Startpagina Bedrijfsnieuws

Overnemers slachthuis Bastenaken bedenken zich

Het slachthuis van Bastenaken maakt dan toch geen doorstart. De overname door vleeswarengroothandel Bernard Gotta en slachthuis Pegri in Sankt Vith (PEMA Meat Group) is in het water gevallen, zo maakte de Luxemburgse intercommunale Idelux vrijdag bekend.

Leestijd : 2 min

Al sinds 2018 ligt het slachthuis van Bastenaken stil als gevolg van het schandaal rond de toenmalige moedergroep Veviba. Dat fraudeerde met invriesdata op etiketten.

Sindsdien werd naar overnemers gezocht. In 2022 kwam er eindelijk witte rook: Bernard Gotta en PEMA zouden 16 miljoen euro investeren in de site, waarvan de slachtlijn gemoderniseerd en de stallen uitgebreid zouden worden. De werken zouden in 2024 van start gaan en in het slachthuis zouden op termijn 180 mensen aan de slag kunnen, luidde het toen.

Maar de overnemers hebben uiteindelijk beslist om af te zien van de investering, zo meldt Idelux. "Een grote teleurstelling voor onze regio, de betrokken partners en iedereen die in het project geloofde", zegt de voorzitter van de intercommunale, Élie Deblire.

Van 16 naar 21 miljoen euro

Idelux wijst naar opeenvolgende studies en herevaluaties van de overnemers die een aanzienlijke hogere investeringsbehoefte uitwezen dan aanvankelijk geraamd: bijna 21 miljoen euro. Daarbovenop komen ook ongunstigere marktomstandigheden - met een slinkende veestapel, blauwtong en hogere vleesprijzen - die onzekerheden rond bevoorrading en winstgevendheid met zich brengen.

Volgens Deblire zal Idelux alles in het werk stellen om alle mogelijke pistes te analyseren en alle nodige stappen ondernemen om de slachthuissite te herontwikkelen.

Juridisch nog niet afgewikkeld

Juridisch is het schandaal rond Veviba nog niet afgewikkeld. Verschillende partijen betrokken bij het Veviba-voedselschandaal hebben op 14 april gevraagd om het dossier te laten de behandelen door een Nederlandstalige rechtbank. Het parket van Luxemburg heeft zich hier tegen verzet.

"Alle betrokkenen in de zaak zijn Franstalig", zegt een van de advocaten van de verdediging op 14 april op de inleidende zitting van de correctionele rechtbank van Neufchâteau. Het parket van Luxemburg benadrukte dat een dergelijke overdracht zal zorgen voor een vertraging in het dossier. Ook zullen de kosten om het lijvige dossier te vertalen naar het Nederlands serieus oplopen, tot 300.000 euro.

De vertegenwoordiger van Qualibeef, een van de hoofdverdachten, maakt ook bezwaar tegen de overheveling van de zaak naar Vlaanderen. "Het hele onderzoek vond plaats in de provincie Luxemburg", benadrukt Bertrand Billot. De rechtbank doet hierover uitspraak op 16 april.

Gesjoemel met etiketten

Het dossier werd in 2016 geopend nadat de autoriteiten in Kosovo de Belgische autoriteiten hadden ingelicht. Er werd gewaarschuwd voor partijen bedorven vlees die waren aangekocht bij Veviba, een bedrijf gespecialiseerd in vleesverwerking in Bastenaken. Na verschillende huiszoekingen in 2018 kwamen overtredingen van de voedselveiligheid aan het licht, waardoor de erkenning van het bedrijf werd ingetrokken. Veviba zou gesjoemeld hebben met etiketten op ingevroren vlees en zou vlees verwerkt hebben dat niet geschikt is voor menselijke consumptie. Veviba leverde onder meer aan de supermarkten Colruyt en Delhaize, die de producten van het merk uit de rekken haalden. Het bedrijf werd omgedoopt tot Qualibeef en ging uiteindelijk failliet in 2019.

Belga

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken