Startpagina Archief

Sterk uiteenlopende situaties in

aardappelvelden

In aardappelvelden zijn op dit moment zeer diverse en sterk uiteenlopende situaties merkbaar. Dit is ook de proefveldmedewerkers van Viaverda niet ontgaan.

Leestijd : 4 min

Bij Viaverda stellen ze dat de situaties nog nooit eerder zo extreem uiteenlopend waren. Ze zagen enkele weken terug zelfs plant- en rooimachines tezamen in Vlaamse velden, uiteraard niet op hetzelfde perceel. De laatst geplante aardappelvelden moeten de rijen nog sluiten, terwijl velden met vroege aardappelen al gerooid zijn.

Aan water was er dit voorjaar geen gebrek, integendeel zelfs, er was een overmaat aan water. In combinatie met groeizaam weer zorgde dat voor grove knollen, soms voor holheid en een laag onderwatergewicht. Extra groeidagen en zonnige weersomstandigheden kunnen hier nog verandering in brengen.

De warmere dagen die we in juli kenden, zorgden soms voor het versneld afrijpen van het aardappelgewas. De reden hiervoor is – het klinkt misschien contradictorisch – de grote hoeveelheid water eerder in het groeiseizoen. Daardoor maakten de aardappelplanten niet veel wortels aan om dieper naar water op zoek te gaan. Dat kan bij warme, droge momenten de plant zuur opbreken. Verwacht wordt dat structuurschade veroorzaakt bij de bodembewerking en/of pootwerkzaamheden ook nog wel eens tot uiting kan komen.

Problemen volgen elkaar op

Daarnaast blijven de gevolgen van de opkomstproblematiek zichtbaar in het veld. Door de natte omstandigheden werd er laat geplant én geraakte het pootgoed uitgeput door snijden, veelvuldig afkiemen en lang bewaren.

Waar voornoemde problemen nog niet voldoende waren voor menig aardappelteler, werden er nog telers getroffen door de gevolgen van noodweer en hagelbuien. Hevige wind- en regenvlagen zorgden voor stengelbreuk, hagel voor verdere vernieling van het bladerdek. Dit veroorzaakt sowieso groeistilstand, maar ook wonden die toegangspoorten vormen voor schimmels en ziekten zoals phyto-phthora. De gewasbescherming moet dus nauwgezet opgevolgd worden, daar waar de gewichts-toename van de knollen in de grond maar beperkt is.

Adviseren is moeilijk

De uiteenlopende situaties in de aardappelvelden maakten het moeilijk om eensluidende adviezen omtrent een behandeling met middelen op basis van maleïnehydrazide of ‘MH’ te geven. Dergelijke producten kunnen in de veldfase toegepast worden om de kiemrust in de bewaring te verlengen en om aardappelopslag in de volgteelt te verhinderen.

De sortering van de knollen in de grond moet goed zitten, net als de weersomstandigheden om maleïnehydrazide toe te passen. Maar liefst 80% van de knollen moet een sortering groter dan 35 mm hebben om groeiremming te voorkomen. De toepassing dient te gebeuren bij een vitaal gewas dat dus een goede sapstroom heeft om het middel bij de knollen te krijgen. Er zou 1 à 2 weken tijd nodig zijn voor dit intern transport. De weersomstandigheden mogen daarom niet te warm, noch te droog zijn.

Het ideale tijdsvenster voor maleïnehydrazide is doorgaans beperkt, de teler moet het gewas dus goed opvolgen én er echt op zitten als hij gaat behandelen, concluderen ze bij Viaverda. Ze wijzen er tevens op dat er andere aanbevelingen luiden als maleïnehydrazide wordt ingezet om doorwas te bestrijden. Eens de eerste symptomen hiervan zichtbaar zijn, dient behandeld te worden als de andere parameters zich ertoe lenen.

Opletten voor opbrengstderving

Sommige telers wijzen op opbrengstderving bij de inzet van maleïnehydrazide. Ook dit aspect onderzochten de medewerkers van Viaverda. Ze zagen bij een proef in 2021 te Sint-Niklaas opbrengstderving, waarvoor de oorzaak gezocht wordt bij de zeer lichte zandgrond en de té snelle afrijping na de toepassing. Datzelfde jaar merkten ze bij een proef in Poperinge geen invloed op de opbrengst, maar wel een iets fijnere sortering. In 2022 werd er tijdens de proefveldwerking remming vastgesteld als gevolg van de te hoge temperaturen na de toepassing.

Het praktijkcentrum ziet hierin een bevestiging van de aanbeveling die zegt dat er groeizaam weer en een vitaal, fris, groen gewas nodig is voor de beste werking zonder remming. Een toepassing op lichte zandgrond wordt afgeraden.

Phytophthora en alternaria

De zomerse dagen van eind juli remden de aardappelplaag wat af, maar op dat moment zaten we volgens cijfergegevens van Viaverda al aan de 15de ziektegeneratie. Zij adviseren om een hoog beschermingsniveau van de percelen aan te houden. Ze wijzen er tevens op om een goede spuittechniek aan te houden. Foutjes bij de uitvoering worden bij een hoge plaagdruk onverbiddelijk afgestraft. Tevens wordt er geopperd om de spuitvolgorde tussen de percelen eens af te wisselen. Zo wordt niet steeds hetzelfde perceel op een suboptimaal moment behandeld. Vooral percelen met aantasting moeten op het droogste moment van de dag gespoten worden: niet in de voormiddag of in de avond.

Leden van ‘Viaverda - aardappelen’ kunnen gratis gebruikmaken van de webapplicatie aardappelziekte. Daarmee kan je zo correct mogelijk bepalen wanneer je het gewas opnieuw dient te beschermen tegen de aardappelziekte.

Het proefcentrum vraagt telers om hen op de hoogte te brengen van de aanwezigheid van de aardappelplaag. Zo kunnen ze de stalen verzamelen en de aanwezige stammen identificeren om de verspreiding en genetische evolutie van de aardappelziekte in kaart te brengen. Eind juli stonden de velden van Viaverda er vitaal en zonder stress bij. Ze noteerden dan ook nog geen tekenen van Alternaria solani, een schimmel of afrijpingsziekte die in late aardappelen kan voorkomen na de bloei. Daarom adviseerden ze nog geen behandeling, maar daar kan uiteraard snel verandering in komen.

Viaverda staat de aardappeltelers net zoals voor de beheersing van phytophthora bij in de strijd tegen Alternaria solani via een aangepast ziektemodel. Voor de bloei van het gewas moeten zeker geen fungiciden ingezet worden. Ervaring uit het verleden leert dat, afhankelijk van het seizoen, 1 tot 4 preventieve bespuitingen tegen Alternaria solani nodig zijn. De eerste datum van bespuiting varieert vanaf de tweede helft van juli tot eind augustus of zelfs helemaal niet.

In zijn wekelijkse berichtgeving brengt Viaverda de aangesloten teler op de hoogte wanneer de drempelwaarde voor een eerste behandeling met specifieke alternariamiddelen bereikt wordt.

Tim Decoster

Actueel

Geïntegreerde ziektebestrijding in wintergranen

Granen De Vlaamse overheid organiseerde, in samenwerking met het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) en lokale verenigingen, naar het einde van de winter toe enkele graanavonden. Daarin werd een overzicht gegeven van de proefervaringen bij geïntegreerde ziektebestrijding in wintergranen in het vorige teeltseizoen.
Voir plus d'articles
Meest gelezen