De tuin als buitenruimte van je woning
Groen Groeien profileert zich als dé vereniging voor Vlaamse tuinaannemers. Ze is een onderdeel van AVBS, de sierteelt- en groenfederatie binnen Boerenbond. Jan Belaen en Wouter de Smet zijn naast gepassioneerde tuinaannemers ook ondervoorzitters van Groen Groeien. We spraken met hen over belangenverdediging en trends in de tuinaanlegsector, die duidelijk in de lift zit.

Tegen 2050 zal naar schatting 70% van de wereldbevolking in de stad leven. Onze omgeving zal dus steeds meer overheerst worden door beton. Meer inzetten op functioneel en doordacht groen wordt dus een must. Daarvoor zijn professionele plantenkenners nodig: ontwerpers, telers, aanleggers en verzorgers. Je kan de sierteelt- en groensector indelen in 8 deelsectoren: de telers van snijbloemen, groene en bloeiende kamerplanten, perk- en balkonplanten, sierheesters, vaste planten, laan- en fruitbomen, bos- en haagplanten en de groenvoorzieners. De juiste keuze van planten, bloemen en bomen kan een boost geven aan je tuin. Ook wie plannen heeft voor de aanleg van een zwemvijver of groen op het dak of van de gevel kan terecht bij groenvoorzieners en -verzorgers. Recent onderzoek toont aan dat 43% van de Belgen ooit een beroep deed op een tuinaannemer voor onderhoud en aanleg, voor het uittekenen van een goed tuinontwerp en/of voor advies over beplanting en verzorging.
Jan Belaen bv en WDS tuinen
Jan Belaen baat in Meulebeke een tuinaanleg- en tuinonderhoudsbedrijf uit dat zich richt op het uitvoeren van totaalprojecten voor de particuliere en openbare markt en op onderhoud en renovatie van particuliere tuinen en groenzones rond bedrijven en instellingen. “We hebben 5 arbeiders in dienst. Met Bomenplanter.be hebben we sinds 2013 ook een bedrijf dat zich in de winter toelegt op het machinaal aanplanten van bossen, groenzones en natuurelementen (houtkanten, hagen…). Dit jaar hebben we ook veel plantgaten geboord voor wijngaarden”, vertelt Jan, die ook imker is. Wouter de Smet stelt met zijn tuinaannemersbedrijf WDS tuinen in Deinze 12 voltijdse arbeidskrachten tewerk. “Daarvan zijn er 8 actief in tuinaanleg en 4 in tuinonderhoud. We werken ook voor particulieren, bedrijven en semi-openbare besturen”, legt Wouter uit.
Belangenverdediger Groen Groeien
Groen Groeien werd 15 jaar geleden opgericht om de belangen van de tuinaanlegsector (tuinaannemers en -architecten) in heel Vlaanderen op alle mogelijke niveaus bij de overheden te verdedigen. Binnen deze sector heb je nog 2 takken: dak- en gevelgroen en de zwemvijverbouwers. Jan en Wouter zijn allebei ondervoorzitter van Groen Groeien. In de sector bieden circa 2.500 werkgevers werk aan zo’n 12.000 mensen. “Groen Groeien telt 350 leden en heeft binnen AVBS een autonome werking. AVBS ondersteunt ons en consulenten Jarne Depaepe en Mathias Gysbrechts verzorgen de dagelijkse werking”, vertelt Jan. “Belangenverdediging is een belangrijke prioriteit van onze vereniging, zeker op het vlak van tewerkstelling. Denk daarbij aan de mogelijkheid sinds begin dit jaar om flexi-jobbers in te zetten in onze bedrijven”, vult Wouter aan. “Zowel voor de werkgever als de werknemer is dat een goed systeem. De flexi-jobber verliest niets op zijn brutoloon, is in regel en kan vrij snel worden ingezet.”
