Broeikasgassen in de landbouw
Broeikasgassen zijn gassen die bijdragen aan het broeikaseffect en zo aan de klimaatverandering. In Vlaanderen is de landbouw verantwoordelijk voor ongeveer 11% van de totale broeikasgasemissies. Ongeveer de helft van de broeikasgasuitstoot door de landbouw is methaan (CH4), een kwart koolstofdioxide (CO2) en een ander kwart is lachgas (N2O). Belangrijk hierbij is ook rekening te houden met in welke mate deze gassen een impact hebben. Zo heeft CH4 een 28 keer groter opwarmend vermogen dan CO2. Van N2O is dit wel 273 groter. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de levensduur van de gassen. Zo wordt CH4 afgebroken na 12 jaar, terwijl dat van CO2 een honderdtal jaren kan duren. Als er iets gedaan wordt aan de methaanemissies, kan er bijgevolg sneller een effect verkregen worden.
Het grootste deel van methaanemissies komt van enterische emissies (70%) die ontstaan bij de fermentatie in de pens. Het andere deel is afkomstig van mest (30%).
Waarom een convenant enterische emissies?
Om de Europese klimaatdoelstelling te halen, werd er in Vlaanderen een Vlaams energie- en klimaatplan 2021-2030 opgericht. Hierin werd een traject vastgelegd om de enterische emissies met 19% te reduceren ten opzichte van 2005. Door een toename van de emissies de afgelopen jaren, werd dit 27% ten opzichte van 2018.
Ecoregelingen
De voedermaatregelen die nu toegepast kunnen worden en erkend zijn als ecoregeling, zijn de volgende:
• een combinatie van bierdraf en koolzaadschroot 0,08 euro/dier/dag,
• geëxtrudeerd lijnzaad 0,08 euro/dier /dag,
• koolzaadvet 0,08 euro/dier/dag,
• nitraat 0,04 euro/dier/dag,
• 3-NOP 0,07 euro/dier/dag,
• combinatie van nitraat en koolzaadvet 0,12 euro/dier/dag,
• combinatie van nitraat en geëxtrudeerd lijnzaad 0,12 euro/dier/dag.
De vermelde bedragen zijn de subsidies van de ecoregeling.
Iedere maatregel resulteert in een bepaalde methaanreductie als aan enkele specifieke randvoorwaarden wordt voldaan. Deze randvoorwaarden zijn opgesteld op basis van wetenschappelijk onderzoek over de toepassing van deze maatregelen.
Deelnemers gezocht
Bij de Vlaamse landbouwers zijn er nog twijfels en praktische bezwaren die het toepassen van deze maatregelen verhinderen. Denk hierbij maar aan de strikte randvoorwaarden, de (extra) voederkosten, de invloed op de prestaties en de gevolgen voor het teeltplan. Daarnaast zijn sommige maatregelen moeilijk te combineren met bepaalde types bedrijfsmanagement, denk maar aan beweiding.
Om deze bezwaren weg te werken en om aan te tonen hoe deze maatregelen toepasbaar zijn op diverse melkveebedrijven, is het demonstratieproject ‘Metheen – Meteen inzetten op de implementatie van methaanreducerende voederstrategieën bij melkvee’ opgestart met steun van de Vlaamse Overheid en de Europese Unie. Om de toepasbaarheid in de praktijk te demonstreren, krijgen verschillende bedrijven dankzij dit project de kans om individueel opgevolgd, begeleid en geholpen te worden bij het starten met deze voedermaatregelen. Samen met onderzoekers en adviseurs wordt naar oplossingen gezocht voor eventuele problemen of moeilijkheden. De ervaringen van de landbouwers zullen bovendien gedeeld worden via verschillende kanalen.
Ben jij melkveehouder en wil je graag meedoen aan dit project of wil je graag op de hoogte gehouden worden van de resultaten? Stuur dan een mailtje naar lotte.bonte@inagro.be.