Startpagina Actueel

PFAS: Geblokkeerde veebedrijven zitten op hun tandvlees

Een veebedrijf in Stabroek zit al meer dan een jaar op slot omdat zijn runderen gecontamineerd zijn met PFAS. Enkele maanden geleden ondergingen 3 vleesveebedrijven die hun runderen laten grazen op het Verdronken Land van Saeftinghe hetzelfde lot. Wie helpt hen met de hoge kosten die daarbij komen kijken? En hoe komen ze terug vrij?

Leestijd : 7 min

Al meer dan een jaar wordt een klein melkveebedrijf in Stabroek, in de slagschaduw van de Antwerpse haven, geblokkeerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Een vleesstaal van een reformrund dat de veehouders eind oktober 2023 naar de slachterij brachten, overschreed de Europese norm voor PFAS in vlees (0,30 µg/kg).

PFAS is een verzamelnaam voor meer dan 6.000 chemische stoffen die door hun hitteresistentie en water- en vuilafstotende eigenschappen veel gebruikt worden in de industrie en in producten. PFAS-vervuiling verspreidde zich over de omgeving, en mensen kunnen via bijvoorbeeld voeding en water PFAS opnemen. Op termijn stapelen PFAS zich op in het menselijke lichaam, wat in verband staat met verschillende negatieve gezondheidseffecten.

Telkens als de getroffen veehouder een rund naar de slachterij brengt, moet het karkas getest worden op PFAS. “De staalname kost ons elke keer tussen de 400 en 500 euro.” De kosten van de staalname moet de veehouder volledig zelf ophoesten.

Ze vraagt zich af waarom zij moet opdraaien voor de kosten ervan. “We snappen waarom het FAVV de dieren uit de voedselketen wil houden, maar ons bedrijf kan niets doen aan deze vervuiling.”

Ze lijdt lichamelijk onder de stress. “Ik slaap maar 4 uur per nacht, telkens lig ik wakker van het piekeren. Zwak en ziek word ik ervan.” Bij de staalnamekosten komt nog het inkomensverlies wanneer een runderkarkas afgekeurd wordt. De vaste kosten blijven ook oplopen.

Boeren op een Kruispunt

Begin november vorig jaar stuurde Boeren op een Kruispunt een brief rond naar de leden van de Vlaamse Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid. De hulporganisatie voor landbouwers klaagt daarin de schrijnende situatie van de geblokkeerde veebedrijven aan.

Ze bevelen aan dat de overheid de staalnamekosten terugbetalen tot duidelijk is wie aansprakelijk gesteld kan worden voor de vervuiling. Daarnaast adviseren ze de Vlaamse regering en parlementsleden om het Sanitair Fonds uit te breiden met betalingen voor de PFAS-problematiek en om veehouders te vergoeden voor het waardeverlies van dieren die geslacht, vernietigd of behandeld moeten worden op bevel van Voedselveiligheid.

Minister van Landbouw en Omgeving Jo Brouns (cd&v) erkende zelf al op 18 december in de commissie Landbouw dat veehouders die getroffen worden door PFAS-contaminatie op hun bedrijf, zelf geen schuld treffen aan deze situatie.

Sectorfonds

In de eerste plaats kijken politici en veehouders voor een oplossing naar het toekomstige sectorfonds. “Bedrijven die geen schade veroorzaken, maar juist verliezen maken door PFAS, moeten geholpen worden met hun bijkomende kosten. Landbouwbedrijven zijn daar een voorbeeld van”, aldus Vlaams parlementslid Stijn De Roo (cd&v). “Over de partijgrenzen heen is iedereen het eens over de komst van zo'n sectorfonds.”

Het sectorfonds, een collectieve verantwoordelijkheid van de verschillende gewesten en de federale regering, staat dan ook verankerd in zowel het Vlaams als het Federaal regeerakkoord.

Zo staat in het recente federaal regeerakkoord dat het PFAS-sectorfonds geoperationaliseerd en gefinancierd zal worden door de sector ter compensatie van de schade en de slachtoffers van de PFAS-vervuiling.

Het principe is duidelijk: de vervuiler betaalt: “Diegenen die de producentenverantwoordelijkheid dragen, die de PFAS-houdende producten op de markt brengen, moeten dat fonds 'funden'”, stelde Brouns op 12 februari in het Vlaams parlement.

