Voor het vierde jaar op rij werden op 2 locaties (Langemark en Wannegem-Lede) proeven aangelegd met de focus op thuisverkoop. Er werd bewust gekozen om vooral rassen te beproeven die reeds bekend zijn en waarvan dus pootgoed beschikbaar is. Hierbij werd een keuze gemaakt tussen rassen die eerder vastkokend zijn en anderzijds werden ook rassen opgenomen die eerder bloemig zijn. Op beide proefplaatsen werden 10 rassen geplant. In Langemark werd een keer beregend en in Wannegem-Lede twee keer.
Op de 2 velden werd al bij al een mooie opbrengst gehaald van 44 ton/ha (na aftrek van 20% voor kopakkers, spuitsporen, …) met weinig knollen in de bovenmaten. Uitval werd niet veel gezien. In Wannegem-Lede lag het onderwatergewicht wel net iets hoger, waarbij in Langemark enkele vastkokende rassen toch wel een onderwatergewicht van om en bij de 350 g/5kg haalden. Drijvers vormden geen probleem. De meeste rassen in proef waren (zeer) geschikt om frieten van te bakken, met uitzondering van enkele typische vastkokende variëteiten. Op vlak van smaak na het koken was er gemiddeld gezien geen verschil tussen de locaties. Knollen afkomstig uit Langemark vertonen wat meer aantasting met gewone schurft, terwijl deze uit Wannegem-Lede meer lakschurft hadden na de oogst, hoewel het pootgoed ontsmet werd.
In de groep van de (vrij) vastkokende aardappelen werd Charlotte als referentieras gekozen.
Allians
Deze vastkokende tafelaardappel kende in 2020 een tragere opkomst dan de andere rassen in proef. Allians is eerder een laatrijpe variëteit, maar dat was deze keer niet te zien aan zijn afrijping. Al vlug was het loof volledig afgestorven samen met de vroegrijpe types. Zoals we gewoon zijn, vormde Allians veel knollen per struik (20). Ook zijn aantal stengels per struik lag met 6,4 het op één na hoogst van alle rassen.
Qua opbrengst haalde hij een meeropbrengst van 5% ten opzichte van Charlotte. Door zijn hoge knolaantal bleef zijn sortering zeer fijn met slechts 31% van de opbrengst in de sortering +50mm. Zijn volledige opbrengst behoorde dan ook tot 35-70 mm.
Al 3 jaar op rij behaalt Allians een laag onderwatergewicht met een gemiddelde van 351 g/5kg met nauwelijks drijvers. Zijn blauwgevoeligheid bleef dan ook uiterst laag. De smaak na het koken was goed. Allians bleek, net zoals de voorbije 2 jaar, helemaal niet frietgeschikt te zijn. Bij oogst werd op beide locaties meer lakschurft op de knollen gevonden. Naar knolvorm, uitzicht en wasbaarheid viel Allians in 2020 wat tegen.
Typische kenmerken van Allians zijn de tragere opkomst, het groot knolaantal, de kleine meeropbrengst ten opzichte van Charlotte, laag onderwatergewicht, goede smaak na het koken, niet frietgeschikt, wisselende resultaten qua uitzicht van de knollen.
Annabelle
Annabelle haalde een netto-opbrengst die vergelijkbaar was in vergelijking met Charlotte. Deze variëteit is eerder gekend voor zijn lange, fijne knollen (salad-aardappel), vandaar ook dat 47% tot de sortering +50mm behoorde en de volledige opbrengst tot de sortering 35-70mm.
Van Annabelle is bekend dat zijn onderwatergewicht lager blijft, met in 2020 een gemiddelde van 347 g/5kg met weinig drijvers. Daardoor blijft ook zijn blauwgevoeligheid steeds extreem laag. Zijn smaak na het koken was goed dit jaar op beide proefplaatsen en scoort hiermee als één van de betere vastkokende rassen in 2020. Annabelle is duidelijk niet frietgeschikt. Op vlak van uitzicht, regelmaat van vorm en wasbaarheid scoorde deze variëteit redelijk goed met weinig schurft.
Daarmee worden de eigenschappen van deze vastkoker bevestigd: een hoog knolaantal, fijnere, mooi gevormde knollen, opbrengst cfr. Charlotte, laag onderwatergewicht met goede kookkwaliteiten en niet frietgeschikt.
Artemis
Artemis is een vroeg (vrij) vastkokend ras. Dit ras vormt minder knollen per struik (12 per struik in 2020). Daarom wordt een iets nauwere plantafstand van 32 cm in de rij geadviseerd. Zijn opkomst verliep zeer vlot en zoals te verwachten rijpte dit ras snel af (cfr. Charlotte). Let op met metribuzin in vooropkomst.
Net zoals de voorbije jaren kende Artemis op beide proeflocaties een aanzienlijke meeropbrengst van gemiddeld 21% ten opzichte van Charlotte. De combinatie van minder knollen per struiken en de nauwere plantafstand zorgde er opnieuw voor dat 82% van de opbrengst in de grove sortering zat. Als geschikte maatsortering voor thuisverkoop zat bijna de volledige opbrengst in de gewenste maatsortering.
