Startpagina Granen

Wintertarweoogst: lage opbrengsten met variatie in kwaliteit

Meer dan in andere jaren werden er in wintertarwe verschillen in locaties opgetekend. Over het algemeen werden er lagere opbrengsten dan vorig jaar gehaald. Ook de kwaliteit lag lager, al bleek die nog niet dramatisch. “Bekijk je het samen met de marktsituatie, dan is het wel een moeilijk verhaal. Natte jaren zijn altijd moeilijke graanjaren”, aldus LCG-coördinator Bram Vervisch.

Leestijd : 4 min

Volgens Vervisch werden er 6 van de 8 initieel geplande LCG-proeven gerealiseerd. Door de vele regen was de proef in Zwevegem weggespoeld, die in Bottelare werd niet gezaaid omdat het te nat was. Vorig jaar lag de gemiddelde opbrengst van de proeven in het binnenland op 11,3 ton/ha. “Dat zijn proefomstandigheden; daar moet je zo’n 10 à 15% van aftrekken om naar de praktijk om te rekenen”, zegt Bram Vervisch. “Dit jaar zitten we met 8 à 9 ton/ha ruim onder het cijfer van 2023. Aan de kust halen we 11 ton/ha, maar dat is in grootteorde hetzelfde: ook dit is gemiddeld zo’n 2 à 3 ton lager dan vorig seizoen.”

Een aantal variëteiten scoren heel slecht. “Er is veel meer spreiding in resultaten dan in de vorige jaren. Dat zagen we ook in de wintergerst. Bepaalde variëteiten doen het door omstandigheden beter of slechter: op het juiste moment regen, combinatie met een vroeg of laat zaaimoment, de weersomstandigheden in het voorjaar…”

Tegelijk is de kwaliteit van de proeven wel heel sterk. “Binnen de proeven zien we dat de rassen stabiel scoren. Sommige variëteiten verschillen tussen de locaties. Dat is elk jaar zo, maar in de gerst waren er toch een paar uitschieters. Dat kan te maken hebben met de bodemomstandigheden, neerslag op het juiste moment...”

Iets lagere kwaliteit

In verhouding tot de opbrengst ligt de kwaliteit van de LCG-proeven iets lager dan de voorbije jaren, maar ze is nog altijd niet dramatisch. “Vorig jaar haalden we een hectolitergewicht van 77,1 kg, daar zitten we nu 2 à 3 kg onder. Gezien het dramatische jaar had ik het nog lager verwacht. Op 1 bepaalde plaats haalden we zelfs 80 kg als gemiddelde van de proef, wat we vorig jaar helemaal niet haalden. Neem je dat samen met de marktsituatie, dan is dat wel een moeilijk verhaal. Voor baktarwe is naast het hectolitergewicht ook het eiwitgehalte belangrijk, maar daar hebben we momenteel nog geen zicht op. We zullen dat dit seizoen voor de eerste keer aan de akkerbouwers meegeven.”

Vroege bruine roest en septoria

Heel typerend voor dit seizoen waren de vele ziektes, met vroege bruine roest – in sommige variëteiten heel vroeg en sterk aanwezig – en septoria als de belangrijkste. “Soms waren die moeilijk onder controle te krijgen; er moest op het juiste moment worden gespoten, maar de percelen en aanhoudende neerslag lieten dat niet altijd toe. Het was een uitdaging om ziektes uit de percelen te krijgen. Natte jaren zijn altijd moeilijke graanjaren. Dat maakt het moeilijk om je graanpercelen goed te onderhouden zoals het hoort, rekening houdend met IPM.”

Grote variatie in opbrengsten

Limagrain heeft veel directe contacten met landbouwers en graanhandelaren. “Daarnaast hebben we een Whatsappgroep met een aantal tarwetelers die onze hybride tarwerassen zaaien, waarbij we quasi live updates krijgen van opbrengsten”, vertelt Thomas Truyen, Marketing & communication manager bij Limagrain Belgium.

