstudie gevraagd naar onder meer de gezondheidseffecten van geitenbedrijven, en of het verhoogd risico op longontsteking voor omwonenden van geitenbedrijven ‘wetenschappelijk aanvaard’ is.
Volgens de NOS ontketende het onderzoek een hoog oplopende discussie tussen de 2 ministers: Agema zou direct maatregelen ter bescherming van omwonenden van geitenbedrijven willen nemen, terwijl Wiersma wil wachten tot er meer zekerheid is over de precieze link tussen geiten en longontstekingen.
Landbouworganisaties zijn ook niet opgezet met de conclusies van het RIVM. LTO Nederland betreurt dat het onderzoek niet de duidelijkheid heeft opgeleverd “waar de sector op hoopte”. “In tegenstelling tot de verwachting vond men in VGO-III geen verklaring voor een mogelijke bron uit geitenstallen”, schrijft de organisatie in een persbericht. Totdat die zekerheid er is, roept LTO Nederland beleidsmakers op om de duiding van de Gezondheidsraad af te wachten. Volgens Agrifacts baseren de ministers en het onderzoek zich op een niet transparant en inzichtelijk rekenmodel en zijn echte patiënten met longontsteking niet te vinden.
Thor Deyaert