Het onderwatergewicht bleef wel iets lager op een gemiddelde van 368 g/5kg. Zijn blauwgevoeligheid zat op een gemiddelde score. Zijn smaak na het koken was net goed te noemen in combinatie met een goede frietkleur. Artemis kennen we ondertussen ook al van zijn zeer mooi ogende, regelmatige knolvorm.
Samengevat zorgt Artemis steeds voor een mooie opbrengst met correcte sortering. Zijn onderwatergewicht ligt meestal wat lager met een redelijke smaak na het koken en goede frietkleur. Vooral zijn mooie knollen springen in het oog.
Charlotte
Charlotte werd als referentieras gekozen voor de vastkokende aardappelen. Er werden geen problemen vastgesteld bij de opkomst, al verliep die eerder traag. Bijna alle vastkokende rassen lieten een zeer snelle afrijping zien in 2020, waaronder ook de referentie. Er werd klein pootgoed (32/35 mm) geplant, waardoor het knolaantal natuurlijk laag bleef (13). Let op, dit ras bezit géén resistentie voor aardappelcystenaaltjes.
Charlotte haalde een onderwatergewicht van 395 g/5 kg met nauwelijks drijvers (dichtheid 1,06 kg/l). Dit is de op één na hoogste van de vastkokende rassen. Zijn blauwgevoeligheid lag wel nogal hoog in 2020 (index 152). Zijn smaak na het koken was goed op beide locaties. Als typisch vastkokende aardappel scoort Charlotte toch vaak ook goed voor de frietkwaliteit, wat ook in 2020 weer het geval was. Op vlak van uitzicht, wasbaarheid en regelmaat van de knolvorm scoorde de referentie eerder gematigd ten opzichte van andere rassen in de proeven.
In de groep van de bloemige aardappelen werd Bintje als referentieras gekozen.
Alegria
Alegria is een (midden)-vroeg ras met een goede droogteresistentie. Dit ras is zowel bestemd voor friet (industrie) als voor versmarkt. In de rassenproeven werd Alegria meegenomen als ras geschikt voor thuisfriet. Op vlak van kooktype zit Alegria tussen Charlotte (vastkokend) en Bintje (vrij bloemig) in.
De opkomst van Alegria verliep heel gemiddeld, maar kende ondanks zijn vroegheid toch wel een tragere afrijping. Er werd gebruikgemaakt van kleiner pootgoed (maat 25/35 mm), waardoor er maar 10 knollen per struik werden gevormd. Er werd dan ook een plantafstand in de rij van 32 cm aangehouden.
Alegria haalde op één locatie eenzelfde opbrengst als Bintje en op de andere plaats een iets lagere opbrengst ten opzichte van Bintje. Gemiddeld kwam dit neer op een minopbrengst van 5%. Heel wat aardappelen behoorden tot de sortering +50 mm, namelijk 92%. 22% zat zelfs in de sortering +70mm. De plantafstand mocht dus nog iets nauwer.
Alegria haalde een goed onderwatergewicht van 398 g/5kg met nauwelijks drijvers. Zijn blauwgevoeligheidsindex lag op een gemiddelde score van 112. Voor smaak na het koken scoorde dit ras het best van alle rassen in proef samen met Bintje. Alegria scoorde in 2020 dus beter dan bijvoorbeeld Charlotte of Annabelle. Zijn frietkwaliteit varieerde tussen de 2 proefvelden tussen zeer goed tot aanvaardbaar. Op een locatie werden dan ook meer heterogene frieten waargenomen. Opvallend zijn de zeer mooie knollen, zeer goede wasbaarheid en de mooie regelmaat van vorm.
Bintje
Aangezien Bintje nog vaak gebruikt wordt als aardappel voor thuisverkoop, werd dit ras als referentie opgenomen voor de bloemige rassen.
Zoals we van Bintje gewoon zijn, verliep zijn opkomst heel snel in combinatie met een trage afrijping. Dit ras vormt een hoog aantal stengels (5,9 per s
Challenger
Jelly
Lady Anna
Valencia
Valencia is nog een jonger ras en wordt in de praktijk nog niet veel geteeld. Het heeft 3 jaar in de proeven aangelegen. Het is een laatrijp ras dat zich laat optekenen met een zeer vlotte opkomst maar wel snelle afrijping. Valencia vormde 13 knollen per struik, wat eerder weinig is in vergelijking met de andere bloemige rassen. De geadviseerde plantafstand voor de grotere potermaat was 36 cm in de rij.
Valencia haalde een minopbrengst van 7% ten opzichte van Bintje (8% in 2019). Er zat zo’n 6% in de zeer grove sortering +70 mm.
Zijn onderwatergewicht kwam uit op een mooie 410 g/5kg met een eerder hoge blauwgevoeligheid (index 152).
We zagen de voorbije 3 jaar nogal wisselende resultaten bij Valencia. Zijn opbrengst blijft iets lager dan van Bintje, hij heeft een goed onderwatergewicht, maar is wel eerder blauwgevoelig. Zijn frietkwaliteit is meestal uitstekend, maar zijn smaak na het koken is zeer wisselvallig over de jaren en proefvelden heen. Meestal worden wel mooie knollen gevormd (uitgez. 2020).