Geen oplossing

Op 13 oktober 2023 besliste de vorige Vlaamse regering om een sectorfonds op te richten om de schade door PFAS en andere zeer zorgwekkende stoffen te vergoeden. Bijna anderhalf jaar later moet de studie over het financieringsmechanisme – hoeveel geld is er nodig, wie draagt de verantwoordelijkheid voor de gemaakte kosten, op welke manier kunnen bedragen geëist worden van de betrokken partijen... – nog van start gaan.

“Eind deze maand zal de opdracht voor de studie aanbesteed zijn. Tegen het einde van dit jaar verwachten we de resultaten ervan en weten we hoe zo'n sectorfonds er juridisch moet uitzien”, aldus Bram Bombeek, woordvoerder van minister Brouns. “Na de studie moet de nodige informatie beschikbaar zijn om het fonds zo snel mogelijk te operationaliseren”, beloofde Brouns in de Commissievergadering van 18 december. “De uitvoeringstermijn voor de studie bedraagt 9 maanden.”

Mogen we dan begin 2026 het sectorfonds verwachten? “Als het sectorfonds er tegen het einde van deze legislatuur komt, kan je het al een succes noemen”, tempert De Roo de verwachtingen. “Het kan nog jaren duren voordat boeren geld zien.” Verder overleg tussen de gewesten en de federale regering moet eerst nog plaatsvinden, maar de grote horde zijn de bedrijven die ervoor zullen moeten betalen. “Die gaan wellicht niet uit eigen wil betalen voor het sectorfonds, en zo toegeven dat hun producten voor PFAS-vervuiling zorgen. Anders zijn ze juridisch aansprakelijk”, aldus De Roo.

Bij het kabinet van Brouns geven ze dan ook toe: voor de geblokkeerde veehouders zal het sectorfonds in de eerste plaats geen oplossing zijn.

Vlaams Rampenfonds

Stijn De Roo stelde in het verleden al voor om het Vlaams Rampenfonds in te zetten terwijl er gewacht wordt op het sectorfonds. Kosten kunnen dan op een later moment uit zo'n sectorfonds misschien terugvloeien naar de Vlaamse begroting, stelde De Roo op de Commissievergadering van 18 december. “Er zal nog heel wat discussie zijn over wie de vervuiler precies is, en ik denk dat we daarin misschien beter een voortrekkersrol nemen vanuit Vlaanderen dan dat we dat aan de individuele landbouwer overlaten.”

Eerste prioriteit zijn dus de landbouwbedrijven, zoals de geblokkeerde veebedrijven, die zware cashflowproblemen ondervinden. “Deze bedrijven zitten vast: geen inkomsten en bijkomende kosten door bijvoorbeeld de verplichte staalname. Het voortbestaan van deze bedrijven kan van onze hulp afhangen.”

Momenteel kan het Vlaams Rampenfonds echter enkel van toepassing zijn op natuurrampen. Dat is de PFAS-vervuiling niet: een aantal bedrijven zijn duidelijk veran-twoordelijk voor deze (historische) vervuiling. Het bevoegde decreet wijzigen is simpel volgens De Roo. “Een aantal zinnen moeten veranderd worden, zodat ook niet-natuurrampen onder het Vlaams Rampenfonds vallen en zodat de Vlaamse regering zelf kan bepalen wat dan wel of niet als ramp telt. Het is een kwestie van politieke moed om alle neuzen in de Vlaamse regering in dezelfde richting te krijgen, maar als ik er niet in geloofde, zou ik mijn schouders niet onder dit initiatief zetten.”

Bombeek: “Het Vlaams Rampenfonds aanspreken om de veehouders te helpen, is inderdaad een juridische piste waarnaar gekeken wordt.”

Het Verdronken Land van Saeftinghe

Het veebedrijf in Stabroek is niet het enige veebedrijf dat op slot is door PFAS-contaminatie. Het FAVV blokkeerde in het verleden al een veebedrijf op een boogscheut van de 3M-fabriek in Zwijndrecht, en in de herfst blokkeerde het agentschap 3 vleesveebedrijven in het Verdronken Land van Saeftinghe, nadat bij staalnames bij een veebedrijf op de vlakbij gelegen Prosperpolder tot 4 keer de norm van PFAS in het bloed van de dieren werd aangetroffen.