Truyen meldt een zeer grote variatie in opbrengsten, gaande van 3 tot 9,5 ton/ha, met zeer zeldzame uitschieters daarboven. “De mediaan zal ergens tussen 7 en 7,5 ton/ha liggen. Over het algemeen liggen de opbrengsten 15 tot 20% lager dan gemiddeld. In combinatie met het lagere areaal zal de totale Belgische tarweproductie een heel stuk lager uitkomen. Vaak horen we dat de late zaai (begin december en begin januari), waarbij er op de vorst gezaaid werd, nog de beste opbrengsten gaf. Dat kon toen zonder grote structuurschade en door de kortere groeiperiode ten opzichte van de vroege zaai was de ziektedruk op deze percelen vaak iets lager. In ‘normale jaren’ zien we vaak het omgekeerde, omdat een korter groeiseizoen voor een lager opbrengstpotentieel zorgt.”

De late zaai (begin december en begin januari), waarbij er op de vorst gezaaid werd, gaf vaak nog de beste opbrengsten.
De late zaai (begin december en begin januari), waarbij er op de vorst gezaaid werd, gaf vaak nog de beste opbrengsten. - Foto: Thomas Truyen

Variatie in hectolitergewichten

Volgens Truyen konden de meeste percelen mooi droog worden geoogst. “De korrels zijn dit jaar wel een stuk kleiner, waardoor er een lager duizendkorrelgewicht is. Ook de hectolitergewichten zijn een stuk lager dan normaal, maar opnieuw met weer veel variatie. Er zijn zeldzame uitschieters naar boven tot 80, maar ook hectoliters van rond 65. De meeste partijen zitten tussen 72 en 77 hectoliter.”

Teleurstellende resultaten

Bij Arvesta is de teneur gelijkaardig. “Het was een bijzonder en uitzonderlijk jaar. We zagen teleurstellende resultaten, zowel voor de opbrengst als de kwaliteit. Gemiddeld liggen de opbrengsten tussen 5 en 7,5 ton/ha, wat dus serieus onder het niveau van een normaal jaar is. Er zijn uitschieters naar boven, maar zeker ook naar beneden”, zegt Evy Vandebosch, technical manager Zaden bij Arvesta. Qua kwaliteit zijn er eveneens weinig positieve zaken te melden. “Ook in de hectolitergewichten zijn er grote variaties, met uitschieters in beide richtingen. Dit is een gevolg van de combinatie van de zaaidatum, het ras en de lokale weersomstandigheden vanaf de zaai tot en met de oogst. Eén ding is duidelijk: graan houdt niet van natte voeten en somber weer”, stelt Vandebosch.

Lagere rendementen

Ook in de streek rond Tongeren is de wintertarwe volledig geoogst. De rendementen liggen over het algemeen significant lager dan in de voorgaande jaren. “Al is dat, als je naar de rassenproef kijkt, niet voor elk ras het geval”, zegt Damien Xhonneux, coördinator PIBO-Campus in Tongeren. “Op basis van de ontvangen granen bij de graandepots en de daar omgerekende hectarerendementen kan je toch van 15 à 20% opbrengstdaling spreken in vergelijking met het gemiddelde van de 5 voorgaande jaren.”

De opbrengsten zijn eerder ondergemiddeld, volgens een ruwe schatting rond 7 à 8 ton/ha. “Ook de kwaliteit is niet super, de hectolitergewichten liggen lager dan de voorbije jaren. Positief is dan weer dat legering van de tarwe slechts beperkt werd waargenomen in vergelijking met vorig jaar”, aldus Damiens collega Dorien Vanderveken. Door betere weersomstandigheden tijdens de oogst waren er nu veel minder problemen met schot in de tarwe en was bijgevolg het valgetal van Hagberg in de baktarwes significant hoger.

Jan Van Bavel

Lees ook in Granen

Aantal kevers onder schadedrempel

Granen Praktijkpunt Landbouw monitort wekelijks het aantal kevers op 7 percelen in Vlaams-Brabant. Nu het koolzaad zich opricht, de eerste fractie ten volle wordt benut en de bloemknoppen zich vormen, gaan koolzaadglanskevers en -snuitkevers op zoek naar stuifmeel in de eerste open bloemen.
Meer artikelen bekijken