Startpagina Actueel

Interview met Waals minister van Landbouw Dalcq: ‘Ik ben een puur Belgisch landbouwproduct’

Anne-Catherine Dalcq werd midden juli benoemd tot Waals minister van Landbouw. Dat wekte veel enthousiasme op bij landbouwers en bij de gehele landbouwsector. Naast bio-ingenieur, doctor in de Landbouwwetenschappen en vertrouwd met de politieke strijd op regionaal en Europees niveau, is de nieuwe minister vooral een jonge landbouwster. Dalq is vastbesloten om de dossiers die op haar bureau belanden in deze nieuwe legislatuur grondig aan te pakken.

Leestijd : 7 min

Hoewel Anne-Catherine Dalq nieuw is op dit beslissingsniveau, kan ze terugvallen op een solide praktijkervaring, zowel binnen haar bedrijf als in de functies die ze bekleedde in organisaties voor jonge landbouwers.

Thuis in de landbouwsector

Wat is uw achtergrond?

Ik kom uit een familie van landbouwers die al meer dan 6 generaties teruggaat, zowel aan vaders- als aan moederskant. Deze familieleden kwamen uit Vlaanderen en vestigden zich in Nethen. Ik ben dus een puur Belgisch landbouwproduct!

Ik ben momenteel bezig met het overnemen van het gemengde familiebedrijf met akkerbouw-veeteelt, een aanpak waarin ik geloof en die volledig past in onze regio’s. Ik heb melk- en vleesvee, ik heb echt het hart van een veehouder. Ik hou enorm van ons platteland en van het opvolgen van mijn gewassen. Ik ben waarschijnlijk wel meer in mijn stallen dan achter het stuur van mijn tractor en machines, maar de oogstperiode vind ik zalig.

 

De jonge landbouwster Anne-Catherine Dalcq (MR) werd recent Waals minister van Landbouw.
De jonge landbouwster Anne-Catherine Dalcq (MR) werd recent Waals minister van Landbouw. - Foto: DR

Waarom besloot u agronomische studies te volgen en wat was uw opleiding?

Na mijn humaniora startte ik logischerwijze de richting Bio-ingenieurwetenschappen in Gembloux, omdat ik de landbouw vanuit een academisch perspectief wilde benaderen. Daarna behaalde ik een doctoraat in de Landbouwkunde en Bio-ingenieurswetenschappen. Terwijl ik een proefschrift schreef over de zuivelsector, iets wat me nauw aan het hart ligt, was ik tegelijkertijd parttimedocent aan de faculteit.

Van jongs af aan geëngageerd

Wat is uw betrokkenheid bij de vereniging van jonge landbouwers?

Vanaf mijn 17de raakte ik betrokken bij de lokale afdeling van Wavre-Perwez-Jodoigne van de FJA (Fédération des Jeunes Agriculteurs). Op een gegeven moment wilde ik dingen veranderen, daarom trad ik toe tot het directiecomité en vervolgens in 2019 tot het nationale bureau. Ik werd een van de woordvoerders van alle jonge Waalse landbouwers, ongeacht de provincie waar ze vandaan kwamen. Deze verantwoordelijkheid hielp me om de specifieke situaties en bodemomstandigheden van heel Wallonië te leren kennen, en de manier waarop eenzelfde maatregel elk gebied anders beïnvloedt. Het stelde me ook in staat om de effecten en gevolgen van politieke beslissingen op het veld te begrijpen.

Hoe bent u op Europees niveau terechtgekomen en wat heeft u uit deze ervaring geleerd?

Omdat ik Engels sprak, werd ik de vertegenwoordiger van de FJA bij het CEJA (Conseil Européen des Jeunes Agriculteurs of het Europees Comité van Jonge Landbouwers), waar ik tot vicevoorzitter werd gekozen, een mandaat dat ik van 2021 tot 2023 uitoefende.

