Het zal in het najaar 7 jaar geleden zijn dat landbouwer Ivan Tolpe overleed na een ongeval met een hoogtewerker bij het stockeren van maïs. De Eernegemnaar stond bekend als pionier op het gebied van mestverwerking. Ivan Tolpe was een bekend figuur in landbouwkringen. Hij zetelde onder meer in het hoofdbestuur van Boerenbond en was stichter van de vzw Mestverwerkers.
Pionier mestverwerking
Ivan Tolpe was een van de pioniers op het gebied van mestverwerking en richtte in 2007 samen met een milieutechnoloog van de universiteit van Gent de vennootschap Innova Manure op om water uit mest te halen.
Onder andere prins Laurent (2001), minister Hilde Crevits (2008) en koning Albert brachten destijds een bezoek aan zijn bedrijf.
In de bedrijfsvoering van Ivaco op de bedrijfssite in Zevekote (Gistel) staat circulaire mestverwerking nog altijd centraal. Op het bedrijf zijn vandaag ongeveer 6.000 vleesvarkensplaatsen en 2.600 biggenplaatsen. “Het bedrijf zet vooral in op innovatieve projecten die rendabel kunnen zijn en in te passen zijn in de hedendaagse mestverwerking”, zegt Gino Denys, die op de site de operationele leiding heeft. “Het kan door zelf actief onderzoek te doen, alsook door externe projecten te ondersteunen.”
Er is een vergunning voor een mestverwerkingsinstallatie van maximaal 60.000 ton per jaar, bestaande uit: 12.500 ton per jaar vergisting waarvan maximaal 6.000 ton per jaar plantaardig afval, van 0 tot 15.000 ton per jaar compostering en 40.000 tot 60.000 ton per jaar verwerking dunne fractie.
Dikke en dunne fractie
Het productieproces zelf dan. De ruwe varkensmest wordt opgeslagen. Een deeltje gaat rechtstreeks naar de vergisting, het ander deel wordt gescheiden in dikke en dunne fractie. “Dunne fractie gaat naar de biologie (systeem Trevi), de dikke fractie wordt verdeeld onder vergisting en compostering”, duidt Gino Denys.
Naast de ruwe mest en dikke fractie wordt ook nog plantaardig afval en stalmest vergist. Het bekomen digestaat wordt gescheiden. “Dikke fractie gaat integraal naar compostering, dunne fractie wordt opgeslagen en dan gezuiverd in de biologie.”
Het Detricon-project op het bedrijf circuleert dunne fractie doorheen hun systeem om daarna biologisch verwerkt te worden of via het belucht proefveld.
”Na de biologische zuivering wordt het effluent gescheiden door middel van een DAF-installatie in een slibfractie die uitgereden wordt of weer bij de ruwe mest gaat en een heldere fractie die via constructed wetlands (rietvelden) gezuiverd wordt tot loosbaar water”, legt Gino Denys uit. “Wat nog beter kan? Dat is het vinden van een bijkomende oplossing om een hoger drogestofpercentage te verkrijgen in het slib, zodat deze kan worden gecomposteerd.”
Enkele struikelblokken
Volgens Gino Denys zijn vaak de complexiteit en de regelgeving rond mestwetgeving struikelblokken om de huidige circulaire mestverwerking nog verder te laten groeien.
“Verder zijn er ook de beperkte haalbare en rendabele technieken voor mest op zich en om de nevenstromen te bewerken en verwerken. Door de verlaagde bemestingsnormen en beperktere uitrijperiodes zijn ook de afzetmogelijkheden naar landbouw-gronden van de restproducten afgenomen.”
Wat is dan nodig om de circulaire mestverwerking in Vlaanderen een boost te geven? “De bewustwording dat er meer vergaande technieken nodig zijn en dat deze misschien zullen resulteren in een hogere kostprijs, wat niet zo evident is aangezien mestverwerking nu al een serieuze kost is bij de varkenshouders.”
Toch is er veel hoop. “Met de actuele operationele kost en afzetmogelijkheden en de daaraan verbonden opbrengsten is er hoogstwaarschijnlijk toch een kantelmoment bereikt in de haalbaarheid en rentabiliteit van nieuw te bouwen installaties”, besluit Gino Denys.
Lieven Vancoillie