Wat verandert er aan het GLB in 2025?
Met het nieuwe jaar voor de deur somt het Agentschap Landbouw en Zeevisserij de wijzigingen op aan de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), die zullen ingaan vanaf 2025. Zo kunnen landbouwers via gewasdiversificatie op een alternatieve manier voldoen aan de norm gewasrotatie. Daarnaast valt de verplichting tot het aanhouden van 4% niet-productieve elementen en arealen weg.

Er komt een nieuwe verplichting naar aanleiding van de pas goedgekeurde wijzigingen aan de mestwetgeving: op percelen met nitraatgevoelige teelten in gebiedstype 2 en 3 zullen geen nitraatgevoelige teelten toegelaten zijn op de eerste 5 m langs waterlopen die opgenomen zijn in de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA). Deze stroken zijn bemestings- en pesticidevrij en worden binnen het gewijzigde Mestdecreet ‘beschermingsstroken’ genoemd. Hoe deze beschermingsstrook kan gecombineerd worden met een ecoregeling ‘Bufferstroken’, zal begin volgend jaar toegelicht worden.
In 2025 zijn er een aantal wijzigingen aan de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Een aantal wijzigingen binnen de conditionaliteit zijn al eerder gecommuniceerd en zijn terug te vinden op de website van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Zo zal het mogelijk zijn om op een alternatieve manier via gewasdiversificatie te voldoen aan de norm gewasrotatie en valt de verplichting tot het aanhouden van 4% niet-productieve arealen en elementen weg.
Sociale conditionaliteit
Landbouwers die rechtstreekse betalingen of steun voor agromilieuklimaatmaatregelen of beheerovereenkomsten ontvangen, moeten vanaf 2025 ook de sociale conditionaliteit naleven om administratieve sancties te vermijden. Die sociale conditionaliteit is van toepassing op landbouwers die werken met personeel en gaat over transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden, de veiligheid en gezondheid van werknemers en het naleven van de minimumeisen bij het gebruik van arbeidsmiddelen.
Deze regels rond arbeidsvoorwaarden en arbeidsveiligheid zijn niet nieuw. Zij zijn al van toepassing in België via de federale regelgeving. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij zal voor het toezicht op de naleving van de sociale conditionaliteit een beroep doen op de federale inspectiediensten die verantwoordelijk zijn voor deze controles.
Actieve landbouwer
Ecoregeling ‘Bufferstrook’
Binnen de ecoregelingen en de agromilieuklimaatmaatregelen (AMKM) zijn er beperkte aanpassingen. De combinatie tussen de ecoregeling ‘Mechanische onkruidbestrijding’ en de ecoregeling ‘Teelttechnische erosiebestrijdende technieken - drempels’ kan niet meer. De ecoregeling ‘Bufferstrook plus - bloemenmengsel is enkel toegestaan op percelen met een lage tot verwaarloosbare erosiegevoeligheid (gele, lichtgroene en donkergroen percelen). De verplichting tot aanleg van een bijkomende grasstrook onderaan het perceel voor percelen met een lage verwaarloosbare erosiegevoeligheid vervalt hierdoor.
Lokale rundveerassen
Bij de AMKM lokale rundveerassen kan een landbouwer een verbintenis aangaan voor minimum 5 en maximum 225 dieren (in plaats van 10-125). De subsidiabiliteitsvoorwaarde met betrekking tot de minimumleeftijd voor lokale varkensrassen wordt gewijzigd naar 6 maanden. Deze leeftijd moet bereikt zijn op 1 januari van het campagnejaar of bij vervanging. Daarnaast kunnen lopende verbintenissen onder bepaalde voorwaarden uitgebreid worden.
Voedermanagement
Voor de ecoregeling ‘Voedermanagement’ kunnen landbouwers de verbintenis starten op 1 januari of op 30 april. Voor de toediening van nitraat aan melkvee is er voortaan een vaste dosering van 224 g per dier per dag Daardoor is een rantsoenberekening niet meer nodig is. Let op, voor vleesvee is nog steeds de toediening van 1% nitraat vereist, en dus ook een rantsoenberekening.
Eenjarige ecoteelten
Bij de ecoregeling ‘Eenjarige ecoteelten’ kan de landbouwer ook steun ontvangen voor een mengsel van bladrammenas en gele mosterd.
Bij deelname aan de ecoregeling ‘Verhogen organisch koolstofgehalte – aanvoer van houtsnippers’ is steeds een foto nodig voor alle percelen met de bijkomende bestemming OCH in de verzamelaanvraag. Deze wordt genomen op het moment dat de houtsnippers worden ondergewerkt op het perceel of op het perceel liggen en bij voorkeur met de LV-Agrilens app.
De aanpassingen zijn onder voorbehoud van goedkeuring door de Vlaamse regering.