beloftes naar beleid

Ambities, maar geen concrete routekaart over stikstofproblematiek
De stikstofproblematiek blijft een van de meest gevoelige onderwerpen in het Vlaamse landbouwbeleid. N-VA en cd&v hadden 2031 als doelstelling vooropgesteld om een emissiebeleid te implementeren. Die ambitie is in het regeerakkoord overeind gebleven, maar de routekaart waar Vooruit voor pleitte, ontbreekt (Vlaams Regeerakkoord (VR) 2024-2029, p. 75). Hoewel het akkoord spreekt over een evenwichtige aanpak waarbij alle sectoren (landbouw, transport en industrie) hun deel moeten bijdragen, zijn er geen concrete maatregelen voorzien die op korte termijn effect sorteren.
Dit gebrek aan detail is een opvallend contrast met de partijprogramma’s. De striktere vergunningseisen die Vooruit had voorgesteld, en de technologische innovaties die N-VA aanhaalde, blijven abstract en zonder tijdlijn. Het enige nieuwe element, de introductie van de ‘rechtertechnicus’ door N-VA, is wel in het akkoord opgenomen, maar de praktische uitwerking van deze maatregel is onduidelijk (VR 2024-2029, p. 80). De ambitie om rechters bij milieuzaken te laten bijstaan met technische expertise lijkt op papier een innovatieve oplossing om sneller tot beslissingen te komen in milieuzaken, die vaak complex en tijdrovend zijn. Er rijzen echter vragen over de uitvoerbaarheid ervan. Kunnen technici zonder juridische achtergrond werkelijk bijdragen aan rechtvaardige beslissingen in milieuconflicten? Het gevaar bestaat dat deze technici de juridische complexiteit onderschatten en daardoor verkeerde adviezen geven. Het akkoord biedt dus op dit vlak onvoldoende duidelijkheid over hoe deze ‘rechtertechnicus’ zal werken en wat zijn rol precies zal inhouden, waardoor de effectiviteit van deze maatregel eveneens onzeker blijft.
Veel beloftes rond eerlijke prijzen, maar weinig concrete hervormingen
Het streven naar eerlijke prijzen voor landbouwers was een belangrijke pijler in de programma’s van alle 3 de partijen. N-VA en cd&v legden de nadruk op de versterking van producentenorganisaties en op het aanpakken van machtsmisbruik in de voedselketen. Vooruit en cd&v wilden de nadruk leggen op een versterking van de Belgische Mededingingsautoriteit.
De oprichting van producentenorganisaties wordt voorzien in het akkoord (VR 2024-2029, p. 62). Dit kan op termijn bijdragen aan het versterken van de onderhandelingspositie van boeren ten opzichte van grote afnemers en retailers. Deze maatregel is echter onvoldoende om de structurele ongelijkheden in de voedselketen daadwerkelijk aan te pakken. Een veel sterker instrument zou de versterking van de Belgische Mededingingsautoriteit kunnen zijn om oneerlijke praktijken door grote supermarktketens tegen te gaan. Dit wordt wel genoemd in het akkoord, maar er worden geen nieuwe bevoegdheden of middelen voorzien om deze toezichthouder daadwerkelijk slagkracht te geven.
Daarnaast blijft het onduidelijk hoe de regering de bestaande problemen rond de prijszetting en de lage marges voor boeren zal aanpakken (VR 2024-2029, p. 62). Vooral in concurrentie met goedkopere importproducten, die vaak niet aan dezelfde strenge milieu- en kwaliteitsnormen hoeven te voldoen, staan Vlaamse boeren op een achterstand. Hoewel het regeerakkoord de invoering van een carbon border tax en van gelijke productievoorwaarden voor importproducten bepleit, wordt verwacht dat dit pas op de lange termijn zijn effect zal hebben. Deze maatregelen, hoe noodzakelijk ook, zullen te laat komen voor de boeren, die nu al in financiële moeilijkheden verkeren.
Maatregelen zonder duidelijke ondersteuning voor dierenwelzijn
Op het gebied van dierenwelzijn zien we wel dat veel van de partijstandpunten overeind zijn gebleven. De partijen hadden gepleit voor strengere straffen voor dierenmishandeling en voor betere leefomstandigheden voor landbouwdieren. Deze punten zijn grotendeels overgenomen in het regeerakkoord, met specifieke maatregelen, zoals het verbod op niet-verdoofde castratie van varkens en het fokken van snelgroeiende kippenrassen (VR 2024-2029, p. 157 - 158). Ook een strengere handhaving, vooral door beter opgeleide politieagenten, is cruciaal om een einde te maken aan wrede praktijken in de landbouw en daarbuiten.
Wat echter ontbreekt, is een gedetailleerd plan voor de uitvoering van deze maatregelen. De partijprogramma’s spraken over de noodzaak van subsidies en financiële prikkels voor boeren om de noodzakelijke investeringen te doen in nieuwe infrastructuur, zoals betere stallen, of alternatieve productiemethoden. In het regeerakkoord wordt deze financiële ondersteuning niet concreet uitgewerkt. Hierdoor blijft de vraag of de dierenwelzijnsmaatregelen realistisch uitvoerbaar zijn voor veel landbouwers. Zonder gerichte financiële steun vanuit de overheid bestaat het risico dat deze maatregelen niet breed worden toegepast of dat boeren in de problemen komen. De voorgestelde hervormingen voor dierenwelzijn zijn daarom ambitieus, maar zonder een duidelijk ondersteunend beleid kan de implementatie ervan vertraging oplopen of zelfs mislukken.