“Met het FAVV, met de gemeenten, met de natuurbeheerders zijn we vanuit Vlaanderen oplossingen aan het zoeken voor die bedrijven, die nu als het ware ‘op slot’ zitten”, zei Brouns voor het Vlaams parlement op 12 februari. “Specifiek voor de casus rond de getroffen landbouwbedrijven (n.v.d.r. in het Verdronken Land van Saeftinghe), zijn we met een aantal spelers in gesprek – de haven, de natuurbeheerdes, de gemeente en wij vanuit Vlaanderen – om te kijken hoe we de mensen daar, die hier en nu noden hebben, met betrekking tot die problematiek kunnen helpen.” Zij kunnen niet wachten op een sectorfonds, aldus Brouns.

Op 17 februari vond er een belangrijk overleg plaats tussen alle spelers, zegt woordvoerder Bram Bombeek, waar alle opties om de 3 geblokkeerde veehouders in dat gebied te helpen, overwogen worden. “In een slikken- en schorrengebied zoals het Verdronken Land van Saeftinghe komt er elke dag een vers laagje PFAS bij, maar dit natuurgebied moet begraasd worden om ecologisch waardevol te zijn. Begrazingscontracten worden dan ook overwogen als mogelijke uitweg voor deze 3 veehouders, naast een uitkoopregeling van bepaalde gecontamineerde weides die door VLM ingeschakeld kunnen worden voor natuurontwikkeling.” Ook onderzoekt een van de boeren volgens Bombeek of runderen die binnendijks grazen niet alsnog veilig verkocht kunnen worden.

Vrijstelling

Geblokkeerde bedrijven kunnen volgens het FAVV immers pas vrijkomen wanneer ze kunnen aantonen dat ze veilige dierlijke producten in de voedselketen brengen. “In de praktijk wordt er getracht om samen met de veehouders de dieren in groepen te verdelen op basis van hun mogelijkheid tot contaminatie”, zegt FAVV-woordvoerder Liesbeth Van De Voorde. Denk aan criteria zoals leeftijd, plaats van houden in het bedrijf of op weiden, de ligging van de weiden, voederregime, drinkwater... Weides achter de dijken worden bijvoorbeeld niet overstroomd en zijn mogelijk niet door PFAS gecontamineerd. “Er wordt dan per groep een vleesmonster gevraagd van een aantal dieren met de 'langste blootstelling', vaak de oudste dieren. Bij conforme stalen wordt dan de groep vrijgegeven”, aldus Van De Voorde.

Het pad naar vrijstelling lijkt nog lang voor het veebedrijf in Stabroek: verschillende mogelijke bronnen van PFAS-vervuiling zijn te vinden in de buurt van het bedrijf, en de bodem, water- en grasstalen die al genomen zijn, brachten geen uitsluitsel over de precieze contaminatie op hun land. “Als de vervuiling van de omgeving komt, kan je ons bedrijf evengoed vrijstellen. Ieder bedrijf in de buurt zal dan dieren met te veel PFAS hebben. Ons bedrijf blokkeren heeft dan ook geen enkel nut zolang er geen stalen genomen worden op alle omliggende landbouwbedrijven”, aldus de getroffen veehouder

Vier andere bedrijven in de omgeving van Stabroek met een risicoprofiel werden vorig jaar bemonsterd. Alle stalen kwamen ondertussen conform terug.

De getroffen veehouder in Stabroek vindt dat de blokkade opgeheven moet worden tot er een algemene oplossing komt, anders wordt ze gediscrimineerd. “Het kan toch niet de bedoeling zijn om de schuld van iemand anders, namelijk de bedrijven die de PFAS produceren en nog steeds verspreiden, naar mij door te schuiven en zo mijn vooruitzichten en broodwinning af te nemen.”

Thor Deyaert

Lees ook in Actueel

Biocontroleorganismen kennen trage opmars

Groenten Biologische controleorganismen, zoals biopesticiden en natuurlijke vijanden, kunnen de leemte van weggevallen chemische fytoproducten invullen. De erkenningsprocedures vertragen echter de introductie van biopesticiden, waarvan de efficiëntie nog omhoog moet. Natuurlijke vijanden zijn volop beschikbaar en vaak ook heel succesvol, maar niet altijd. Er zijn dus nog veel hindernissen.
Meer artikelen bekijken