Kalveren aan melkpoederautomaat
“De kalveren tot één maand verblijven in een aparte ruimte, elk in hun eigen box. De eerste dagen krijgen deze kalveren melk met de ‘papfles’, daarna met de speenemmer.
“Als ze een maand oud zijn, verhuizen ze naar een box met kalverdrinkautomaat”, vertelt Olivier. De kalveren van één tot drie maand oud, die aan de melkpoederautomaat staan, dragen een nummer, zodat ieder kalf zijn eigen drinkplan kan volgen. “Gemakkelijk voor ons, want zo wordt een heel deel werk uit handen genomen. Technologie vergemakkelijkt ons leven aanzienlijk. De automaat geeft een overzicht van hoeveel ze gedronken hebben. Ik kan het opvolgen per dag, en zelfs van een week geleden.”
De eerste weken aan de automaat, krijgen de kalveren een hoogstaand groeimelkpoeder. Iedere week wordt het drinkplan aangepast. De hoeveelheid melk worden gradueel verminderd om de pens van het kalf te ontwikkelen. Een speenmelkpoeder vervangt het eerste poeder en zorgt ervoor dat het spenen perfect verloopt. Doordat de melk gradueel wordt verminderd, gaan de kalveren stelselmatig meer krachtvoeder eten en overgaan naar ruwvoeder, hooi en maïs.
Grote stal met camera’s
De hoogdrachtige koeien staan apart, zodat ze beter opgevolgd kunnen worden. Aangezien het gaat om Belgische witblauwe runderen, worden de kalveren geboren met een keizersnede in een daarvoor bestemd lokaal.
De stallen met drachtige koeien werden voorzien van camera’s zodat de dieren steeds in het oog gehouden kunnen worden via tablet, pc of smartphone. “Ik hoef niet steeds fysiek aanwezig te zijn in de stallen om te weten hoe het met de hoogdrachtige dieren gaat”, vertelt Olivier.
In het andere gedeelte zijn er nog boxen met jongvee, boxen met drachtige koeien en koeien die bij één van de twee dekstieren staan. Het zijn allemaal ingeschreven stamboekdieren. De dekstieren zijn allen gekeurd en dus vrij van erfelijke gebreken. Naast dekstieren, worden sommige koeien bevrucht met behulp van kunstmatige inseminatie.
Anticiperen
Mestopslag tussen drie wanden en vloeistofdicht is verplicht, een overdekte mestopslag niet. Toch koos Olivier al voor een overdekte mestopslag, en dus te anticiperen op een eventuele strenger wordende mestwetgeving. “Aangezien er geen regenwater bij kan, blijft het geheel droog en proper. Zo blijft de opslag van drijfmest in de opslagkelder ook geconcentreerder”, besluit Olivier.
Tractor met RTK-GPS
Naast aardappelen, rabarber, rode bessen, courgetten en pompoenen voor verkoop, is er ook nood aan de teelt van granen, maïs en gras als voedsel voor de dieren. In totaal bewerkt Olivier zo’n 35 ha landbouwgrond, waarvan 25 ha rond zijn bedrijf. “Omdat duurzaamheid belangrijk is, werk ik met een tractor die uitgerust is met een RTK-GPS. Zo kan ik plaatsgericht gaan behandelen.”
‘Nieuwe’ oude schuur
“De oude schuur is meer dan 500 jaar oud en werd als zeer waardevol geklasseerd. Die mag dus niet afgebroken worden. Hier heb ik gekozen om te renoveren. De schuur kreeg een nieuw dak, een betonnen vloer en de fundering onder de steunpalen werd verstevigd. Dit was wel een investering, maar vandaag kan de schuur opnieuw gebruikt worden als opslagruimte.” Daarnaast zijn de schuren zoals deze ideale schuil- en broedplaatsen voor kerkuilen.
Hoevewinkeltje
De familie koos ook voor landbouwverbreding, en opende daarom een winkeltje waar ze niet enkel hun eigen teelt, maar ook die van collega-telers verkopen. Zelf telen ze aardappelen (Premiere, Obama, Bintje, Annabelle en Victoria), rabarber, rode bessen, courgetten en pompoenen. Andere groenten en fruit en zuivelproducten komen rechtstreeks van collega-telers.