Faircoop en Fairebel: Een faire prijs voor melk, vlees en fruit
Al meer dan 15 jaar zet coöperatie Faircoop zich in om een eerlijke prijs voor de melk van haar leden te bekomen. Sinds 2020 kwamen daar ook vlees en fruit bij.

Boeren worden de laatste jaren geconfronteerd met grote veranderingen: PAS, mestwetgeving, Mercosur... “Deze veranderingen vragen grote investeringen van landbouwers, maar in tegenstelling tot industriebedrijven kan een melkveehouder deze investeringen niet doorrekenen aan de afnemer van de melk”, aldus melkveehoudster Tanja Van Poecke uit Laarne. “De marge ontbreekt ons eigenlijk om de nodige investeringen te doen, maar we worden toch gedwongen om ze te maken.”
“Eigenlijk is het schandalig dat wij onze eigen prijs voor onze producten niet kunnen bepalen. De verwerkers doen dat voor ons, en de prijs die wij voor onze melk krijgen, is te nemen of te laten”, klaagt melkveehouder Wim Suenens uit Lennik aan. “Fairebel probeert daar een mouw aan te passen.”
Faircoop is een coöperatie die met haar eigen merk Fairebel een eerlijke prijs probeert te bekomen voor haar leden. “Faircoop kan dan wel niet alle kopzorgen van boeren oplossen, maar met die meerprijs proberen we toch de financiële zorgen enigszins te verlichten”, aldus Tanja, die in 2015 lid werd van Faircoop. Ondertussen zet zij zich verder in voor de coöperatie als lid van het sectorcomité en de raad van bestuur. “Fairebel levert op een zeer concrete manier een voordeel voor landbouwers op”, zegt Tanja. “Die eerlijke prijzen overtuigen boeren om lid te worden.”
Zo ook Wim, die zich in 2016, op aanraden van Hendrik, een andere coöperant, aansloot bij Faircoop. “Onder collega’s gaan de voordelen ervan de ronde. Zo’n coöperatie is een mooi concept: dankzij Fairebel krijgen wij een eerlijke prijs voor onze melk.”
Naast melkvee houdt Wim ook vleesvee en teelt hij tarwe, maïs, suikerbieten en grasland voor het voeder van zijn dieren. “Mijn gewassen gebruik ik vooral om er zelf ruw- en krachtvoeders van te maken. Zo probeer ik zoveel mogelijk circulair te boeren. Veevoederbedrijven zullen van mij niet rijk worden”, lacht Wim.
Jaarlijkse bonus
Iedere melkveehouder, vleesveehouder of fruitteler kan lid worden van Faircoop door aandelen te kopen. “Op basis van die aandelen krijg je op het einde van het boekjaar een premie”, aldus Wim. Om te starten als lid moet je minstens 10 aandelen kopen, aan een kostprijs van 100 euro per aandeel.
De bonus is afhankelijk van het aantal door Faircoop verkochte liters melk en van de algemene melkprijs. “Samen met EMB (n.v.d.r. de European Milk Board) bekijkt Faircoop wat een melkveehouder voor zijn melk zou moeten krijgen, dus kostprijs plus een eerlijk inkomen”, legt Tanja uit. “Daar rekent Faircoop nog eens haar eigen kosten voor bijvoorbeeld personeel en marketing bij.”
Die berekening vormt de basis voor de verkoopprijs van de Fairebel-producten aan de retail. “Faircoop koopt haar eigen producten bij de verwerkers aan de marktprijs aan. Per liter verkochte melk gaat het verschil tussen wat de boer krijgt voor zijn melk en wat hij zou moeten krijgen in een potje. Als de melkprijs laag is, zal dat potje ook groter zijn. Op het einde van het jaar wordt dat potje verdeeld onder de coöperanten”, legt Tanja uit. Met andere woorden: hoe lager de melkprijs, hoe groter het tekort voor de melkveehouder, hoe groter de uiteindelijke bonus per aandeel.
Je kan er ook voor kiezen om de bonus te laten omzetten tot aandelen, tot een maximum van 500 aandelen per deelnemer. De coöperatie wil landbouwers die uit zijn op quick wins vermijden. “Zo tellen de eerste 2 jaar enkel maar de eerste 10 aandelen voor de rechtstreekse uitbetaling van de bonus. Plots een grote som geld investeren en dan dat geld even snel terug eruit trekken, kan niet”, aldus Tanja. Mocht je bijvoorbeeld op pensioen gaan of om een andere reden stoppen bij Faircoop, krijg je je aandelen wel integraal uitbetaald.