Geen garanties op verlichting van de administratieve lasten
Het verlichten van de administratieve lasten was een van de speerpunten van de verkiezingen. N-VA sprak expliciet over digitalisering en over het only-once-principe, waarbij boeren dezelfde informatie maar één keer hoeven aan te leveren. Ook Vooruit en cd&v legden de nadruk op het stroomlijnen van administratieve procedures.
Het regeerakkoord neemt deze punten over, met de oprichting van een ‘one-stop-shop’, de creatie van een uniek loket voor onze land- en tuinbouwers en de strikte toepassing van het ‘only-once’-principe (VR 2024-2029, p. 18 en 58). Boeren zullen hun vergunningen en andere administratieve zaken snel en eenvoudig kunnen regelen. Dit zou de versnipperde en vaak tijdrovende procedures moeten stroomlijnen, waardoor landbouwers zich meer kunnen richten op hun kerntaken.
Onvolledig plan rond voedselautonomie en toegang tot landbouwgrond
Voedselautonomie stond eveneens hoog op de agenda van alle 3 de partijen. Voedselzekerheid en de mogelijkheid om in eigen behoeften te voorzien, worden in het nieuwe regeerakkoord gezien als van strategisch belang voor Vlaanderen en Europa (VR 2024-2029, p. 60). De regering wil Vlaanderen positioneren als een voedselregio, waarbij Vlaams vakmanschap in de landbouw en tuinbouw wordt gepromoot, zowel lokaal als internationaal (Vlaams Regeerakkoord 2024-2029, p. 58). Initiatieven zoals korte ketens en ‘natuurinclusieve’ landbouw, die rekening houden met milieu en biodiversiteit, staan centraal in deze visie.
De partijprogramma’s van cd&v en Vooruit spraken ook over de noodzaak om jonge landbouwers beter toegang te geven tot betaalbare landbouwgrond. Er wordt een forum opgericht waarin jonge kandidaat-landbouwers in contact kunnen komen met ervaren boeren die hun bedrijf willen overdragen (VR 2024-2029, p. 62). Daarnaast worden lokale besturen gestimuleerd om publieke landbouwgronden beschikbaar te stellen aan jonge landbouwers, vooral degenen die duurzame en agro-ecolo
Hoge verwachtingen rond klimaat en milieu, waar blijft de handhaving?
Vlaamse Landbouwvisie 2030-2050: Duurzaam en Toekomstgericht
Het regeerakkoord stelt de ontwikkeling van een Vlaamse Landbouwvisie 2030-2050 centraal, die uiterlijk in 2026 gepresenteerd moet worden (VR 2024-2029, p. 58 - 59). Deze visie bouwt voort op de bestaande Vlaamse voedselstrategie en streeft naar een duurzaam en toekomstbestendig landbouwmodel. De nadruk ligt op een balans tussen economische haalbaarheid en ecologische duurzaamheid, met aandacht voor veedichtheid, ruimtelijke impact en de ondersteuning van jonge landbouwers. Hoewel dit een positief vooruitzicht biedt, blijft de uitvoering van deze langetermijnstrategie afhankelijk van concrete actieplannen en voldoende middelen om de ambitieuze doelen te verwezenlijken.
Het regeerakkoord benadrukt het belang van een Vlaamse landbouwvisie die in lijn is met het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie (VR 2024-2029, p. 59). Het GLB moet inspelen op de specifieke uitdagingen van de Vlaamse landbouw, zoals de hoge bevolkingsdichtheid en de beperkte ruimte. Er is bijzondere aandacht voor steun aan landbouwers die willen overstappen naar duurzamere praktijken, en de regering pleit voor een geleidelijke herverdeling van basissteun, met een focus op voedselzekerheid, vereenvoudigde regelgeving en ondersteuning van jonge boeren.
Het is essentieel dat de betrokken sectoren, landbouwers en andere stakeholders vanaf het begin nauw betrokken worden bij de ontwikkeling van deze visie. Door hen er actief bij te betrekken, kan de visie realistischer en beter afgestemd worden op de concrete noden van de sector. Het succes van de visie zal afhangen van hoe goed deze aansluit bij zowel de huidige uitdagingen als de toekomstige duurzame doelstellingen.
Veel beloftes, (nog) weinig concrete actie
Het Vlaamse regeerakkoord behoudt veel van de ambities uit de partijprogramma’s van N-VA, cd&v en Vooruit, vooral op het gebied van stikstofreductie, dierenwelzijn en eerlijke prijzen. Toch blijft de uitwerking in veel gevallen vaag. De partijprogramma’s stelden concretere maatregelen en tijdlijnen voor, maar het regeerakkoord biedt nog geen duidelijk actieplan. Zonder verdere uitwerking en financiële middelen dreigen veel van deze initiatieven te blijven steken in goede intenties. De uitwerking zal cruciaal zijn om te bepalen of de landbouwsector echt de broodnodige hervormingen krijgt die nodig zijn om te overleven en te bloeien.
Elia Gabriëls is afgestudeerd in Internationale Politiek en volgt een masteropleiding in Algemene Economie aan de UGent. Met een sterke interesse in internationale betrekkingen, ‘public affairs’ en agribusiness, streeft ze ernaar om meer te leren over de interdisciplinariteit tussen politiek, economie en landbouw.