rechtszekerheid om te kunnen investeren in emissiereductie
Moedig en schrijnend
Wat als?
Decreet zorgt voor financiële steun
De Roo benadrukt ook dat er dankzij het goedkeuren van het decreet heel wat financiële steun zal zijn voor de investeringen die nodig zijn. “Elke vergunning in de landbouw zal voortaan maatwerk zijn, op maat van het bedrijf”, geeft hij nog mee.
Boer Bart stelt zich voorts vragen bij de beste timing om nog eens een vergunningsaanvraag in te dienen. “Vandaag zijn de emissiedoelstellingen die moeten gehaald worden heel streng. Als er zoveel veetelers blijven afhaken als vandaag, zullen die doelstellingen binnen 2 of 3 jaar – als de sector als geheel afgebouwd is – misschien minder streng zijn en worden die veetelers ‘beloond’ die gewacht hebben om een nieuwe vergunning te vragen. Elke vergunningsaanvraag kost ons ook een pak geld, zonder zekerheid van goedkeuring.”
Lore stelt zich dan weer vragen bij het verlenen van vergunningen ‘voor onbepaalde duur’. “Die onbepaalde duur kan ook 3 jaar zijn, als het beleid nog maar eens wijzigt. Dan kies ik misschien liever voor een vergunning van 20 jaar of zo lang als de lening loopt.” Stijn De Roo volgt haar redenering, maar waarschuwt ook. “Politiek of administratief kan zo’n vooraf bepaalde periode ook geïnterpreteerd worden als een vaststaande einddatum voor het beëindigen van alle landbouwactiviteiten.”
Succes in de korte keten
Bart en Lore hebben vandaag de dag zowat 130 Belgisch witblauwe en afgerond 60 Black Angus-runderen. De witblauwe gaan naar de klassieke keten, de Black Angus-runderen gaan uitsluitend naar de korte keten. Elke maand worden 1 of 2 runderen van dat ras geslacht en op de boerderij versneden. De kopers zijn particulieren en ook enkele restaurants uit de buurt. Af en toe plaatsen ook foodtrucks een bestelling.
“Het versnijden gebeurt nu in een voorlopige containerunit, waar we dan telkens een koelplaats moeten bij huren. Het is maar door zelf te versnijden dat je winst maakt in de korte keten, daarom willen we dat in een vast gebouw doen. Dat is één deeltje van de investeringen die we willen doen. Een andere investering is het aanpassen van de stallen. Bij de Black Angus-runderen blijven de kalfjes veel langer bij de moeder, in de groep. Dan hebben we minder kalverboxen nodig en grotere andere boxen. De varkensstallen willen we omzetten naar koeienstallen. Black Angus-runderen groeien trager. Het duurt 6 maanden tot 1 jaar langer voor een rund slachtrijp is, dus hebben we ook iets meer ruimte nodig in de stallen. Een van de nieuwe stallen zou een ‘openfrontstal’ worden, zodat de klanten de runderen zien als ze hun vleespakket komen afhalen. En de asbestdaken moeten van de stallen gehaald worden”, duidt Bart. Hij volgt een slagerscursus, zodat hij op termijn de taken van de ingehuurde slager kan overnemen.
Nog een aanpassing zijn de weides. “Het gras op onze weides is te energierijk voor Black Angus. Belgisch witblauw is nogal kieskeurig en zal enkel het beste gras opeten, terwijl Black Angus graag kruidenrijk gras heeft. Daarom kunnen we een deel van het jongvee laten grazen op natuurgebieden van het ANB in de Kruibeekse polder.”
De verkoop van het Black Angus-vlees in de korte keten is een succes. “De bestellingen gaan altijd heel snel, onder meer dankzij onze aanwezigheid op sociale media en onze goede website. Daar hebben we zelf veel tijd ingestoken en dat rendeert. In de koude maanden verkopen we, behalve de steaks, vooral stoofvlees en allerlei gehaktproducten. In de zomer zijn het vooral barbecuepakketten en côte à l’os. We voelen dat er zeker nog groei mogelijk is in ons korteketenverhaal. Momenteel hebben we in Black Angus 20 kalvingen per jaar en evenveel slachtingen”, zeggen Bart en Lore.
Nog 5 of 6 jaar nodig voor volledige omschakeling
De Black Angus-runderen krijgen een dieet van vooral gras. Bart en Lore bewerken samen met hun ouders zowat 60 ha met weidegras, voederbieten, gerst, tarwe, spelt en maïs. De Black Angus-runderen zijn meer buitendieren dan de witblauwe. Mochten de weides er niet zo drassig bijliggen, stonden ze nu al buiten in Nieuwkerken-Waas. “Om volledig over te schakelen naar Black Angus hebben we waarschijnlijk nog 5 of 6 jaar nodig. We zijn in 2020 gestart met 16 dieren. We kopen geen sperma aan, maar laten onze dekstier zijn werk doen. Jerommeke is een rechtstreekse afstammeling van een Black Angus-stier die toen nog uit Schotland kwam. Vandaag is het door de Brexit een stuk moeilijker geworden om nog Schotse runderen naar hier te halen. De dekstier kan nog een paar ‘rondes’ doen voor er gevaar is voor inteelt. Daarna zullen we moeten wisselen met een stier van een andere Vlaamse Black Angus-boerderij”, voorspelt Bart.