Coöperanten blijven voor de duidelijkheid gewoon leveren aan de melkerijen. “Faircoop koopt aan de marktprijs bij bestaande melkerijen aan en verkoopt deze producten met een meerwaarde”, aldus Tanja.
Voor wat hoort wat
Om deze producten aan consumenten verkocht te krijgen, zijn boots on the ground nodig. Afhankelijk van het aantal aandelen is een deelnemende landbouwer dan ook verplicht om een aantal dagen degustaties met Fairebel-producten te houden in supermarkten of beurzen. Voor wat hoort wat. “Als je niet gaat degusteren, krijg je geen bonus uitbetaald”, geeft Tanja toe.
“Klanten raken door deze degustaties bekend met onze producten, maar ook met het verhaal van de landbouwer.” De degustaties helpen om de producten te verkopen. “Door die gesprekken brengen we de boeren en consumenten daarnaast dichter bij elkaar, en creëren we meer begrip, langs beide kanten.”
Wim is zelf blij dat hij eens weg kan van de drukte van zijn landbouwbedrijf. “Voor mijn sociaal leven is het wel eens positief dat ik onder de mensen kan komen. In de winkel kom je ook te weten waar mensen zoal in geïnteresseerd zijn, qua producten.”
Fairebel verwacht in principe dat een boer zich een volle dag kan engageren voor zo’n degustatie. “Een hele dag weg zijn van mijn bedrijf is niet altijd even gemakkelijk”, aldus Wim. “Gelukkig is Fairebel wel zo flexibel dat halve dagen ook toegestaan zijn.
Voor de rest legt Faircoop geen regels op aan haar melkveehouders. “Ongeacht de bedrijfskeuzes is iedereen welkom bij ons. Iedere landbouwer heeft namelijk te kampen met financiële tekorten”, aldus Tanja. “De overheid doet zijn werk op het vlak van regels opleggen al meer dan goed genoeg, en de melkerijen doen daar nog eens een schepje bovenop. Daar moeten wij niet nog eens regels bovenop leggen.” De enige vereisten voor melkveehouders zijn een aantal dagen degustaties houden en lid worden van EMB. Daar moet je wel jaarlijks 50 euro lidgeld voor betalen.
Vleesveehouders kampen wel met een lastenboek voor runderen geslacht onder het Fairebel-label: vleesvee hoort geboren, getogen en afgemest te worden op hetzelfde bedrijf, en qua voeders bestaan er een aantal eisen. Voor fruit hebben sommige retailers dan weer een aantal eisen over de grootte van de appelen en peren.
Verkorte keten
Vorig jaar vierde Faircoop de vijftiende verjaardag van Fairebel. Het initiatief voor de coöperatie kwam oorspronkelijk van Waalse melkveehouders als reactie op de melkstaking van 2009. “Dat jaar waren er weken van boerenprotest tegen de te lage melkprijzen”, legt Tanja uit. “Van consumenten kwam toen de vraag hoe zij het best melkveehouders concreet konden steunen.”
De korte keten was daarbij geen oplossing: boeren zouden elkaar beconcurreren en – behalve tijdens de coronapandemie – blijft de overgrote meerderheid haar wekelijkse boodschappen in supermarkten doen. “De korte keten werkt niet voor iedere melkveehouder. Een aantal landbouwers kwamen dan ook op het idee van een verkorte keten: boeren die samen een eigen merk oprichten.”
Jammer genoeg is het concept Fairebel niet zo populair in Vlaanderen als in Wallonië (er zijn bijna 4 keer meer Waalse dan Vlaamse coöperanten), menen Tanja en Wim. “Een Waal is veel chauvinistischer over lokale voeding en steunt de landbouw meer dan een Vlaming”, aldus Tanja. Volgens Wim leeft de discussie rond eerlijke prijsvoering meer bij onze zuiderburen.
Het is niet onlogisch dat een concept zoals Fairebel een meer vruchtbare voedingsbodem vindt in Wallonië vindt dan in Vlaanderen, want de Waalse beleidsmakers spreiden het bedje voor coöperaties: iedere boer die zich daar intekent in een coöperatie kan elke 5 jaar een premie van 2000 euro krijgen. Dat nam volgens Tanja in de begindagen van Faircoop veel schroom weg bij Waalse boeren om zich in te tekenen. “Toen moest je investeren in een merk dat nog niet bewezen was, een lege doos melk. Door die premie van de Waalse overheid liep je als boer geen risico.”
Toch bleef het voor de oprichters van Faircoop in het begin knokken om een plaats op te eisen in de zuivelmarkt. Melkerijen hadden geen idee of het concept Fairebel wel zou aanslaan. “In 2021 moesten we uiteindelijk een eigen afvullijn starten. Officieel was er zogezegd bij geen enkele verwerker plaats over op hun eigen lijnen voor ons, maar eigenlijk dulden ze geen extra concurrentie op de markt”, stelt Tanja.
