Lezersvraag: Wat zijn de opties als je vergunning geweigerd wordt?
Ik kocht een perceel aan met daarop een oude versleten veldschuur. Omdat de veldschuur heel wat asbesthoudende materialen bevat, vroeg ik een vergunning om deze schuur te mogen afbreken en om een nieuwe loods te herbouwen. De vergunning werd echter geweigerd. Wat nu?
Wanneer een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor stedenbouwkundige handelingen, zoals voor het slopen en herbouwen van een loods, moet de vergunningverlenende overheid een aantal beoordelingscriteria in acht nemen.
Beoordelingscriteria
Zo moet de vergunningverlenende overheid controleren of de dwingende hemelwaterverordening wordt gerespecteerd, moet zij de ruimtelijke bestemming van het gebied aftoetsen en moet zij een afweging maken inzake de zogenaamde goede ruimtelijke ordening.
Uit uw mailbericht kunnen we afleiden dat de ruimtelijke bestemming en de goede ruimtelijke ordening hebben gezorgd voor de weigering van de vergunning die u hebt aangevraagd. Die ruimtelijke bestemming is de controle door de vergunningverlener of het aangevraagde wel past met de bestemming van het gebied volgens het gewestplan of een uitvoeringsplan. Wanneer bijvoorbeeld in agrarisch gebied een gebouw aangevraagd wordt, moet de vergunningverlenende overheid steeds nagaan of dit gebouw in functie van een professioneel landbouwbedrijf zal staan. Of er reeds een oud en bestaand gebouw aanwezig is, maakt op zich niet uit, als de reden van de herbouw niet gelegen is in de professionele landbouwuitbating.
Wat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening betreft, spelen er meerdere zaken. Zo is er een breed scala aan aandachtspunten, zoals onder meer de functionele inpasbaarheid: hoe goed past het aangevraagde project binnen de bestaande omgeving. Ook de mobiliteitsimpact en de mogelijke hinderaspecten worden mee in rekening genomen. Ook de vraag hoe het project eruitziet en of het visueel past binnen de omgeving is een vraag die kadert binnen de controle van de goede ruimtelijke ordening. Op basis van al deze aspecten beslist de vergunningverlenende overheid of het aangevraagde past binnen de goede ruimtelijke ordening. Wat niet in overeenstemming is met die goede ruimtelijke ordening, kan niet worden vergund.
Administratief beroep
Wanneer een aanvrager van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen zich geconfronteerd ziet met een weigering, kan hij hiertegen administratief beroep instellen bij de deputatie van de provincie. In het kader van dit georganiseerd administratief beroep zal de aanvraag volledig opnieuw beoordeeld worden. Dergelijk beroep moet binnen de 30 dagen na de betekening van de weigeringsbeslissing worden ingediend. Het best doet u dit via het omgevingsloket, zodat u meteen alle noodzakelijke partijen verwittigt. In het beroepschrift moet een motivering zijn opgenomen waarom u beroep aantekent. U moet met andere woorden een aantal kritieken of grieven ontwikkelen of toch minstens één.
Na een onderzoek naar de volledigheid en de ontvankelijkheid van uw beroep zal de deputatie vervolgens nieuwe adviezen inwinnen, alvorens te beslissen over uw beroep. Wanneer u bijkomende mondelinge toelichting wil kunnen geven aan de deputatie, moet u bij de indiening van uw beroep vragen om gehoord te worden.
Nieuwe aanvraag
Soms wordt uit een weigeringsbeslissing van het college van burgemeester en schepenen duidelijk dat de aanvraag gewoon moet worden bijgestuurd om het gewenste project vergunbaar te krijgen. In dergelijke gevallen is een administratief beroep meestal niet aangewezen. Dan is het beter om een nieuwe aanvraag in te dienen waarbij de nodige aanpassingen worden gedaan. Een goede onderbouwing van de nieuwe aanvraag met een gestoffeerde verantwoordingsnota is in die gevallen wel aangewezen.
Verder gebruik van de veldschuur is mogelijk
U stelt ons ook de vraag naar het verdere gebruik van de oude veldschuur. Welnu een weigering van vergunning voor een afbraak en herbouw wijzigt niets aan het vergunde karakter van het bestaande gebouw. Met andere woorden: door de weigering van de door u aangevraagde vergunning wordt u totaal niet beperkt in het gebruik dat u kunt maken van de veldschuur. Zelfs al zou u uw aanvraag gemotiveerd hebben door een verminderde bruikbaarheid van de oude veldschuur, doet dit geen afbreuk aan het vergund zijn van de bestaande veldschuur. U kunt deze dan ook verder blijven gebruiken voor dezelfde functie als u al deed.
Verwijdering van asbest?
U stelt ons tot slot de vraag of de gemeente u kan verplichten om de asbesthoudende materialen te verwijderen. Op het eerste zicht is dit niet het geval. Zoals wij in een artikel van een paar weken terug al schreven, bestaat er in Vlaanderen geen algemene verwijderplicht inzake asbest. Wel moet een eigenaar van een constructie op grond van art. 33/7 van het Materialendecreet bij onderhouds-, herstellings- of ontmantelingswerken zich altijd ontdoen van alle asbesthoudende materialen die door de werken eenvoudig bereikbaar geworden zijn.
Bovendien kan een gemeente, indien er gevaar dreigt voor de volksgezondheid of het leefmilieu, wel een stakingsvordering aanhangig maken bij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg om een kennelijke inbreuk op een milieunorm te laten ophouden. Op dergelijke manier kunt u onrechtstreeks wel verplicht worden tot het verwijderen van de asbesthoudende materialen.
