Komen er nieuwe boerenprotesten?
Komen er dit jaar opnieuw boerenprotesten in Vlaanderen, België of Europa? Joris Relaes, administrateur-generaal van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), keek voor ons in zijn glazen bol aan de vooravond van de publicatie van het boek ‘Daarom zijn boeren boos’.

Een helder ‘ja’ of ‘neen’ is er niet als antwoord op die vraag. De glazen bol voor 2025 geeft zijn geheimen niet prijs. Wel ziet Joris Relaes enkele duidelijke kantelpunten voor de landbouw in Vlaanderen. Die somde hij kernachtig op in zijn hoofdstuk van het Nederlands-Vlaamse boek van Dick Veerman, waar aan Vlaamse zijde voorts onder meer Tessa Avermaete (KUL) en Fleur Marchand (ILVO, wetenschappelijk directeur Landbouw & Maatschappij) aan meewerkten. Als ‘tegenlezers’ droegen onder andere Bram Van Hecke en Justine Arkens bij. Het boek biedt interessante inzichten in de achtergronden en beweegredenen van de boerenprotesten in Nederland en Vlaanderen.
Onderhuids ongenoegen
“De Europese boerenprotesten van begin 2024 waren bijzonder door hun grote verspreiding. De aanleiding was in elk land verschillend. In Frankrijk ging het vooral over het Mercosur-vrijhandelsakkoord, in Vlaanderen en Nederland over stikstof, in Polen over import uit Oekraïne, in Spanje over de droogte, in Duitsland over rode diesel… Behalve die aanleidingen leeft er onderhuids ook een groot ongenoegen bij de Europese landbouwers, over beleid dat te veel boven hun hoofden wordt beslist, over regels van verschillende beleidsniveaus die elkaar tegenspreken, over onbegrip bij de rest van de maatschappij en in de politiek… In de algemene pers dacht men dat de protesten te maken hadden met ‘slechte’ prijzen, maar in Vlaanderen ging het toen in veel deelsectoren van de landbouw net goed”, zegt Joris Relaes.
“De lijnen die Frans Timmermans had uitgezet voor de Green Deal en de Farm-to-Forkstrategie hadden de verdienste om het grotere geheel te zien – van productie tot verwerking en consumptie – in plaats van de afzonderlijke aanpak uit het verleden. En ze werden breed gedragen over de landen en partijen heen, aanvankelijk toch. Het was opmerkelijk hoe snel het enthousiasme wegsmolt zodra lobbygroepen en individuele landen enkele gaatjes prikten in dat veelomvattende beleid. Er stonden ook wensdromen in die te ver van de realiteit stonden, zoals de voor Vlaanderen onhaalbare doelstellingen voor biolandbouw.”
Niet te veel water bij de wijn
Landbouwers hebben graag duidelijkheid in het beleid, over alle beleidsniveaus heen, van Europa tot de gemeente. Als ze weten waar ze zich moeten aan houden, kunnen ze vooruit. “In Vlaanderen wordt veel verwacht van de visie van de nieuwe Vlaamse regering over de landbouw tot 2050. Aan die visie wordt momenteel gewerkt en zowel de landbouwsector als de milieuverenigingen willen daar hun eigen standpunten in duwen. Als we nieuwe boerenprotesten en rechtszaken willen vermijden, moet de politiek met een heldere en onderbouwde visie komen. Ze moet durven zeggen waar het op staat, keuzes maken en er dan naar handelen vertrekkende vanuit de huidige situatie, zonder te veel water bij de wijn doen. Als er 1 conclusie is uit het boek Daarom zijn boeren boos, is het dat er geen gemakkelijke oplossingen bestaan die niemand pijn zullen doen.”
Een van de keuzes die gemaakt moeten worden voor de nieuwe Vlaamse landbouwvisie, is vanuit welk uitgangspunt men kijkt naar de landbouw. “Wil men het aantal landbouwers, het aantal familiale landbouwbedrijven of het landbouwareaal behouden? Zetten we in op de eigen voedselverwerking en op onze sterke voedselexport of laten we dat los? Dat zijn nog maar 2 vragen en we moeten al kiezen tussen een socio-economische, een ruimtelijke en een geostrategische invalshoek. We staan in de landbouw aan de vooravond van grote veranderingen. De keuzes die we maken en de invalshoek die we kiezen, kunnen een grote impact hebben. Er moet voor de landbouw in Vlaanderen een toekomstbeeld komen dat vertrekt van de realiteit van vandaag.”
Positieve signalen
De nieuwe Vlaamse landbouwvisie kan de duidelijkheid brengen waar de boeren op hopen of kan een trigger zijn voor nieuwe protesten. Joris Relaes ziet alvast enkele positieve signalen. “Een eerste kwam onlangs van Hilde Crevits en had eigenlijk niets met de landbouw te maken. Zij wil dat de overheid toelaat dat mensen fouten kunnen maken. Dat een verkeerd ingevuld formulier niet langer automatisch leidt tot het afnemen van premies of fiscale voordelen, of erger nog, tot disproportionele boetes.