Verder vormt ook het overbrengen van kennis en informatie naar tuinaannemers een belangrijke meerwaarde voor de leden van Groen Groeien. Denk aan studiedagen en -avonden, opleidingsavonden, wetgeving opvolgen en die communiceren naar de achterban…
Andere federaties
Groen Groeien maakt geen deel uit van de Belgische Federatie van Groenvoorzieners (BFG). “We zijn 2 aparte verenigingen die voor belangrijke dossiers standpunten samen afstemmen. Ons doel is 100% gelijkaardig en we vissen ook in dezelfde vijver qua tuinaannemers”, lacht Jan. Op circa 17.000 tuinaannemers (volgens cijfers van VLAM) is maar zo’n 10% lid van een vakorganisatie: Groen Groeien, BFG of de Koninklijke Hofbouwmaatschappij Sint-Fiacre, de West-Vlaamse beroepsvereniging voor sierteelt en groenvoorziening. “Jammer dat dat cijfer zo laag ligt, zeker als je weet dat je bij een vakvereniging veel kennis kan opdoen. Dat geeft toch een meerwaarde.” Wouter knikt. “Als lid van Groen Groeien kan je voor actuele info steeds terecht op de website (www.groengroeien.be), in het magazine Groen Groeien (verschijnt 5 keer per jaar), via een maandelijkse nieuwsbrief of bij een consulent. Verder hebben we nog een ledenvoordeelboekje. Zo krijg je als lid bijvoorbeeld korting bij partners (commerciële bedrijven) die Groen Groeien ondersteunen in de werking.”
Tuin als verlengstuk van de woning
De meeste tuinaannemers werken voor de particuliere markt. “De laatste 10 jaar groeit het aantal. Er zijn veel jonge starters. Veel mensen hebben een drukke job en laten het werk in hun tuin vaak over aan tuinaannemers”, verklaart Wouter. “Daarnaast is de thuisbeleving ook anders geworden. Vroeger hadden de mensen genoeg aan een grasperk met een stuk verharding eraan, nu willen ze dat hun tuin een ‘buitenruimte’ van hun woning wordt, waar het genieten is met hun familie en vrienden. Tijdens de coronaperiode zag je dat effect duidelijk. De tuin is een verlengstuk van hun woning geworden.”
Vroeg betrokken zijn biedt voordelen
Volgens Jan en Wouter willen mensen steeds meer energie steken in het ontwerp en de aanleg van hun tuin, samen met een tuinaannemer. “Nog een trend die zo’n 5 jaar geleden werd ingezet, is dat we als tuinaannemer of -architect al van in de ‘planfase’ van de woning betrokken worden om huis en tuin in 1 geheel te laten passen”, stelt Jan. “Voor ze beginnen bouwen hebben mensen al een plan rond of ideeën over hun tuin”, pikt Wouter in. “Soms zijn we al bij de aanvraag van de vergunning van de woning betrokken. Dan kunnen we de tuin al intekenen en kan de bouwaanvraag samen met de tuinaanleg – verhardingen, bijgebouwen, een zwembad of -vijver… – in 1 geheel worden aangevraagd. Wordt die aanvraag goedgekeurd, dan kan de klant voort met zijn project.” Als tuinaannemer moet je onderbouwd te werk gaan. “Vraagt de klant iets dat praktisch niet realiseerbaar is, dan kan je een oplossing aanbieden of daar niet in meegaan. Verder wordt de wetgeving steeds strenger. Wij volgen die op, maar de particulier vaak niet en die voelt zich dan beperkt in zijn vrijheid”, knipoogt Jan.
Van idee tot realisatie
“Meestal mailt of belt een potentiële klant eerst”, schetst Jan het proces. “Vaak kent hij ons bedrijf door een project dat hij ergens gezien heeft. Of je werkt eerst voor een koppel, waarna hun kinderen die het huis al uit zijn bij je aankloppen (of omgekeerd). Dan gaan we eerst ter plaatse kijken en luisteren we in een vrijblijvend gesprek naar de wensen van de klant. Zitten we op dezelfde lijn, dan maken we een voorontwerp op, met afmetingen van de tuin. Dat overleggen we dan met de klant en finetunen we tot een offerte.” Volgens Wouter moet de fase van voorontwerp tot ontwerp groeien bij de klant. “Soms zitten we daarover 2 of 3 keer samen. Daarna stellen we een beplantings- en meestal ook matenplan (met afmetingen) op. Eventueel kunnen we de klant ook 3D-beelden aanbieden. Daarmee kan hij zijn tuin als het ware al in levenden lijve bewandelen. Via de meetstaat (gedetailleerde opmeting) bezorgen we hem dan een gedetailleerde offerte.”
