Een kleine 200 jaar geleden werd de term ‘Latijns-Amerika’ voor het eerst gebruikt. Het beschrijft het gebied aan de andere kant van de Atlantische Oceaan waar hoofdzakelijk een Romaanse taal wordt gesproken: Spaans, Portugees of Frans. De reden is natuurlijk niet zo ver te zoeken na de veroveringen door Spanjaarden en Portugezen in de 15e en 16e eeuw. In dit artikel bespreken we het volledige gebied ten zuiden van de Verenigde Staten, vanaf Noord-Mexico tot het zuiden van Argentinië.
De totale bevolking omvat meer dan 600 miljoen bewoners. Dit is ongeveer even veel als Europa (Rusland niet meegeteld) en dubbel zoveel als de Verenigde Staten. De grootste landen (qua oppervlakte en bevolking) zijn: Brazilië, Mexico, Argentinië, Colombia en Peru.
Een andere probleem in vele landen is de spanningen tussen de oorspronkelijke bevolking (Indigenos genaamd), de afstammelingen van ingeweken kolonialisten (voornamelijk Europeanen) en een gedeelte dat genen van de Afrikaanse slaven in zich heeft. Vaak is het ook de scheidingslijn tussen arm en rijk, stedeling en plattelandsbewoner, kortom, een niet zo eenvoudig te overbruggen kloof in een samenleving.
Latijns Amerika is anderzijds een verzameling van fantastiche landen. Je vindt er de mooiste stranden ter wereld, de lekkerste koffie, het beste fruit, maar bovenal de warmste mensen. Een ontvangst is er zeer hartelijk en er kan uren uitgeweid worden over de ‘echt belangrijke’ zaken des levens zoals voetbal en dansen.