Niet iedereen is blij met NARA
Volksvertegenwoordiger Tinne Rombouts (cd&v) mist in het Natuurrapport 2023 van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek verwijzingen naar de specifiek gevoerde onderzoeken.
Rombouts’ uitgangspunt en haar vragen daarrond aan Vlaams leefmilieuminister Zuhal Demir (N-VA) in de commissie Leefmilieu van 10 oktober vielen niet alleen bij de minister, maar ook bij haar collega-commissieleden Mieke Schauvliege (Groen), Bruno Tobback (Vooruit) en Gwenny De Vroe (Open Vld) in alles behalve goede aarde.
Partijpolitieke standpunten
Rombouts stelde vast dat het Natuurrapport (NARA) 2023 pleit voor een aantal elementen. Bestemmingswijziging van landbouwgrond, onteigening van landbouwers, ook om de weerstand van eigenaars te breken en om minnelijke schikkingen te doen aanvaarden waardoor de verkoop in der minne wordt bevorderd, sturing van teeltkeuze, een samenhangend natuurnetwerk, rechtspersoonlijkheid voor natuur, verlaging van vergoeding voor planschade, verhoging van de btw op pesticiden… zijn er daar een aantal van.
Volgens het cd&v-parlementslid kunnen deze elementen gecategoriseerd worden onder beleidsrelevante discussiepunten en misschien zelfs als partijpolitieke standpunten. Naar haar mening zijn ze in het minst te begrijpen als wetenschappelijke onderzoeksresultaten voortkomend uit de opmaak van het Natuurrapport. Nog steeds volgens Tinne Rombouts ontbreken minstens verwijzingen naar de specifiek gevoerde onderzoeken. Om tot deze uitspraken te komen mag volgens haar verwacht worden dat deze onderzoeken multidisciplinair gevoerd zouden zijn.
Onpartijdige onderzoeksinstelling
Minister Zuhal Demir bevestigde dat er over het bewuste rapport geen gesprekken hebben plaatsgevonden tussen haarzelf, haar kabinet en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Een administratie moet volgens de minister in alle onafhankelijkheid haar werk kunnen doen.
Een NARA is volgens Demir een advies en geen standpunt: “Als politiek kunnen we er mee aan de slag gaan of net niet. Ieder zijn rol.”
Voor minister Demir is de onpartijdigheid van een onderzoeksinstelling als het INBO van groot belang. De aanbevelingen van het rapport gaan volgens haar zeer breed. Van de meeste aanbevelingen maakt Demir al werk. In het advies leest ze dat er meer aandacht moet zijn voor meer natuur onder passend beheer, stikstofbeleid, bosuitbreiding, inzetten op natte natuur. Dat advies zit volgens minister Demir helemaal op de lijn die ze zelf aanhoudt en waar ze wil blijven op inzetten.
Gechoqueerd
Commissielid Schauvliege reageerde met te zeggen dat ze gechoqueerd is door de manier waarop haar collega Rombouts haar vraag stelde. Schauvliege omschrijft het rapport als een degelijk werk dat gebaseerd is op wetenschap, maar vooral een bundeling is van beleidsevaluatie en beleidsaanbevelingen die inspiratie moet zijn voor allerhande actoren die in het werkveld actief zijn. Het bevat ideeën om stappen vooruit te zetten op het vlak van biodiversiteit.
Volksvertegenwoordiger Tobback sneerde dat Rombouts niet als verantwoordelijke politicus moet proberen om wetenschappers en onafhankelijke mensen die een evaluatie maken die perfect correct is, zwart te maken en in een slecht daglicht te stellen.
Volgens Gwenny De Vroe heeft het INBO een duidelijke taakstelling: door middel van wetenschappelijk onderzoek het ondersteunen van alle actoren in de open ruimte binnen de Vlaamse overheid en ook alle organisaties voor natuurbehoud, landbouw, bosbouw, jacht en visserij, inderdaad gestoeld op wetenschappelijk onderzoek. De Vroe denkt dat het rapport goed ter harte moet genomen worden door alle actoren en dat er effectief grondig gekeken moet worden naar welke beleidsrichting men toekomstgericht verder gaat.