Deze ervaring verbreedt je horizon en geeft je een bredere kijk op wat er in onze regio gebeurt. Je ontdekt de realiteit van andere landen, de maatregelen die daar worden uitgevoerd en die eventueel in Wallonië toegepast kunnen worden, hoewel de contexten verschillend zijn. Ik denk aan alles wat te maken heeft met toegang tot land, bijvoorbeeld in Frankrijk, Italië en Slovenië, landen die voordelen bieden qua notariskosten of prioriteiten voor jongeren. Deze functies bij de FJA en CEJA hebben me ook in contact gebracht met de politieke wereld.

Stap naar de politiek

Nadat u de politieke wereld leerde kennen, bent u er ook ingestapt. Waarom koos u voor de MR?

Ik heb altijd de drang gehad om dingen op het veld te veranderen, en in deze geest sloot ik me in 2023 aan bij de lokale MR (Mouvement Réformateur)-afdeling van Jodoigne. Ik identificeer me met de waarden van centrumrechts, die van vrijheid en onafhankelijkheid. Ik ben ook gedreven om mijn projecten te realiseren. Dit was een periode waarin ik, naast de boerderij, een aanvullende activiteit uitoefende als secretaris-generaal van de Vereniging van Cichorei Producenten van Oreye. Ik onderhandelde contracten, organiseerde telersvergaderingen, verzamelde meningen, om ze vervolgens voor te leggen aan de fabriek.

Begin 2024 braken dan de boerenprotesten uit, het protest verspreidde zich als een lopend vuurtje door heel Europa. Ik had geen mandaat meer bij de FJA of CEJA, maar werd gevraagd ter versterking. Ik beantwoordde hun oproep om mijn Europese ervaring en kennis van Waalse dossiers in te zetten. Onder deze omstandigheden werd ik gevraagd om de politiek in te gaan en om mijn naam op een lijst te zetten.

Verwachtte u op dat moment dat u enkele maanden later Waals minister van Landbouw zou worden?

Absoluut niet! Pas na de verkiezingen, toen ik mijn naam steeds vaker in de media zag verschijnen, begon ik erover na te denken. Ik besprak deze mogelijkheid met vrienden-landbouwers, partijleden en vooral met mijn familie, die me steunde. Ik zag een geweldig regeerakkoord opduiken, dat bovendien door alle vakbonden werd geprezen. Ik wilde dat dit ook gerealiseerd werd, zodat de landbouw eindelijk vooruit zou geraken. Ik, die al lang verandering eiste, kreeg het aanbod om die verandering in goede banen te leiden. Toen het telefoontje van onze voorzitter Georges-Louis Bouchez kwam, aarzelde ik geen moment.

Landbouwkennis omzetten in beleid

Wat kan een minister, die het voordeel heeft om zowel landbouwer als landbouwdeskundige te zijn, bijdragen aan de Waalse landbouwsector?

Ik kan mijn kennis van het veld en de praktijk gebruiken bij de uitvoering van de maatregelen die in het regeerakkoord staan. Ik werd zelf geconfronteerd met bepaalde tegenstrijdigheden, paradoxen en landbouwkundig onnuttige zaken, hoewel sommige maatregelen al werden aangepast in het tweede Waalse strategisch plan in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Vorig jaar waren we bijvoorbeeld verplicht, onder dreiging van een boete, om een dekgewas te planten, ondanks overvloedige regenval. We hebben de bodem oppervlakkig bewerkt, terwijl dat het ergste is qua stikstofverliezen. We moeten definitief af van de kalenderlandbouw, naar het voorbeeld van Duitsland.

Uw benoeming genereert logischerwijs veel verwachtingen en hoop bij de boeren. Is dat niet een beetje riskant voor u?

Ja, het is een risico. Maar als alle mensen die iets willen veranderen niets zouden doen uit angst dat het te gevaarlijk voor hen wordt, zouden we nooit vooruitgang boeken. Dat is niet mijn filosofie. Ik wil dat het beter gaat met de landbouwsector waarin ik ben opgegroeid, omdat er veel onrechtvaardigheden zijn die me boos maken en waartegen ik vecht. Dat is de essentie van mijn politieke betrokkenheid, die nog versterkt werd na het bekijken van de biografische film Simone, le voyage du siècle, een portret van de voormalige Franse minister van Staat Simone Veil.