Dat is een aanpak waar men in de landbouw naar uitkijkt. De verschillende overheden hebben de landbouw ontmenselijkt en vervreemd tot een kluwen van cijfertjes in allerhande geautomatiseerde rekenmodellen, met controles en sancties. Als minister Crevits er met haar signaal voor kan zorgen dat boeren opnieuw in gesprek kunnen gaan met de overheid, zonder dat daar advocaten of een rechtbank aan te pas komen, zou de onvrede in de sector misschien al voor een deel weggewerkt kunnen worden. Met beleid dat een beetje marge toelaat.” Eenzelfde beweging weg van het cijfermatige naar het gezonde boerenverstand ziet Relaes in het afstappen van de kalenderlandbouw door minister Jo Brouns. “Landbouw is werken met levende materie, met het weer, het klimaat en dat laat zich niet vangen in al te gedetailleerde regeltjes.”
Amcra-model
Dat overleg en menselijkheid succesvol kunnen zijn, ziet Joris Relaes in de veeteelt. “Zonder strikte wetgeving op te leggen en met een aanmoedigend beleid en overleg tussen overheid, veehouders, veevoederbedrijven, dierenartsen en de farmaceutische industrie is het gebruik van antibiotica op relatief korte tijd fors verminderd. Dat model zou het voorbeeld moeten zijn voor elke doelstelling in de sector en ook voor het opstellen van de nieuwe Vlaamse beleidsvisie voor landbouw.”
Een tweede lichtpunt ziet Relaes in het samenbrengen van de bevoegdheidspakketten landbouw, natuur, milieu en ruimtelijke ordening onder 1 minister. “Eigenlijk ondervinden we nog steeds voor een stuk de gevolgen van het feit dat Landbouw te lang een federale bevoegdheid is gebleven, terwijl ondertussen op het Vlaamse niveau het milieubeleid zich in de jaren 80 en 90 ongestoord en snel kon ontwikkelen zonder veel aandacht voor het landbouwperspectief.”
Schaalvergroting is van alle tijden
Welk beleid en welke landbouwvisie men ook kiest, we kunnen niet wegkijken van de realiteit. “De schaalvergroting is een fenomeen van alle tijden. Er zijn altijd golven van bedrijven die opgeslokt worden door andere en nieuwe bedrijfjes die gestart worden in de vrijgekomen marktruimte. Vlaanderen is in de wereld een unicum met onze schrik voor landbouw op grotere schaal. In elke andere sector wordt groei op applaus onthaald en in elke andere Europese regio is de schaal van landbouwbedrijven geen of nauwelijks een onderwerp van discussie.”
De onvermijdelijke schaalvergroting moet in Vlaanderen misschien beter begeleid worden, zeker nu de grote meerderheid van de Vlaamse landbouwers bijna op pensioengerechtigde leeftijd is. “De overheid zou daarin meer sturend kunnen werken. Wat doen we met die gronden en met die gebouwen? Tegelijk moeten we in Vlaanderen gaan nadenken over de groeiende groep van pensioen-boeren en ‘sofaboeren’. Dat pensioenboeren in het GLB niet langer dezelfde rechten hebben dan actieve boeren, zet veel kwaad bloed.” Die groep kan kansen geven aan starters en zij-instromers via het doorgeven van kennis en ervaring, maar ook door het loslaten van hun laatste schapenweide of maïsperceeltje.
Bondgenoten zoeken
De landbouwers moeten meer steun krijgen van de verwerkende industrie. “Als het gaat over bijvoorbeeld milieudoelstellingen die niet gehaald worden, is het altijd alleen de landbouw die kop van jut is. De verwerkende industrie houdt zich vaak afzijdig, hoewel zij de volgende schakel in de ketting zijn. Het zijn zij die mee bepalen wat de landbouwer produceert. We hebben die industrie niet of nauwelijks gehoord of gezien bij de boerenprotesten van vorig jaar. Toch lijkt het me niet meer dan logisch mochten zij mee aan tafel zitten als er gepraat wordt over een mestactieplan of over stikstof. Verwerkers beginnen zich stilaan zorgen te maken over de bevoorrading. Denk maar aan de melk-, varkens- en eiersector. Landbouw en de verwerkende industrie kunnen niet zonder elkaar.”
Mercosur en een eventueel nieuw Europese vrijhandelsakkoord met Mexico zouden volgens Joris Relaes in Vlaanderen niet noodzakelijk voor nieuwe boerenprotesten moeten zorgen. “Meer handel is goed voor de open Belgische economie en versterkt de koopkracht van de consumenten aan wie we onze landbouwproducten willen verkopen. We moeten natuurlijk wel blijven streven naar een zo gelijk mogelijk speelveld. Maar daarnaast moeten we vooral op een offensieve manier de troef van onze Vlaamse kwaliteitsproducten durven blijven uitspelen, zowel hier bij ons als in het buitenland. Het protectionisme dat de nieuwe Amerikaanse president Trump introduceert, werkt slechts voor een korte termijn. Je zal al vrij sterk merken dat zo’n beleid averechts werkt’, besluit de administrateur-generaal van ILVO.
Het boek