aardappelloodsen opvolgen

Inkoelen
Aardappelloodsen waar de knollen droog en gezond zijn, mogen starten met inkoelen, voor zover dat nog niet gebeurd is. Viaverda hamert erop om traag in te koelen met een grootteorde van 1 °C per week. Een goede bakkleur wordt mede bewerkstelligd met een trage inkoeling.
Door de inkoeling mee te laten verlopen op het ritme van dalende nachtelijke temperaturen, kan er langer met buitenluchtkoeling gewerkt worden. Als er niet met buitenlucht kan gekoeld worden, is interne ventilatie aangewezen om het vrijkomende vocht uit de aardappelhoop te herverdelen.
Kiemremming
Aardappeltelers dienen hun bewaarplaatsen niet enkel te controleren op wondheling en vocht, maar ook op kieming. Viaverda geeft aan dat, door de eerder koele zomer, de aardappelen weinig stress kenden en er aanzienlijk maleïnehydrazide is toegediend tijdens de veldfase. Daarom verwacht het praktijkcentrum geen vroege kiemlust bij de late rassen. Vroege rassen zijn logischerwijze sneller in kiemen en hebben doorgaans geen bespuiting met maleïnehydrazide gekregen op het veld.
In een jong stadium kunnen aanwezige kiemen op aardappelknollen afgebrand worden met middelen op basis van sinaasappel- of muntolie. Preventief, om de aardappel in kiemrust te houden, moet dan weer 1,4 dimethylnaftaleen ingezet worden.
Kiemen worden niet vernietigd, maar hun voorkomen vertraagt door het natuurlijk planthormoon Ethyleen.
Op gepast moment
Viaverda adviseert om pas bij een lage bewaartemperatuur te starten met de kiemremming, om veel ventilatie-uren na de toepassing te voorkomen. Ze geven ook nog mee dat voor welk middel ook gekozen wordt, de aardappelen droog moeten zijn alvorens kiemremmers te vergassen/foggen.