Belangrijk is ook dat de tuinaannemer in overleg met de klant bepaalt of de werken het best in 1 keer of beter in fases gebeuren. “Zo kunnen we het werk op een efficiënte manier uitvoeren, zowel naar kostprijs als uitvoering toe. Een gedetailleerde offerte met duidelijke aanduiding van de diverse kostenposten is daarbij een pluspunt”, stelt Wouter. “Ligt de prijs voor de klant te hoog, dan kunnen we polsen naar het budget dat hij kan vrijmaken. Klanten hebben soms grootse ideeën. Wij moeten die bekijken en hen begeleiden in hun wensen. Eventueel kunnen we ook de keuze van het materiaal of de grootte van planten aanpassen. Voorbeeldfoto’s van al uitgevoerde werken bij andere klanten kunnen daarbij helpen. Soms gaan we met de klant op een gelijkaardige werf kijken, zodat hij een beter idee krijgt. Het grotere plan kan ook over 5 jaar afgewerkt zijn. Belangrijk is vooral om een goed eindplan te hebben. De showtuin die voor ons bedrijf ligt, biedt de klant daarbij inspiratie.”
Variatie in beplanting
Net als tuinders beseffen tuinaannemers dat ze het met steeds minder gewasbeschermingsmiddelen moeten doen en dat ze het bodemleven meer moeten stimuleren. “Ook bij ons is het verbruik van die middelen sterk gedaald”, aldus Jan. “Dat heeft 2 redenen. Vooreerst moet je aan de basis starten met een goede, gezonde bodem waarin gezonde planten kunnen groeien. Ook plantencombinaties zijn heel belangrijk. Een uniform gewas – zoals een lange buxushaag – geeft meer kans op problemen. Durven veranderen in je plantenkeuze is belangrijk. Een plant moet je ook op de juiste standplaats zetten. Dat is ook het opzet van Groen Groeien, om tuinaannemers op studieavonden alternatieven aan te reiken, en op het netwerkmoment nadien kan je interessante ervaringen delen. Met het onderzoekswerk van Viaverda heeft Groen Groeien een korte lijn, dat wordt dus ook gedeeld met de aannemers. Tot slot is de laatste jaren het bewustzijn bij particulieren sterk gegroeid dat niet elk insect of onkruid moet worden behandeld.”
Kwaliteitslabel Groengek(l)eurd
Het kwaliteitslabel GroenGek(l)eurd moet een klant garanderen dat zijn aannemer een maximale kwaliteit zal leveren. Steeds meer tuinaannemers willen het behalen. “Het departement Omgeving van de Vlaamse overheid was hier vragende partij voor. Daarna zijn de vakorganisaties en Viaverda samen aan dit onafhankelijke certificaat begonnen”, zegt Jan, die het label als een van de eerste tuinaannemers behaalde. “De certificering ontzorgt de klant. Sowieso is een open communicatie voeren met je klant, bijvoorbeeld door hem een plantgarantie te bieden, én door hem een gedetailleerde offerte met correcte voorwaarden te bezorgen, een goed idee. Dat vermijdt discussies achteraf. Door het label te behalen kan je je eigen bedrijfsvoering ook op punt zetten. Daarvoor moet je enkele evidente zaken (je bestelwagen verzekeren, fytokast in orde brengen…) samenbrengen, zodat je slaagt in de kwaliteitskeuring.
Verder biedt het logo een meerwaarde in je communicatie, bijvoorbeeld op je facturen en in je mailbanner. Normaal zou een certificering moeten worden opgenomen als aanbeveling in openbare aanbestedingen. Bij European Tree Worker (label voor erkende boomverzorgers) is die in een openbare aanbesteding verplicht. Met GroenGek(l)eurd kunnen we op termijn hopelijk hetzelfde einddoel behalen.”
