Startpagina Archief

Vooruitstrevend

boeren met focus op uiergezondheid

De melkveehouderij staat voor grote uitdagingen. Terwijl de sector worstelt met stijgende kosten en strengere regelgeving rond antibioticagebruik, zoeken vooruitstrevende boeren naar innovatieve oplossingen. Luc Vandenholt uit Diepenbeek bewijst dat een modern bedrijf ook met minder antibiotica uitstekende resultaten kan behalen. Zijn deelname aan het On Practice Culture-project werpt nieuw licht op de toekomst van duurzame melkveehouderij. Het is een verhaal over durf, vernieuwing en het belang van een goede relatie tussen veehouder en dierenarts.

Leestijd : 5 min

In het Limburgse Diepenbeek runt Luc Vandenholt samen met zijn vrouw Hilde en 3 kinderen Michiel, Toon en Celeste, een melkveebedrijf met 80 koeien. Als vooruitstrevende boer staat uiergezondheid hoog op zijn prioriteitenlijst. Hij volgt dan ook alle nieuwigheden over het onderwerp op de voet.

Deelname aan project

Toen hij in Landbouwleven een oproep las voor het On Practice Culture-project, was zijn interesse meteen gewekt. Het project, geleid door DGZ en het M-team van de Universiteit Gent, zocht veehouders die wilden deelnemen aan een tweejarige veldproef met als opzet: een protocol volgen om milde en matige klinische mastitis op het bedrijf selectief te behandelen met antibiotica (lees ook het artikel op p. 18-19 in Landbouwleven van 5 december). Na overleg met zijn bedrijfsdierenarts Sofie Didden, want die zou ook betrokken zijn bij het project, diende hij zijn kandidatuur in.

Dat Luc graag op de eerste rij zit wat betreft bijleren rond uiergezondheid, wordt bevestigd door Sofie: “Het is tof om de vraag te krijgen van de veehouder om nog meer in te zetten op diagnostiek en individuele behandeling.” Met bacteriologisch onderzoek op cultuur had ze al ervaring en mede dankzij het enthousiasme van Luc, was ze snel overtuigd om deel te nemen aan het project. “Hoewel het opzet van On Practice Culture zeker niet geschikt is voor elke melkveehouder, zag ik de meerwaarde wel, zowel voor de veehouder als voor mezelf als begeleidende dierenarts”, vervolgt Sofie.

Evolutie in diergeneeskundige aanpak

Met een glimlach kijkt Luc terug op de evolutie in de diergeneeskundige zorg die hij heeft meegemaakt. “Ik heb 3 generaties dierenartsen zien passeren”, vertelt hij. “De eerste generatie had de spuit in de hand vooraleer ze de stal in kwamen. De tweede generatie waren de klassieke ‘docteurs’ die hun praktijk runden samen met hun vrouw, die de telefoons beantwoordde. Nu werk ik samen met Sofie, die tot de derde generatie behoort. Zij legt veel meer nadruk op advies, diagnostiek en de persoonlijke relatie met de veehouder. Vandaar dat ik haar ook heel snel betrok bij mijn deelname aan het On Practice Culture-project.”

Van routinematige naar selectieve behandeling

Vroeger werd op het bedrijf antibiotica toegediend bij de minste vlok, maar die aanpak is nu al lang verleden tijd. Luc is er trots op dat zijn bedrijf nooit problemen heeft gekend met antibioticaresistentie. Ondertussen is het concept van uitgesteld en op maat behandelen niet meer nieuw voor hem. “Het voelt goed om enkel antibiotica toe te dienen als het nodig is. Bovendien besparen we er een pak tijd en geld mee”, legt hij uit.

Zijn dierenarts Sofie stelt op basis van de melkproductieregistratie (MPR) een lijstje op om bacteriologisch onderzoek te laten uitvoeren. Dit ervaart Luc als zeer rustgevend, want dat zorgt ervoor dat er daarna – indien nodig – heel gericht kan behandeld worden. “En de resultaten mogen er ook zijn”, gaat Luc verder, “want de uiergezondheid is er zeker niet op achteruitgegaan.”