Ik kan verzekeren dat ik altijd een waarheidsgetrouw en transparant discours zal voeren tegenover de boeren. Dat zal mijn manier zijn om in dit mandaat vooruit te komen. Maar het onmogelijke kan niemand realiseren. Ik zal impact kunnen hebben op zaken die Wallonië betreffen, maar dat zal niet hetzelfde zijn op het federale en het Europese niveau. Ik kan goed opschieten met Benoît Cassart, die nu in de landbouwcommissie van het Europees Parlement zit, en we zullen samenwerken om de zaken vooruit te helpen. Ik denk aan het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) na 2027, dat in de Europese instellingen besproken zal worden. We zullen ons inzetten om de structuur en het kader interessanter te maken voor de boeren.

U zal inderdaad deelnemen aan de Europese Landbouwraad. Wat verwacht u daarvan ?

Ik zal het ontdekken. Het zullen vergaderingen zijn waarin onderhandeld moet worden en waarin compromissen moeten worden gevonden. Maar ik ben een goede Belg, ik werd al eerder met dit soort oefeningen geconfronteerd. Als je iets goed uitlegt, wordt het altijd begrepen.

Tegen alle verwachtingen in zal het NGT-dossier (nieuwe genomische technieken) bijvoorbeeld opnieuw op de agenda van de volgende Europese Raad van september staan. Wat zal uw standpunt zijn, wetende dat het Belgische voorzitterschap dit tot een van haar prioriteiten heeft gemaakt?

Ik ben voorstander van NGT’s, hoewel ik me ervan bewust ben dat het een onderwerp is dat bepaalde angsten kan oproepen, omdat het gaat over genoombewerking. We moeten echter een duidelijk onderscheid maken tussen een genetische gewijzigd organisme (gmo), waarbij genetisch materiaal van een andere levende soort in een plant wordt ingebracht, en een NGT. We moeten in gedachte houden dat mutaties ook gewoon in de natuur en op het veld gebeuren.

Ik ben een beetje geschokt door de manier waarop we de afgelopen jaren de natuur en menselijke intelligentie tegenover elkaar hebben gesteld. We zijn op een punt gekomen dat we alles wat uit de natuur komt positief bekijken en dat we alles wat door de mens wordt voorgesteld als verdacht beschouwen. Ik denk dat we beide moeten combineren. Als de natuur ons veel kan leren, waarom zouden we dan ook niet vertrouwen op de mens en op zijn geweldige brein?

In het geval van NGT’s stelt de tekst die door de onderzoekers gemeenschappelijk is geaccepteerd een limiet van 20 nucleotiden aan wijzigingen voor, wat een goede manier is om te voorkomen dat er te grote mutaties plaatsvinden. In het algemeen ben ik voorstander van landbouwkundige en technologische innovaties die deel kunnen uitmaken van een toolbox die ter beschikking van de boeren moet worden gesteld om hen te helpen om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan.

Heeft u op Belgisch niveau contacten met het noorden van het land?

Ik kan het goed vinden met de vertegenwoordigers van Groene Kring, ik heb daar vrienden die ik zeer waardeer. Een deel van mijn familie woont in Vlaanderen, ik red me in het Nederlands en woon op 300 m van de taalgrens. Ik heb het altijd belangrijk gevonden, als Belg, om met iedereen te praten.

Marie-France Vienne

Lees ook in Actueel

Wouter Beke: geef ruimte aan Renure

Actueel Vlaams Europarlementslid Wouter Beke (cd&v/EVP) dringt bij de Europese Commissie aan op snelle actie om kunstmestvervangers uit dierlijke mest (Renure) wettelijk mogelijk te maken.
Meer artikelen bekijken