Promotie door VLAM
Jan stelt dat de vakvereniging een belangrijke rol kan spelen om de sector nog beter naar buiten te brengen en te opwaarderen. Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) maakt daar ook promotie rond, onder meer via de tv-programma’s Goed Geplant (op VTM) en Van Droom tot Tuin (op PlattelandsTv) en via de showtuin in Beervelde. Goed Geplant past in de filosofie van de VLAM-campagne ‘Het tuinaannemerseffect’, waarmee VLAM consumenten wil overtuigen om een professionele tuinaannemer in te schakelen voor tuinaanleg of -onderhoud. Drie bestuursleden van Groen Groeien hebben een mandaat bij VLAM. Zo wordt er input voor die promotie meegegeven en krijgt de sector ook feedback over wat er met de bijdrages wordt gedaan.
Geschoolde werknemers gezocht
Het personeelstekort is een van de belangrijkste problemen in de groensector. Vooral geschoolde werknemers vinden is een groot pijnpunt. “Wij vragen onze vaste personeelsleden om hun kennissen in de sector hierover aan te spreken”, stelt Wouter. “Arbeiders met goede vakkennis zijn niet dik bezaaid. Er is wel wat input vanaf de zijlijn, maar meestal zijn dat mensen met weinig achtergrond- en plantenkennis, waar we veel tijd moeten insteken om ze mee op de rails te krijgen. Klanten willen iemand met kennis van zaken. De vraag is groot, maar het aanbod is er niet of te weinig. Vaak ontbreekt ook de echte motivatie bij studenten van tuinbouwopleidingen.”
Een bijkomend probleem is dat stageplaatsen zeer miniem worden aangevraagd, doordat er niet zoveel studenten in de tuinaannemerswereld willen stappen. “Kan je een goede stagiair strikken in je bedrijf, dan heb je een heel jaar om zijn of haar traject van opleiding, scholing en aanpassing in je bedrijf te voltooien. Misschien moet de tuinaanlegopleiding aantrekkelijker worden gemaakt. Scholen mogen gerust met potentiële stagiairs op bedrijfsbezoek komen of op een werf komen kijken. Wij doen veel meer dan enkel gras maaien en onkruid wieden.”
Trend naar biodiversiteit
De laatste jaren is er een trend naar een biodiverse tuin in plaats van een strak gazon. “Die startte met het project ‘Maai Mei niet’. Mensen zijn er zich toen van bewuster geworden dat er een probleem rond biodiversiteit is”, zegt Jan. “Een biodiverse tuin hoeft geen wildernis te zijn. Dankzij een ruim assortiment aan bloeiende planten in je tuin en door ervoor te zorgen dat je van bij het vroege voorjaar tot het late najaar bloei hebt — zodat er nectar is voor bijen, vlinders en andere insecten — kan je al je steentje bijdragen aan het verhogen van de biodiversiteit. 11% van de oppervlakte in Vlaanderen is tuin, dus hier is zeker een rol weggelegd voor tuinaannemers.”
Een andere trend is een waterdoorlaatbare verharding als alternatief voor een ‘gewone’ verharding. Jan: “Ook het mooi integreren van een waterinfiltratie (zoals een wadi) wordt de komende jaren een aandachtspunt. Het wordt ons opgelegd, dus trachten we die mooi te integreren in particuliere en bedrijfstuinen. Bedrijven pakken daar ook graag mee uit. De extreme weersomstandigheden vormen zeker een grote uitdaging. Na 2 heel droge jaren hebben we nu een heel nat jaar. Dat bemoeilijkt onze werkplanning. We willen wel flexibel zijn, maar daar hebben we medewerkers en begrip voor nodig.
Tot slot biedt de vergroening van steden, openbare ruimtes en scholen kansen voor de sector. “Speelplaatsen zijn vaak betonnen bunkers. Misschien moet daar de bewustwording al starten om de sector te upgraden”, besluit Jan.