Oogstmachines en andere niet voor de weg bestemde mobiele machines moeten af en toe toch de openbare weg op om van en naar de werkruimte te gaan. Verkeersveiligheidsnormen moeten ervoor zorgen dat dit op een veilige manier gebeurt.
Elke Europese lidstaat heeft momenteel haar eigen regels rond gebruik in het wegverkeer van niet voor de weg bestemde mobiele machines. Om de veiligheid over heel de Europese Unie op te krikken en om marktfragmentatie tegen te gaan, stemde het Europees Parlement met een zeer ruime meerderheid voor de oprichting van een set EU wijde veiligheidsnormen voor niet voor de weg bestemde mobiele machines.
Veiligheidscertificaat
Niet voor de weg bestemde mobiele machines zullen in de toekomst moeten voldoen aan een set Europese veiligheidsvereisten over bijvoorbeeld remmen en sturen. Producenten van dergelijke machines zullen hun producten moeten laten testen om ze te kunnen verkopen in de EU. Als de machine door deze testen geraakt, krijgt het type een certificaat, zodat het verkocht kan worden in heel de EU.
De nieuwe regels gelden voor machines met maximaal 3 zitplaatsen, inclusief de bestuurder, en een maximumsnelheid van niet minder dan 6 km/uur en niet meer dan 40 km/uur. Trekkers, getrokken uitrustingsstukken en machines in de eerste plaats bedoeld voor het vervoer van dieren vallen niet onder de richtlijn. Ook machines die enkel in één lidstaat in omloop zijn of waarvan er maar maximaal 70 per jaar geproduceerd worden, vallen niet onder de nieuwe richtlijn.
Win-winsituatie
Door 27 nationale procedures te vervangen door een enkele Europese goedkeuring zijn procedures gestroomlijnd en administratieve lasten voor fabrikanten verminderd. Deze grote stap neemt niet alleen marktbelemmeringen weg, maar stelt tegelijk coherente veiligheidsnormen op voor mobiele machines, zoals kranen en oogstmachines, als ze zich op de openbare weg begeven.
Het is een win-winsituatie: fabrikanten profiteren van kostenbesparingen en vereenvoudigde procedures, terwijl eindgebruikers genieten van verbeterde toegang tot machines en van hogere verkeersveiligheidsnormen.
Individuele lidstaten kunnen wel nog machines verbieden omdat ze te groot of te zwaar zijn voor hun wegen, ondanks een EU-certificaat.
Het dossier moet wel nog goedgekeurd worden door de Europese Raad, waarin alle lidstaten vertegenwoordigd zijn. Dan zal er een transitieperiode van 11 jaar ingaan, waarin machineproducenten ervoor kunnen kiezen om al te voldoen aan de Europese standaarden, of om nog steeds de bevoegde nationale wetgeving te volgen.
Thor Deyaert