Ook de retailers moesten overtuigd worden om in hun rayons plaats te maken voor producten van Fairebel. “Dat eerste jaar hebben we ongeveer 880.000 l melk verkocht. In 2023 zijn we geëindigd op 13,1 miljoen l. Cijfers voor 2024 worden gefinaliseerd”, aldus Tanja. Het eerste product was – op vraag van consumenten – halfvolle melk. Daarna volgden chocomelk en volle melk.
Vooral door de boeren in de winkel te zetten – de degustaties – kon Fairebel consumenten overtuigen om meer te betalen voor hun producten. “Een boer die met blozende wangen en eelt op zijn handen zijn verhaal doet, werkt om producten te verkopen.” Bepaalde producten slaan ook beter aan dan andere. Zo doen de chocomelkjes van Fairebel het volgens Wim goed bij ouders met kinderen en bij grootouders.
Vlees en fruit
Zuivel is duidelijk de fundering waar Fairebel op gebouwd werd. Sinds 2020 zijn ook vleesveehouders en fruittelers welkom. “De opstart daarvan bij het begin van de coronapandemie was zeer ongelukkig qua timing”, zegt Tanja. “Door de maatregelen waren degustaties niet altijd toegelaten of was het moeilijk om ze te organiseren, terwijl deze juist nodig zijn om consumenten te overtuigen.”
Wim is zelf (nog) niet overtuigd van de vleestak van Fairebel. Naast 80 stuks melkvee houdt hij ook een veertigtal vleesrunderen, maar hij schrijft zich enkel in voor de melktak van Fairebel. “Vlees is moeilijk te vermarkten, ik heb er eerlijk gezegd een beetje schrik voor of dat zal aanslaan.”
De grootste struikelblok die Tanja ziet, is dat in fruit en vlees geen merken bestaan, in tegenstelling tot zuivelproducten. “In het fruit heb je rassen, maar geen merken. Dat maakt het niet makkelijk om ons te onderscheiden van de goedkope Jonagold-appels van het huismerk, hoewel de kwaliteit wel top is. Ook de houdbaarheid is een factor waarmee we rekening dienen te houden. En deze lijn kan ook worden doorgetrokken naar het vlees.”
De ondernemers van Fairebel blijven echter niet bij de pakken zitten. “Als landbouwers zijn we gewoon om het hoofd opgeheven te houden en om de moed erin te houden. Die mentaliteit nemen we ook mee bij Faircoop.” Ze begonnen dan ook met de productie van fruitsapjes, waar wel bekende merken van bestaan waarmee Fairebel kan concurreren.
Innoveren voor de toekomst
Fairebel brouwt volop toekomstplannen voor haar productlijn. Aldi zal in Wallonië bijvoorbeeld een aantal vleesproducten opnemen in het vaste assortiment, en met Carrefour zal Faircoop komend jaar een aantal keer een zogenaamde in and out organiseren. “Carrefour zal een bepaalde hoeveelheid vlees van ons kopen om aan hun klanten door te verkopen zolang de voorraad strekt. Op is op”, verduidelijkt Tanja.
“Soms is het nodig om van strategie te veranderen, maar dit toont des te meer aan dat wij als landbouwers zeer flexibel zijn en zeer goed met veranderingen om kunnen. We blijven investeren en innoveren in nieuwe producten.” Zo is de coöperatie 2 jaar geleden toch gestart met de verkoop van karkassen en technische stukken vlees. Sneetjes jonge kaas en klaargemaakt stoofvlees zijn nog producten die bij Fairebel in de pijplijn zitten.
De chocomelk wordt tot nu toe verkocht in kleine brikjes, maar Wim vangt de grote vraag naar grotere verpakkingen chocomelk op tijdens zijn degustaties. “Daar wordt over nagedacht, maar Fairebel kan niet zomaar een nieuw product lanceren”, weet Tanja. “Eerst moeten we zoeken naar een retailer met interesse voor het product. Dan pas kan je een product ontwikkelen en produceren.” Fairebel loopt anders het risico om verlies te maken en om met resterende producten en overtollige verpakkingen te zitten.
“Met alle onzekerheden in de wereld tegenwoordig en de verslaggeving rond de koopkrachtcrisis en manieren om te besparen op boodschappen, probeert Fairebel haar marktaandeel vooral te beschermen”, besluit Tanja. Wim ziet de toekomst positief in. “Hopelijk mag Fairebel nog lang doorgaan.”
Faircoop staat op Agriflanders in hal 4 stand 4512.