Vlaamse hoptelers zijn op hun hoede
Net zoals hun vakgenoten elders in Europa en de wereld staan de Vlaamse hoptelers onder druk. Ze zien de prijs voor hun product flink dalen. Oorzaken daarvan zijn de wereldwijde overproductie van hop, maar ook de verminderde consumptie van bier. De Vlaamse hoptelers zitten voorlopig nog niet in zak en as maar ze houden de situatie nauw in de gaten.
In de landbouwcommissie van het Vlaams Parlement stelde Loes Vandromme (cd&v) op 18 december dat de hoptelers gedurende de voorbije jaren nog konden terugvallen op meerjarige lopende contracten die ze hadden met brouwers. Nu zitten die brouwers met een grote voorraad die nog niet is verwerkt.
In de Verenigde Staten is men al versneld begonnen met de afbouw van het hopareaal en in Duitsland stelt men dat een krimp met 3.000 tot 4.000 ha nodig is om de markt gezond te houden. De Duitse hopfederatie HVG meldt dat in sommige gevallen de prijzen de afgelopen 2 jaar met 90% zijn gedaald.
Overaanbod
Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) bevestigt dat het overaanbod aan hop nog steeds een gevolg is van de coronacrisis. Maar het is ook een gevolg van een tendens op eerder lange termijn van verminderd bierverbruik.
Waar op wereldvlak voornamelijk bittere hop wordt geteeld, neemt België echter een niche in met een focus op aromatische hopsoorten. Het hopareaal in ons land is bovendien zeer klein. De Belgische hoptelers telen vooral hop voor de lokale Belgische brouwers. Onze eigen hoptelers kunnen volgens Brouns vooralsnog overigens niet aan die Belgische vraag voldoen.
Duurzame productiemethoden
Minister Brouns erkent het belang van onderzoek naar rassen en teeltmethodes aangepast aan ons klimaat. Hij zet in op de verspreiding van duurzame productiemethoden naar de praktijk. De resultaten beginnen zichtbaar te worden. Brouwers tonen opnieuw een toenemende interesse in de Belgische hop, die gekenmerkt wordt door zijn zeer hoge kwaliteit.
Volgens de minister komen Belgische brouwers en hoptelers geregeld samen in het kader van de coöperatie voor hoptelers, Pacohop. Dat bevestigt de band tussen beiden. Bovendien krijgt het Belgische kwaliteitslabel voor hop veel erkenning bij onze brouwers. Dat label wordt enkel toegekend aan Belgische hop die geteeld en gecontroleerd wordt onder strikte omstandigheden. Deze werkwijze garandeert herkomst en kwaliteit.
Het is kwestie van betere en nieuwe rassen te produceren met een rijk gehalte aan alfaolie en aroma. Daarom is een aantal jaren geleden gestart met een LA-project (landbouw), HopBel 2,0, om via veredelingstechnieken nieuwe hopvariëteiten in Vlaanderen te ontwikkelen. Dat is echter een meerjarig proces dat in de toekomst zijn vruchten zal afwerpen. Daarnaast is een Interreg-project (Interreg Community Initiative), Tomorr’Hop, gestart. Het doel daarvan is hopvariëteiten te ontwikkelen die meer opgewassen zijn tegen klimaatverandering en extremere weersomstandigheden waarmee de hopteler geconfronteerd wordt.
Kwaliteit is belangrijk
“Een kwaliteitsvol product start met kwaliteitsvol teeltmateriaal”, hoorden we minister Brouns zeggen. Om de kwaliteit te verzekeren van het teeltmateriaal van hop dat op het grondgebied ven het Vlaamse Gewest geproduceerd of verhandeld wordt, werd een algemeen Vlaams kader voor de keuring en certificering van teeltmateriaal voor hop uitgewerkt. Dat gebeurde naar analogie met andere deelsectoren van het plantaardige teeltmateriaal en in overleg met de Vlaamse hopsector en wordt nu volop in de praktijk gebracht.
Brouns accentueert dat de hopsector cruciaal is voor Vlaanderen. Niet alleen om culturele of andere redenen, maar ook puur vanuit het economische belang voor Vlaanderen. Als het over hop gaat, dan gaat het over bier. En als het over bier gaat dan zegt de minister daar bijzonder trots over te zijn in Vlaanderen, in het bijzonder in de hopregio. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om mee te geven dat er recent een akkoord is bereikt om aan de Europese Commissie te vragen om Vlaams roodbruin bier of Flanders Red Ale te erkennen als geografische aanduiding. Die aanduiding bestaat bijvoorbeeld al voor de Limburgse vlaai. De minister gaat er van uit dat de Europese Commissie die erkenning zal toestaan.