Preventie als sleutel tot succes

Inzetten op preventieve maatregelen staat centraal in de aanpak van Sofie. “Het was een van de eerste werkpunten die ze hier introduceerde, in plaats van enkel koeien te genezen (curatief)”, vervolgt Luc. Toen het bedrijf te maken kreeg met Staphylococcus aureus-mastitis, kreeg hygiëne in de melkput de hoogste prioriteit. Door bovendien snel bacteriologisch onderzoek te laten uitvoeren, kregen ze de risicodieren goed in beeld. Dat liet toe om consequent en doelgericht maatregelen te nemen: na het melken van een risicodier werden zowel de handen van de melker als de melkklauw extra ontsmet. Daarnaast is Luc er zich ook van bewust dat de stal zelf en de omgeving van de koeien een grote impact hebben op de uiergezondheid. “Zo waren er lange tijd problemen met celgetal en zelfs Klebsiella-mastitis, wat leidde tot vernieuwing van de ligboxen. En zo voeren we continu kleine en grote aanpassingen door in de melkstal om onze koeien steeds beter te voorzien van wat ze nodig hebben”, vertelt hij.

Innovatieve melktechnieken en hygiëne

In de dagelijkse praktijk hecht Luc veel belang aan de voorbehandeling van zijn koeien. In de melkput straalt hij grondig voor en wacht dan minstens 60 seconden vooraleer het melkstel aan te hangen. Dat wekt enerzijds de melkreflex goed op en anderzijds helpt het om koeien met mastitis op te sporen.

“En van zodra er maar enkele vlokjes te zien zijn, neem ik monsters voor bacteriologisch onderzoek”, legt hij uit. Luc geeft ook aan hier continu in te investeren: zo kocht hij een udder gun om koeien echt proper te krijgen vooraleer de melkklauw aan te hangen en tepelvoeringen worden steevast op tijd vervangen. Strikte hygiëne is hier de norm: tijdens het melken worden altijd handschoenen gedragen en worden de handen frequent ontsmet. Bij twijfel over de uiergezondheid maakt Luc gebruik van de verslijmingstest en durft hij ook wel eens eenvoudige sneltesten te gebruiken om een vermoeden van mastitis of hoog celgetal te bevestigen. “De MPR is namelijk een momentopname, wat betekent dat er in de tussentijd een en ander kan gebeuren”, kadert Luc.

Waardevolle inzichten

Soms werd er behandeld met ontstekingsremmers, maar niet routinematig, zeker niet bij milde gevallen. “Dankzij het project hebben we geleerd dat die ontstekingsremmers net bij de milde en matige klinische mastitis ook goede resultaten geven”, licht hij toe. “Vroeger dachten we dat bijspuiten in de nek bij milde mastitis veroorzaakt door E. coli de reden was dat koeien vlot genazen. Nu merken we echter dat we even goede resultaten boeken zonder antibiotica toe te dienen. Dat vind ik een heel waardevol inzicht.”

Toekomstvisie

Met enthousiasme kijkt Luc uit naar de volgende fase waarin hij alle milde en matige klinische mastitisgevallen selectief kan behandelen, in plaats van de helft van de koeien, zoals het project nu voorschrijft. Wat de toekomst brengt, durft hij niet zeggen. “Een nog betere uiergezondheid zou mooi zijn, en ooit zou ik willen overschakelen naar selectief droogzetten, maar de huidige infrastructuur laat dit nog niet toe. “Grote investeringen zijn momenteel geen evidentie”, besluit hij realistisch.

Zyncke Lipkens (DGZ)

 

Het On Practice Culture-project wordt gesubsidieerd vanuit Vlaio en verloopt in samenwerking met M-team UGent, ILVO en Hooibeekhoeve. Meer info erover vind je op de website van DGZ: www.dgz.be.

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen